377

Besluit van 11 juli 1979 tot wijziging van het Koninklijk besluit van 5 augustus 1977, Stb. 468, houdende regels bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de Wet op het centraal testamentenregister

Wij Juliana, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Justitie van 21 mei 1979, Hoofdafdeling Privaatrecht, Afdeling Nationaliteit en Burgerlijke Staat, nr. 189/179;

Gelet op de artikelen 4, eerste lid, en 8, tweede lid, van de Wet op het centraal testamentenregister, alsmede op Ons besluit van 5 augustus 1977, Stb. 468;

De Raad van State gehoord (advies van 13 juni 1979, nr. 11);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris voornoemd van 2 juli 1979, Hoofdafdeling Privaatrecht, Afdeling Nationaliteit en Burgerlijke Staat, nr. 305/179;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

In artikel 1 van Ons besluit van 5 augustus 1977, Stb. 468, wordt het bedrag van f 10,-vervangen door: f 9,-.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op 1 september 1979.

Lasten en bevelen dat dit besluit in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat daarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State en de Algemene Rekenkamer.

Soestdijk, 11 juli 1979

Juliana

De Minister van Justitie,

J. de Ruiter

Uitgegeven de negentiende juli 1979

De Minister van Justitie a.i., H. Wiegel