a) onroerende goederen; b) rechten van erfpacht, van opstal en van beklemming; 2) «Prijzenbureau»: het Prijzenbureau voor Onroerende Zaken. 2. Als prijzenbureaus treden op de door Onze Minister van Wederopbouw en Volkshuisvesting daartoe aangewezen rijks- of gemeenteambtenaren. Onze voornoemde Minister bepaalt het ambtsgebied van de prijzenbureaus.

Artikel 32

De navolgende voorschriften worden ingetrokken: a. de Beschikking Delegatie aan Prijzenbureaux 1946 (Nederlandse Staatscourant 1946, nr. 114); b. de Huurprijsuitvoeringsbeschikking 1948 (Nederlandse Staatscourant 1947, nr. 242); c. de Huurprijsuitvoeringsbeschikking 1949 (Nederlandse Staatscourant 1949, nr. 174).

Artikel 33

1. Deze wet kan worden aangehaald als «Huurwet». 2. Wij bepalen op welk tijdstip deze wet in werking treedt.