NOTA VAN TOELICHTING
Een aantal factoren zijn er de oorzaak van dat naar de mening van de ondergetekende de tariefstelling van de Raad voor het Kwekersrecht dient te worden herzien. In de eerste plaats noopt hiertoe een zich gestaag uitbreidende internationale samenwerking op het gebied van het identiteitsonderzoek van kweekprodukten. In de tweede plaats kunnen de gestegen kosten van dit onderzoek en de geldontwaarding worden genoemd.
In verband met de internationale samenwerking is een aanzienlijke verhoging van de onderzoektarieven noodzakelijk ten einde een evenwichtig functioneren van het gemeenschappelijk gebruik van diensten te bewerkstelligen.
Deze herziening wordt gerealiseerd door een wijziging van de op artikel 16 van de Zaaizaad- en Plantgoedwet (Stb. 1966, 455) steunende Beschikking Tarieven Raad voor het Kwekersrecht (Stcrt. 1967,104), laatstelijk gewijzigd bij beschikking van 27 juni 1974 (Stcrt. 116).
Om redenen van prijsbeleidstechnische aard acht de ondergetekende verlaging van enige andere, bij kwekersrechtverlening en registratie betrokken tarieven gewenst.
Het onderhavige besluit voorziet ten dele in laatstbedoelde verlaging. Het strekt tot vermindering van de jaarcijns gedurende het eerste jaar van het kwekersrecht, respectievelijk inschrijving in het Nederlands Rassenregister van f 200 tot f 100.
Naar verwacht wordt zullen de inkomsten van de Raad voor het Kwekersrecht door de gewijzigde tariefstelling -zulks naar aanleiding van enerzijds eerderbedoelde wijziging van de Beschikking Tarieven Raad voor het Kwekersrecht, anderzijds het onderhavige besluit - met ongeveer f120 000 toenemen. Het dekkingspercentage, dat voor 1978 ongeveer 47,6% bedraagt, zal dan rond de 52% komen te liggen.
De Minister van Landbouw en Visserij,
Van der Stee