dat het gemeentebestuur de aanvrager in weerwil van diens verzoek daartoe niet in de gelegenheid heeft gesteld zijn bouwplan aan de noodzakelijk geachte eisen van welstand aan te passen, zodat in dit geval weigering van de vergunning wegens strijd met artikel 34 van de bouwverordening redelijke grondslag mist;

dat Ons voorts niet van andere weigeringsgronden is gebleken;

dat in verband hiermede burgemeester en wethouders door de vergunning te weigeren - en de raad van Boxtel door het daartegen ingestelde beroep ongegrond te verklaren - in strijd met de wet en met het algemeen belang hebben gehandeld;

dat hun besluiten mitsdien niet in stand kunnen blijven;

Gelet op artikel 185 van de gemeentewet;

De Raad van State gehoord, advies van 1 augustus 1979, no. 16;

Gezien het nader rapport van Onze voornoemde Ministers van 14 augustus 1979, no. 0831932, Centrale Afdeling Juridische Zaken en van 30 augustus 1979, no. B79/2415, Directie Binnenlands Bestuur, Afdeling Wetgeving en Bestuurszaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

vorenbedoelde besluiten van burgemeester en wethouders en van de raad van Boxtel te vernietigen wegens strijd met de wet en met het algemeen belang.

Onze Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening is belast met de uitvoering van dit besluit, dat in het Staatsblad zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.

Soestdijk, 6 september 1979

Juliana

De Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, Beelaertsvan Blokland

De Minister van Binnenlandse Zaken,

H. Wiegel

Uitgegeven de tweede oktober 1979

De Minister van Justitie, J. de Ruiter