Bijzondere gevallen

Artikel J 21

In bijzondere gevallen of groepen van gevallen waarin de toepassing van dit hoofdstuk tot een naar het oordeel van de directie onredelijke uitkomst leidt, is de directie bevoegd, na goedkeuring van de Raad van toezicht, ten gunste van de belanghebbende een beslissing te nemen die met de strekking van dit hoofdstuk overeenkomt.

HOOFDSTUKK

De herplaatsbaar verklaarde deelgenoot

Ongeschiktheidsverklaring

Artikel K 1

In dit hoofdstuk wordt onder ongeschiktheidsverklaring verstaan de beslissing van de directie dat een deelgenoot uit hoofde van ziekten of gebreken blijvend ongeschikt is zijn betrekking te vervullen.

Herplaatsbaarheidsverklaring

Artikel K 2

1. In verband met de ongeschiktheidsverklaring ten aanzien van een deelgenoot die de leeftijd van 60 jaar nog niet heeft bereikt en die een volledige betrekking heeft vervuld, kan de directie verklaren dat deze deelgenoot herplaatsbaar is in de zin van het volgende lid. 2. Een deelgenoot als bedoeld in het vorige lid is herplaatsbaar als hij geschikt is voor het vervullen van een passende andere, volledige, betrekking. 3. Hetgeen hierna ten aanzien van een herplaatsbaar verklaarde deelgenoot is bepaald geldttotdat de directie bedoelde verklaring intrekt.

Beoordelingscommissie

Artikel K 3

1. Alvorens de directie een deelgenoot herplaatsbaar verklaart wint zij het advies in van een beoordelingscommissie. Voorschriften omtrent samenstelling en werkwijze van deze commissie worden onder goedkeuring van Onze Minister gegeven door de hoofddirectie N.S., gehoord de directie en de Coördinatie Spoorweg Vakorganisaties als bedoeld in het R.D.V. 2. De beoordelingscommissie brengt haar advies uit na onderzoek van de deelgenoot. Indien de commissie geen advies kan uitbrengen tengevolge van onvolledige medewerking van de deelgenoot zonder dat daarvoor deugdelijke gronden aanwezig zijn, kan de directie beslissen dat het invaliditeitspensioen niet eerder ingaat dan ten hoogste vijf jaren na de dagtekening van de ongeschiktheidsverklaring. 3. Het advies van de beoordelingscommissie een deelgenoot herplaatsbaar te verklaren bevat tevens een aanwijzing van een of meer volledige betrekkingen waarin herplaatsing redelijkerwijs mogelijk wordt geacht. 4. De adviezen en voorstellen van de beoordelingscommissie dienen te berusten op eenstemmigheid. Indien bij gebreke van eenstemmigheid de commissie geen advies kan uitbrengen licht de commissie de directie daarover in onder mededeling van de mening der leden en de daaraan ten grondslag liggende overwegingen.