ieder geval vereist, wanneer de ambtenaar gedurende meer dan één jaar volledig ongeschikt is geweest tot het verrichten van zijn arbeid.

Artikel 59a. Samenloop van bezoldiging en WAO-conforme uitkering

1. Indien de ambtenaar, bedoeld in artikel 59, ter zake van de betrekking waaruit het recht op doorbetaling van bezoldiging voortvloeit, recht heeft op een WAO-conforme uitkering, wordt het bedrag van die uitkering in mindering gebracht op het bedrag waarop hij ingevolge artikel 59 recht heeft. 2. Indien de in het eerste lid bedoelde ambtenaar uit hoofde van twee of meer betrekkingen recht heeft op één WAO-conforme uitkering, wordt die uitkering voor de toepassing van het eerste lid toegerekend aan de betrekking ter zake waarvan zijn bezoldiging wordt doorbetaald naar rato van de bezoldiging uit hoofde van de desbetreffende betrekkingen. 3. Indien als gevolg van handelingen of het nalaten van handelingen door de in het eerste lid bedoelde ambtenaar geen WAO-conforme uitkering kan worden toegekend, wordt voor de toepassing van dit artikel de WAO-conforme uitkering zoals die zou zijn toegekend bij een arbeidsongeschiktheid van 80% of meer. 4. Indien als gevolg van handelingen of het nalaten van handelingen door de in het eerste lid bedoelde ambtenaar de WAO-conforme uitkering vermindering ondergaat, dan wel het recht daarop geheel of gedeeltelijk wordt geweigerd, wordt bedoelde uitkering voor de toepassing van dit artikel steeds geacht onverminderd te zijn genoten.

Artikel 60. Vermindering van aanspraak in geval van arbeid voor derden

Indien de ambtenaar tijdens de ongeschiktheid tot het verrichten van zijn arbeid wegens ziekte in het belang van zijn genezing door de bedrijfsgeneeskundige dienst wenselijk geachte arbeid voor derden verricht, worden - zolang hij krachtens artikel 59 aanspraak kan maken op betaling van zijn volle bezoldiging - de inkomsten uit deze arbeid op die bezoldiging geheel in mindering gebracht; gedurende de tijd, dat hij krachtens artikel 59 aanspraak kan maken op 80% van zijn bezoldiging, worden bedoelde inkomsten op dat bedrag in mindering gebracht, voor zover deze 20% van zijn bezoldiging te boven gaan.

Artikel 60a. Geen aanspraak op doorbetaling van bezoldiging ingeval van herplaatsing

1. De in artikel 59 bedoelde doorbetaling van volledige of gedeeltelijke bezoldiging eindigt indien de ambtenaar op grond van artikel 58a wordt herplaatst. 2. Indien de herplaatsing, bedoeld in het eerste lid, plaatsvindt voordat de termijn van twee jaar, bedoeld in artikel 121, derde lid, onderdeel a, is verstreken en de bezoldiging van de ambtenaar als gevolg van de herplaatsing vermindering ondergaat, heeft hij tot het eind van de genoemde termijn recht op een aanvullende uitkering. 3. De aanvullende uitkering, bedoeld in het tweede lid, bedraagt het verschil tussen het bedrag waarop de ambtenaar op grond van artikel 59 recht zou hebben gehad indien hij niet zou zijn herplaatst en zijn bezoldiging na herplaatsing, in voorkomend geval vermeerderd met een uit de oorspronkelijke betrekking voortvloeiend recht op WAO-conforme uitkering en herplaatsingstoelage.