5. Onze Minister kan voor de berekening van de diensttijd, bedoeld in het eerste, derde en vierde lid, de tijd meetellen, die betrokkene bij een andere overheidswerkgever heeft doorgebracht, indien die betrokkene in het kader van een reorganisatie bij die andere overheidswerkgever bij het Ministerie van Defensie te werk is gesteld.

Artikel 7. Verhoging uitkering

Betrokkene, die recht heeft op een loongerelateerde WW-conforme uitkering ingevolge artikel 2, danwel een verlenging van de duur van de loongerelateerde WW-conforme uitkering ingevolge artikel 6, heeft recht op een verhoging van de uitkering.

Artikel 8. Inhoud verhoging

1. De loongerelateerde WW-conforme uitkering ingevolge artikel 2 wordt gedurende de eerste zes maanden verhoogd tot 80%, gedurende de daarop volgende zes maanden tot 75% en gedurende de resterende periode tot 70% van het voor betrokkene geldende ongemaximeerd dagloon. 2. Gedurende de verlenging van de loongerelateerde WW-conforme uitkering, bedoeld in artikel 6, wordt de uitkering verhoogd tot 70% van het voor betrokkene geldende ongemaximeerd dagloon. 3. De som van de loongerelateerde WW-conforme uitkering, dan wel de verlengde loongerelateerde WW-conforme uitkering en de verhoging daalt niet beneden hetminimumloon per maand, bedoeld in artikel 8, eerste lid onderdeel a, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag, of indien betrokkene jonger is dan 23 jaar, het voor zijn leeftijd geldende minimumloon per maand, bedoeld in artikel 7, derde lid, van genoemde wet, beide vermeerderd met de daarover berekende vakantietoeslag, bedoeld in artikel 15 van die wet en vervolgens gedeeld door 21,75. 4. De eerste twee jaar van de verlenging van de duur van de loongerelateerde WW-conforme uitkering wordt de WW-conforme vervolguitkering ingevolge artikel 2 verhoogd ingevolge het bepaalde in het tweede lid.

Artikel 9. Uitkering bij ziekte

1. Betrokkene, die binnen de termijn waarin hij recht heeft op een verhoging van de uitkering ingevolge artikel 7, wegens ziekte verhinderd wordt arbeid te verrichten, heeft recht op een verhoging van de uitkering. 2. De uitkering ingevolge artikel 3, tweede lid, wordt verhoogd tot het percentage van het voor betrokkene geldende ongemaximeerd dagloon, bedoeld in artikel 8, dat van toepassing zou zijn indien betrokkene niet ziek zou zijn.

Artikel 10. Overlijdensuitkering

De overlijdensuitkering bedoeld in artikel 5 wordt indien betrokkene overlijdt binnen de termijn waarin hij recht heeft op een verhoging van de uitkering ingevolge artikel 7 verhoogd tot 100% van het voor betrokkene geldende ongemaximeerd dagloon over een tijdvak van 3 maanden.