Weer staan wij voor het feest van de le Mei.

In een wereld vol onderdrukking en oorlog, vol gruwelijk onrecht, vol angst en verwarring, vol ook van terugval op de oude middelen van tegenweer.

Roepen velen het niet honend: het socialisme heeft gefaald; wat het be« loofde, bracht 't niet!

In zover is dit waarheid, dat ook wij het feit niet ontkennen mogen, dat de dreiging van het fascisme de wereld^v^rhoudingen heeft veranderd en nieuwe ontzaglijke problemen heeft opgeworpen, die als 't ware om een oplossing schreeuwen.

Maar — er is ook een andere kant.

De sociaaldemocratie heeft in de werkloosheids jaren, die op de nas oorlogse opbloei volgden, veel geleerd.

Zij heeft door de crisis gezien, hoe zwak gegrondvest het verworven be« zit (acht*urendag, kiesrecht, arbeids* wetgeving, woningverbetering) nog was, zonder de economische ordening, zonder regeling van voortbrenging in fabriek en op het land — zonder rege* ling van de verdeling der voortge= brachte goederen.

Zij leerde door de crisis de dringen* de noodzakelijkheid om grondige plannen uit te werken, die de werk= loosheid konden doen verdwijnen, en in de toekomst een dergelijke crisis onmogelijk maken.

Geen der andere grote partijen van

ons land heeft voor deze plannen sympathie gevoeld, en de grote massa heeft, door allerlei oorzaken, de nood* zakelijkheid niet zó gevoeld, dat er van uitvoering sprake kon zijn. Met het gevolg, dat de werkloosheid in ons land dreigender is dan ooit.

Intussen — de plannen zijn er, er wordt aan verder gearbeid, ze worden bijgewerkt, zodat ze actueel (voor 't ogenblik geschikt) blijven.

Maar wij hebben in deze treurige jaren nog méér geleerd — zoals groot leed zo menigmaal tot dieper inzicht voert.

Wij leerden ook — in zover wij 't nog niet wisten — dat in onze strijd de geestelijke krachten in den mens van zoveel waarde, ja van zulk een ontzaglijke betekenis zijn.

De oude idee, dat de dingen vans zelf goed zouden komen, en dat met meer stoffelijke welvaart een nieuwe mens, ook in geestelijk en zedelijk op* zicht, zou ontstaan — deze idee wan' kelde en werd overwonnen. En nu zijn wij,

zijn zeker de strijdende sociaals democratische vrouwen,

er van overtuigd, dat 't niet het minst op den mens van tegenwoordig aan* komt..

Op onze zuivere beweegredenen. Op onze voortdurende toewijding. Op onze moed, op onze trouw. Op ons vertrouwen!

Ja, op ons vertrouwen komt 't aan,

ook nu, op dit Meifeest van 1938, nu het geweld in de wereld triomfeert en 't lijkt, of de demonen zijn losgelaten om de voor techniek en tempo knie» lende mensheid in hun greep te ver* morzelen!

Laat vooral vertrouwen in ons ideaal ons op dit 1 Meifeest vervullen!

Onze strijd is in deze jaren van nameloos leed niet verslapt, maar — wel niet in alle — toch in veel opzich* ten verdiept en verinnigd.

Onze strijd is den mens zelf nader gekomen: den man in z'n werk en bij het stempellokaal, de vrouw in haar strevingen, het gezin in de nood der tijden!

Zonder twijfel zal ons 1 Meifeest er geen zijn van triomf. Maar, doortrok» ken van het vertrouwen in ons ideaal, dat in zijn zuiverste vorm het eeuwige streven naar 'n hoger mens=zijn in= houdt, is het evenwel van diepe be* tekenis!

Van een worsteling om de acht* urendag is het geworden een alge» meen symbool van de hunkering en tegelijk van de strijd voor een betere en een gelukkiger wereld.

Laat dan op de le Mei in onze harten branden de wil om naast de

Arbeid, de Vrijheid

en naast deze ook de

Vrede te bereiken!