JCHANNA NABER

Mevrouw Johanna Naber herdacht 25 Maart haar 80e verjaardag. Fris en flink. Johanna Naber was een der Nederlandse pioniersters van het feminisme. Zij heeft veel geschreven, ook op historisch gebied, terwijl zij bovendien als journaliste en spreekster heel wat heeft gepresteerd.

Van haar werken noemen wij bij voorkeur haar levensschets van de Zweedse schrijfster Frederika Bremer. Deze uitgebreide biografie, tintelend van geest, is ook op dit ogenblik nog evenzo het lezen waard als toen ze verscheen. Wij wensen Johanna Naber nog gelukkige jaren toe.

Het meisjeskamp op „De Born

De Moderne Centrale voor Werklozenzorg organiseerde van 30 Jan. tot 11 Maart j.1. een 6-weeks kamp voor werkloze meisjes.

Voor dit doel heeft de Bond van S.D. Vrouwen Clubs haar vacantiehuis „De Born" beschikbaar gesteld.

In dit Zonnehuis hebben wij onvergetelijke weken doorgebracht. Hierover behoeven wij niet verder uit te weiden, daar er al genoeg over geschreven is. Wij willen van deze gelegenheid gebruik maken, de S.D.V.C. voor haar medewerking in dezen dank te zeggen. Wij hopen, dat na ons nog vele meisjes van deze kampen zullen genieten en er nieuwe kracht op doen. .

De meisjes van het eerste proef-werlclozenkamp.

Correspondentie

J G.—v. B. te R. — Plaatsing onmogelijk. Stelt u zich eens voor, als daarmee werd begonnen! Wij hadden er dan een deel van de krant voor nodig.

Igna te A. — Ongetwijfeld hebben wij abonnees in Zeeland, Brabant en Drente.

Wegens plaatsgebrek blijven kleding- en handwerkbijdragen liggen.

Willen alle inzendsters s.v.p. op één kant vau het papier schrijven? En niet met potlood!

INGEZONDEN

De mening van lezeressen, over het vak van dienstbode1)

n.

Helemaal mee eens

Zelf dienstbode geweest zijnde, kan ik niet nalaten mijn volle instemming te betuigen met

net ingezonden stuk van J. ti. B.—D. Het dienstbodenvak, zoals het nu is, is een geheel verouderde instelling. Reorganisatie, vastgestelde werktijden en rusttijden, ziekte- en ongevallenverzekering zijn in dit vak hoognodig. A. Z.—D.

De katoenen japon maakt niet minderwaardig

Mevr. J. C. B.—D. begint haar stuk met de mededeling dat zij kriebelig wordt bij elke aantrekkelijk-making van het dienstbodenvak. Nu ik werd kriebelig bij het lezen van bedoeld ingezonden stuk. Mevr. J. C. B.—D. mag zich tot de bevoorrechte mensen rekenen, dat zij op 11-jarige leeftijd heeft mogen „kiezen" wat zij wilde worden en dat zij op die leeftijd het „verstand" heeft gehad om goed te kiezen. Hoe wist zij toen al, dat een vrouw die een dienstbode had, te lui was om zelf te werken? Werd bij haar thuis de hulp die er kwam bij erge drukte, behandeld als iemand met een slavenziel? Ik kan mij niet voorstellen dat er zulke dingen in een kinderziel omgaan. En waarom mag er door particulieren of vereniging niet gewezen worden op dingen, die het dienstbodevak aantrekkelijk maken? Waarom zou een dienstmeisje de katoenen japon „minder waardig" maken en een verpleegster, kapster, of winkelmeisje haar uniform niet? Waarom is voor het dienstmeisje het werken met haar „mevrouw" direct boven haar minder verkieslijk, dan in bedrijven waar een chef rondloopt om te kijken of alles wel vlug en goed gaat. En zo zou ik door kunnen vragen.

Laat mevr. J. C. B.—D. eens gaan kijken in fabrieken waar aan de lopende band wordt gewerkt. Wordt daar niet alleen gelet hoeveel arbeid er verricht wordt? Neen mevr. J. C. B.— D. ik geloof dat we al veel verder waren, als de moeders hun dochters leerden, dat de arbeid, die een dienstmeisje verricht, niet minderwaardig is. Leer de jeugd dat een huisgezin besturen „een vak" is, en om het goed te doen, dat men daar zijn hersens voor moet inspannen.

S. B.—Z.

Onjuiste voorstelling

Wat kunnen we toch veel vrouwen door stukken als „Meisjes in katoen" en het ingezonden stuk van p.ge B.—D. van ons afstoten, nog voordat ze weten, wat wij, soc.-democraten eigenlijk willen.

Natuurlijk, het is volkomen begrijpelijk, dat een meisje geen dienstmeisje wil worden.' zolang ze wettelijk totaal onbeschermd is. Maar waarom moeten we altijd doen, alsof de werkgeefsters onmensen en de werkneemsters beklagenswaardige wezens zijn? Ik ken heel wat gevallen, waar de verhouding' tussen beide partijen uitstekend is. En het werk in een huishouding, zal toch wel heel wat prettiger zijn, dan het zenuwslopende werk aan de lopende band in fabrieken, of het vermoeiende werk in ateliers en wasserijen.

Natuurlijk, er zijn (naast de goede), vervelende. lastige mevrouwen. Maar er zijn naast de prettige, uitstekende meisjes, ook zeer onaangename. *

Gelooft Truus v. Andel echt, dat tal van wei kgeefsters. wier financiële draagkracht het houden van een dienstbode te boven gaat zich toch veroorloven er een hulp in de huishouding op na te houden, indien dit niet noodzakelijk

• moest iedere moeder een hulp

in de huishouding hebben. Misschien zijn er van die bewonderenswaardige vrouwen, die alles tegelijk goed kunnen doen: het huiswerk, het

) Naar aanleiding' van het „Ingezonden" van J. G. B.—D. in het nr. van 8 Maart en van de radio-rede van Truus van Andel.

vrouw en moeder zijn (en onder dit laatste verstaan we dan de verzorging èn de opvoeding). Maar in o zo veel gevallen schiet de vrouw dan ergens te kort. Iedere moeder moest met haar kinderen kunnen wandelen en zwemmen, moest zich op de hoogte kunnen houden van hetgeen haar grotere kinderen lezen, moest — om haar taak goed te kunnen doen — zélf kunnen lezen.

Ik wandel iedere morgen, weer of geen weer, met m n kinderen en dan vind ik m'n werk niet minder belangrijk, dan dat van m'n buurvrouw, die haar huis schoonmaakt en wier kleintjes vrijwel de hele winter niet buiten komen.

Verder schrijft p.ge Van Andel, dat op de jonge schouders van duizendtallen 16—25-jarige meisjes, de verzorging van de gehele huishouding rust. Ik ben nog nooit een 16-jarig (en ouder!) meisje tegengekomen, die een huishouding kon „verzorgen". De „zorg" voor een huishouding is meer dan het werk doen.

Ik geloof, dat de oplossing is: bekwame, geschoolde meisjes, die evenals de meisjes in fabrieken e. d. onder de bepalingen van de Arbeids-, de ziekte- en de ongevallenwet vallen.

A. B.—V.

Meisjes in katoen

Ik zou graag mijn mening zeggen over „Meisjes in katoen . Ik ben namelijk zelf jaren één van die velen geweest, maar ik ben nu een gelukkig-getrouwde vrouw.

Er ontbreekt natuurlijk nog erg veel aan het ideaal-leven van een dienstbode, maar we mogen het toch wel eens in een ander licht stellen dan dat van de inzendster. Er zijn natuurlijk heel veel slechte betrekkingen, maar we moeten toch ook niet vergeten dat we een werktaak hebben te vervullen als we in loondienst zijn. We kunnen ook onze eisen stellen, b.v. een gezellig en goed verwarmde keuken, een frisse slaapkamer en een bezoekje van een familielid of kennis. Ikzelf en zeer velen uit mijn kennissenkring heb deze dingen altijd gehad en ikheb me nooit tegenover mijn werkgevers minderwaardig behoeven te voelen, maar als een lid van het gezin. We moeten dan ook niet vergeten dat wanneer we dit eisen, we ook ons werk met zorg en liefde moeten doen. Dan weet ik zeker dat ze als ze bij weldenkende mensen is, ze ook als lid van 't gezin wordt opgenomen. Hebben we als we om ons heen kijken, ook niet veel vrouwen en meisjes onder ons, die als ze zelf mevrouw waren, goede en slechte werkgeefster waren? Een meisje op de fabriek moet. de hele dag in spanning staan, en als dienstmeisje heb je ook de drukke dagen, maar ook vaak dagen, die niet druk zijn, en als. je bij gegoede mensen bent, heb je toch ook een flinke vacantie plus kostgeld. Ik voor mij zou ieder huishoudelijk aangelegd meisje aanraden, steek je gerust enige jaren in 't katoen, maar ga dan voor dag en nacht en kijk goed uit de ogen bij wat voor mensen je komt. En krijg je later een eigen gezin dan zal je dankbaar zijn voor alles wat je geleerd hebt en zult in staat zijn je huishouding goed te besturen.

J p

Er ligt nog' een heel stapeltje brieven over dit onderwerp! REDACTIE.

Wasmiddelen

Met voldoening' volgen wij enige weken het artikel van p.ge E. Bruins over de vereenvoudiging van de was.

Tot onze grote verwondering werd in het no. van 8 Maart j.1. de nadruk gevestigd op het wasartikel „Persil", daar er volgens deze p.ge geen beter zelfw. wasmiddel is. Wij kunnen ons niet. voorstellen dat het zo noodzakelijk is dit artikel op de voorgrond te plaatsen, daar wij in onze Cooperatie een dergelijk goed artikel hebben, genaamd „Terrox". Daar de coöp. gedachte speciaal onder onze vrouwen gepropageerd moet worden, lijkt het ons gewenst, dat, indien er een merk genoemd wordt, men in de eerste plaats toch de coöp. artikelen de voorkeur geeft.

Met dank voor plaatsing.

Bestuur A'dam, groep 5.

IDe betreffende medewerkster heeft nu opdracht gekregen voortaan geen artikelen meer met de naam te noemen, omdat er inderdaad verschillende fabrikaten zijn. die als gelijkwaardig be-

ounuunu nuimen worden. — Red,]