zoowel mannen als vrouwen, zoo groot mogelijk is. Het valt niet in te zien, waarom b.v. de vrouw van een lid van Gedeputeerde Staten, van een leeraar of onderwijzer, of een officier, niet een voortreffelijk raadslid zou kunnen zijn, alleen omdat haar echtgenoot van het raadslidmaatschap is uitgesloten. Het is duidelijk, dat door deze beperking meer vrouwen dan mannen getroffen werden en hierdoor zullen vele alleszins bekwame vrouwelijke raadsleden waaronder ons bekend, zelfs een vrouwelijke wethouder, haar functie niet langer kunnen bekleeden.

Aan de Rijkscommissie betreffende de afbetalingsovereenkomst werd op haar verzoek om de meening der Vereeniging mede te deelen over de voor- en nadeelen van het afbetalings-, stelsel, een uitgebreid rapport gezonden, waarin werd uiteengezet, dat de Vereeniging, ofschoon geenszins blind voor de ernstige bezwaren, aan het huurkoopsysteem verbonden, niettemin de economische en juridische voordeelen daarvan grooter acht, maar daarbij sterk aandringt op het tot standkomen van eenige bepalingen van dwingend recht ter bescherming van huurkoopers, en wel vooral een bepaling, waardoor de verkooper niet, zooals thans veelal gebeurt, niettegenstaande zeer vele termijnen zijn afbetaald, bij wanbetaling van één termijn het voorwerp kan terugnemen en alle gelden behouden, maar bij terugname verplicht zal worden om wanneer de hem betaalde gelden tezamen met de waarde van het teruggenomen goed de oorspronkelijke koopprijs te boven gaan, dat meerdere aan den kooper te restitueeren.

Dit stelsel heeft behalve zijn billijkheid het voordeel, dat de zorgzame huurkooper door goed gebruik van het voorwerp een grooter bedrag aan geld terugkrijgt dan hij, die dat slecht en roekeloos gebruikte, zoodat het geheel of bijna geheel waardeloos is geworden.

In de Vereeniging werd verder een rapport uitgebracht over het ontwerp Donner tot wijziging van het Huwelijksgoederenrecht, waarbij tot de conclusie gekomen werd, dat dit wetsontwerp voor de Vereeniging aanvaardbaar is, ook al staat het uitgangspunt van den minister lijnrecht tegenover dat van de Vereeniging, daar het een aantal verbeteringen brengt in de rechtspositie der vrouw, vergeleken bij den tegenwoordigen toestand, maar dat nog tal van andere verbeteringen mogelijk zijn.

Ten einde te komen tot een algemeene bestrijding van het toenemend aantal misdrijven tegen vrouwen op buitenwegen heeft onze Vereeniging aansluiting gezocht bij het Comité tot Bestrijding der Openbare Zedeloosheid, dat ook zijn aandacht op deze zaak gevestigd heeft. Het komt ons zeer wenschelijk voor, dat de dagbladen deze feiten niet zoo wijdloopig in haar kolommen behandelen, daar dit aan ziekelijke nieuwsgierigheid voedsel geeft en de slechte elementen prikkelt.

Afdeelingen.

In enkele afdeelingen heerscht opgewekt leven, andere leiden daarentegen een kwijnend bestaan. Opgeheven werden de afdeelingen Enkhuizen en Winschoten, nieuwe afdeelingen werden gesticht in Nijmegen en Wageningen, terwijl in enkele andere plaatsen de oprichting van een afdeeling door de propaganda-commissie wordt voorbereid.

Propaganda.

De propaganda-commissie organiseerde op 28 Juni 1930 een zeer geslaagde Landdag op het landgoed „de Wiltsangh" te Wassenaar, dat door den Heer en Mevrouw v. d. Bergh-Wil-

ling ter beschikking was gesteld. Voorts werd aan alle leden der Vereeniging bij den aanvang van dit jaar een jaarboekje toegezonden, dat behalve een agenda, vele gegevens over de Ver., artikelen v. H.B.leden, adressen van vereenigingen op feministisch gebied enz. inhoudt.

Vertegenwoordiging.

Op verzoek van het H.B. stelden Mw. Anna Polak, directrice van het Nat. Bureau voor Vrouwenarbeid en Mw. J. Cieremans, inspectrice v/d arbeid te Amsterdam, zich beschikbaar voor het verstrekken van inlichtingen over de toestand hier te lande inzake arbeidsvoorwaarden voor mannen en vrouwen, ten behoeve van een door den Wereldbond ingestelde enquête.

In het reeds genoemde Comité tot bestrijding van de Zedeloosheid en haar gevolgen namen voor onze vereeniging zitting Mw. M. A. Cohen Tervaert-Israëls en Mw. Ch. L. PolakRosenberg.

Als lid van het Werkcomité van het Comité voor een gemeenschappelijke actie tot hervorming onze Huwelijkswetgeving werd benoemd Mr. D. J. Veegens.

Mw. Mr. C. Bakker-van Bosse nam als pres. der Ver. zitting in het Comité tot huldiging van Prof. Johanna Westerdijk.

Internationaal Werk.

Ten bate van den Wereldbond werd in het einde van Febr, 1931 in Amsterdam een 3 daagsche voorjaarsmarkt gehouden die dank zij de bezielende leiding van Mej. Manus een groot succes is geworden, en belangrijke financieele baten heeft opgeleverd, welke voor een deel ook aan de Ned. Ver. zijn ten goede gekomen. De afdeeling Amsterdam had in de voorbereiding een groot aandeel. Aan het slot werd een Spieghel Historiael van beroemde vrouwen opgevoerd, waarvoor zooveel belangstelling bestond, dat de vertooning herhaald moest worden. Door de groote pers is aan de voorjaarsmarkt en den Spieghel veel aandacht geschonken. Moge de hierdoor bij het groote publiek opgewekte belangstelling de Vereeniging ook in de toekomst ten goede komen!

E. A. R1ETVELT—WAGEMAKER.

JAARVERSLAG VAN DE PENNINGMEESTERES.

Het verslag, dat ik U van den financieelen toestand der Nederlandsche Vereeniging voor Vrouwenbelangen en Gelijk Staatsburgerschap uit te brengen heb, loopt slechts over een periode van 8 maanden, vanaf de fusie der Nederlandsche Vereeniging van Staatsburgeressen en de Nederlandsche Unie voor Vrouwenbelangen. Maar niet alleen door den korteren duur geven de cijfers, die U in de in het April-nummer van „De Vrouw en Gemeenschap" opgenomen Balans en Exploitatie-rekening gezien zult hebben, geen beeld van de ontvangsten en uitgaven, zooals die in een normaal, volledig vereenigingsjaar zouden zijn. De fusie vond 1 Mei 1930 plaats. Beide vereenigingen hadden toen reeds de contributies van hare leden geïncasseerd en een deel harer jaarlijksche uitgaven gedaan. Ook liepen bij de fusionneerende vereenigingen verbintenissen, die niet ineens verbroken konden worden, waardoor bijzondere uitgaven moesten worden gedaan. Van eene algeheele samensmelting der financien was feitelijk eerst aan het einde van het afgeloopen jaar sprake. De bezuiniging, welke