Het voornaamste besluit is geweest, dat de Bond zich aansluit bij den Nationalen Vrouwenraad.

Een verblijdend teeken is, dat juist in Drente, waar de ontwikkeling der boerenbevolking nog veel te wenschen laat, de Boerinnenbond de meeste afdeelingen telt en daar flink werkt.

Op de vorige algemeene vergadering was een bureau ingesteld tot plaatsing van plattelandsmeisjes in een gezin om de praktijk te krijgen in de werkzaamheden in huishouding en boerderij. De landbouw-huishoudschool Rollecate te Deventer stelt deze practische oefening als voorwaarde ter verkrijging van een diploma.

Sedert de oprichting in Mei j.1. hebben 18 leerlingen van die school door dit bureau een werkkring gekregen, terwijl 11 meisjes zich hebben opgegeven om met andere dus in eene andere streek met andere gewoonten en werkwijzen te ruilen; een bewijs, dat dit bureau in eene behoefte voorziet.

De 2e dag is gevuld met lezingen over jeugdwerk op het platteland.

Mej. A. Bos, leidster van jeugdwerk van de „Maatschappij tot Nut van het Algemeen" heeft een blik gegeven in het nuttige en mooie ontwikkelende werk, dat in deze uitgaat van het Nut, terwijl mej. J. Boer verteld heeft van het Buurthuis in de Veenstreek in Drente, waar echter de bevolking er weinig voor gevoelt, maar de moeders langzamerhand toch wel prettig gaan vinden, als zij zien, wat hare kinderen leeren knutselen en de oudere meisjes als handwerkjes, de jongens als timmerwerk en anderzins vervaardigen. Zij drukte de besturen van afdeelingen van den Boerinnenbond op het hart, zich voor jeugdwerk op het platteland moeite te geven, omdat hiervoor nog heel veel te doen valt.

L. KAPPIJNE v. d. CAPPELLO-WIJGERS.

BESTRIJDING VAN DE PROSTITUTIE.

In de laatste vergadering van het Comité tot bestrijding van de openbare zedeloosheid en hare gevolgen gaf de Heer C. E. G. Hogendijk, Hoofd der Zedelijkheids-politie te Amsterdam, eenige beschouwingen over bovenstaand onderwerp ten beste.

Inleider bepleitte de oprichting van een nieuwe organisatie, waarin alle vereenigingen, op dit gebied werkzaam, moeten samengaan. Een zuivere kennis van den toestand moet vooral leiden tot het wakker schudden van het volksgeweten. Het publiek moet worden ingelicht, opgeschrikt als het kan, frappez, frappez toujours geldt ook hier. In dit verband wijst inleider op de Fédération Abolitioniste Internationale, die hiermede al jaren, niet zonder succes bezig is.

Inleider ziet op dit gebied teekenen van een beginnend ontwaken van het publiek geweten, maar meent, dat nog heel wat meer actie noodig zal zijn om het publiek geheel wakker te krijgen. Volgens spreker kan dit beter geschieden door een Bond als door hem bedoeld, dan door de Federatie, wier doel te beperkt is, daar zij slechts afschaffing van de reglementeering bedoeld, en wier naam tevens door de groote massa niet wordt begrepen.

Daar de prostitutie een internationaal karakter draagt, zou die Bond tevens moeten trachten om tot een internationale organisatie van gelijken aard te komen, met vertegenwoordiging in den Volkenbond, zooals dit nu het geval is met de vereeniging ter bestrijding van den vrouwenhandel, wat echter slechts een klein onderdeel uitmaakt van het groote en ingewikkelde prostitutieprobleem.

Inleider eindigde met als zijn verwachting uit te spreken, dat, mocht het in de verre toekomst gelukken, de beweging te doen dragen door het volk, zooals bv. nu het geval is met de t.b.c. bestrijding, er een mogelijkheid zal komen om den machtigsten en schadelijksten vijand van het volkswelzijn, de prostitutie, tot in zijn diepste schuilhoeken terug te dringen.

Aan de discussies werd o.m. deelgenomen door de afgevaardigden onzer Ver., Mevrouw Polak-Rosenberg en ondergeteekende, die in principe eens met inleider, er toch op wezen, dat men er, enkel met repressive maatregel tegen prostituées nooit komen zal.

Tenslotte stelt de Voorzitter voor, dat als resultaat van deze vergadering het Nationaal Comité tot bestrijding van den handel in vrouwen en kinderen worde verzocht nader te overwegen of het aanleiding vindt het initiatief te nemen tot het op touw zetten van een actie als door inleider bedoeld. Daarna zou dan een conferentie bijeen geroepen worden en een oproep tot verschillende vereenigingen gericht worden om aan de voorgestelde actie deel te nemen.

Besloten wordt de volgende vergadering te wijden aan een bespreking van de Mogelijkheid van reclasseering van prostituées.

M. C. T.

BOEKBESPREKING.

DE VROUW EN HET RECHT.

Onder bovenstaande titel verscheen bij den uitgever A. Blitz te Amsterdam een boek van 256 bladzijden van de hand van Mr. D. S. Jessurun Cardozo, advocaat te Amsterdam (prijs ingen. f2.25, geb. f3.25).

Blijkens het voorbericht is de bedoeling van dit boek om de vrouw op onderhoudende wijze aan de hand van voorbeelden uit de praktijk omtrent haar rechtspositie in te lichten, haar eenigszins wegwijs te maken in het doolhof der regelen van wet en recht, waarmee zij als onafhankelijke, werkende vrouw, als huisvrouw, echtgenoote, moeder, in 't algemeen als vrouw, heeft te maken.

In de uitvoering van dezen opzet is de schrijver over het algemeen zeer goed geslaagd. Hij verstaat de kunst om op heldere en populaire wijze aan de hand van tal van voorbeelden uit de rechtspraak ons geldend recht, in het bijzonder met betrekking tot het huwelijk, uiteen te zetten. Reeds de titels van hoofdstukken als „Mag de man zijn vrouw de sleutels ontnemen en huishoudgeld weigeren? en „Wanneer mag de vrouw haar man verlaten?" toonen dit aan. Naar onzen smaak toont de schrijver wel eens les défauts de ses qualités te bezitten, doordat hij van tijd tot tijd in een te groote gemeenzaamheid vervalt. Dit hindert vooral in een uitlating als de volgende over de scheiding