INDRUKKEN VAN HET WERK VAN DEN „INTERNATIONAL" BOARD TE AMSTERDAM. Interview met Mrs ' Corbett Ashby.

Het was den ochtend na drie dagen hard vergaderen dat ik aan de presidente van den Wereldbond vroeg: „Wat is nu Uw eigen indruk? Geven de besprekingen van den Board U reden tot optimisme of tot pessimisme?" „Even nadenken", zei Mrs. Ashby met haar gezelligen glimlach, „het is nog vroeg in den morgen en we hebben al deze dagen zooveel aangelegenheden en zooveel details beproken, dat ik mij even moet bezinnen op zoo'n samenvattenden indruk. En als ik er over nadenk, dan geloof ik dat het antwoord eigenlijk is: het een en het ander. Het staat wel vast, dat de idealen, die de vrouwenbeweging voorstaat, vrijheid en recht, — vrijheid voor de vrouw om geheel zelfstandig te beslissen hoe ze haar leven zal inrichten, en recht om te zorgen dat de kleinen niet door de grooten worden onderdrukt — die idealen zijn verder van hun verwezenlijking dan een jaar geleden. In verschillende landen wordt de vrijheid van de vrouw door wettelijke bepalingen of door feitelijke handelingen nog verder beperkt, zelfs in die landen waar de algemeene vrijheid nog heet te heerschen. En de weerzinwekkende verovering van Abessinië is een droevige illustratie van macht boven recht.

Maar hiertegenover staan positieve en belangrijke lichtpunten. Juist de achteruitgang van den algemeenen toestand en van de situatie der vrouwen heeft eindelijk in vele landen de menschen het begrip bijgebracht, dat nu traagheid, schroom en bescheidenheid overwonnen moeten worden. Vooral ook de vrouwen, en in de eerste plaats de jongere vrouwen beginnen te beseffen, dat zij mee moeten doen en dat ze, om mee te kunnen doen, moeten zorgen, dat ze haar plaats behouden.

Mevr. Ivanowa brengt uit Bulgarije opwekkende berichten mee over een grooten feministischen opbloei vooral onder de jongeren. Op haar reis door Duitschland sprak zij ook nog met een aantal haar van vroeger bekende feministen, die vertelden dat het de werkende vrouwen in Duitschland iets beter ging. Men neemt thans weer een aantal eerder ontslagen vrouwen in dienst, zonder dat nu lidmaatschap van de Nazi-Partij wordt geeischt.

Senator Plaminkowa is buitengewoon tevreden over het politieke „seminaire" dat op verschillende plaatsen van Tschecho-Slovakije is gehouden. En wij allemaal merken, dat ondanks alle tegenwerking op het oogenblik er toch een voortdurende stille groei plaats vindt, die te danken is aan het toenemend aantal ontwikkelde vrouwen, die maatschappelijke belangstelling hebben, zelfs als ze zich verbeelden geen feminist te zijn.

In de vergadering hebben twee punten vooral onze aandacht gehad. Het onderzoek, dat op verzoek van den Volkenbond zal worden ingesteld naar den civielen en moreelen status van vrouwen in alle landen, waaraan wij actief mee willen werken, om te zorgen dat een volledig en zoo getrouw mogelijk beeld wordt verkregen. En verder onze steun aan het Rassemblement International pour la Paix, de grootsche vredesactie, die zich op het oogenblik ontwikkelt en waaraan het misschien zal gelukken, de krachten vóór den vrede te vereenigen en de publieke meening, die den vrede wil, de gelegenheid te geven met kracht en met klem daarvan te getuigen.

Er zijn veel meer menschen die den vrede willen, dan die den oorlog wenschen. Wat de vredelievende menschen noodig hebben is eensgezindheid of beter nog eensgerichtheid. Het Rassemblement wil hun dit geven. U weet, dat als eerste bijeenkomst een groote meeting en kleinere studieconferenties op het programma staan, te Genève van 4—6 September. De organisatie daarvan is in handen van ons bestuurslid, Rosa Manus, die dat wel goed voor elkaar zal krijgen.

O nee, we hebben veel meer besproken, en we hebben ook nog gepraat op die alleraardigste soirée in het Amstelhotel en in het mooie museum in Den Haag. En boottochten gemaakt en pannekoeken gegeten. Zulke vergaderdagen zijn wel erg vermoeiend, en toch gaan we er verkwikt vandaan, want we krijgen er ook nieuwe krachten. W. H. Posthumus-van der Goot.