Aangezien vele vrouv/en in Indië ook zeer veel te danken hebben aan wijlen Dr. Jacobs, zullen de noodige stappen worden gedaan om aan bovenbedoeld verzoek meer bekendheid te geven in deze gewesten en de noodige gelden in te zamelen.

In de derde plaats is bij Secr. een brief binnengekomen van den heer Wesselius, het verzoek inhoudende, dat de candidaatstelling van Mevrouw van Overveldt voor een benoeming in den Volksraad op de jaarvergadering zou mogen worden voorgebracht, ook als deze zaak niet eerst op een ledenvergadering der afd. Batavia zou kunnen worden behandeld, wijl daartoe mogelijk geen tijd meer restte. Dit laatste het geval zijnde, houdt de heer Wesselius thans een warm pleidooi voor deze candidaatstelling. Hij vindt Mevr. van Overveldt de aangewezen persoon, niet omdat 'zij presidente dér Vereeniging is, maar omdat zij steeds getoond heeft alles voor de Vereeniging over te hebben en in ruime mate haar sporen heeft verdiend in den kiesrechtstrijd, niet alleen in Indië, maar ook in Holland.

De kansen besprekende, zegt hij dat op verkiezing niet te rekenen is zoolang het kiescollege voor den Volksraad blijft samengesteld uit leden van Prov. en Locale Raden, ambtenaren, die in de eerste decennia nog niets moeten hebben van de Vrouw in het Parlement. Ook een benoeming, zegt de heer Wesselius, heeft nu niet veel kans, wijl bij de veranderde samenstelling van den Volksraad het benoemingsrecht van den Gouverneur-Generaal van 15 tot 10 is gereduceerd.

En toch, zegt spr., mogen wij niet thuis blijven, moeten we bij deze verkiezing opnieuw kloppen op de Overheidsdeur en zullen we dit daarna moeten herhalen net zoo lang totdat iemand onzer wordt binnengelaten. Hoe vreemd dit ook in veler ooren aandoet: als we het der Overheid maar voldoende lastig maken, bereiken we ons doel. Men kan zich stellig overtuigd houden dat, als wij de Overheid maar met rust laten, zij ook ons onze zalige rust zal laten genieten en we dan in tweehonderd jaar nog niet bereiken wat al bereikt had moeten zijn.

Op grond van haar verdienste, naast Mevrouw Stibbe—Knoch, als geen ander, stelt de heer Wesselius de Alg. Verg. voor, Mevr. van Overveldt— Biekart bij acclamatie candidaat te stellen voor een zetel in den Volksraad.

Secr. deelt mede, dat zij over deze kwestie correspondentie heeft gevoerd met de afdeelingen Madioen, Semarang en Soerabaja; de afdeelingen Madioen en Soerabaja hebben met deze candidaatstelling haar adhaesie betuigd, doch waren van meening, dat de noodige stappen daartoe van het H.B., als vertegenwoordigende de Vereeniging, zouden moeten uitgaan.

Secr. deelt verder mede, dat de afd. Soerabaja van plan was een lijst met handteekeningen te ver¬

zamelen ter ondersteuning van een eventueel verzoek aan de Regeering.

Bij acclamatie wordt vervolgens besloten Mevr. van Overveldt candidaat te stellen voor de e.v. benoeming in den Volksraad. Een request zal door het H.B. aan de Regeering worden gezonden.

Pres. dankt den heer Wesselius en de vergadering voor het in haar gestelde vertrouwen. Pres. acht zich wel in staat het Volksraadlidmaatschap op zich te nemen en voelt op zich ook den plicht rusten een eventueele benoeming te aanvaarden.

In verband met de benoeming van een vrouw in den Volksraad, brengt Pres. één der drie urgentievoorstellen van Mevr. Stibbe ter tafel die daarop betrekking heeft en waarin zij adviseert Mevr. van Overveldt candidaat te stellen, doch daarnaast een Inlandsche vrouw.

Pres. deelt mede, dat Mevr. Stibbe adviseert ook een Inl. vrouw candidaat te stellen, omdat zij indertijd den indruk had gekregen, dat de GouverneurGeneraal het niet wenschelijk achtte een Europeesche vrouw in den Volksraad te benoemen zonder dat daarnaast ook een inheemsche zou worden benoemd. Zij zelve was ook vóór het stellen van een Inlandsche vrouw naast een Nederlandsche.

De heer Wesselius is er voor, dat de V.v.V. voor de belangen der Europeesche vrouw opkomt, zonder daarom de inheemsche vrouwenvereenigingen te negeeren. Aan deze vereenigingen zou bv. kunnen worden medegedeeld, hetgeen op de jaarvergadering besloten werd en wat tot de indiening van het request, tot het benoemen van een Europeesche vrouw, zonder daaraan vast te koppelen de benoeming van een inheemsche vrouw, aanleiding gegeven had. Wellicht, dat de Inlandsche vrouwenvereenigingen dan zelf voor de benoeming eener inheemsche zullen zorgdragen.

Aldus wordt besloten.

Mevr. Defais vraagt of het niet mogelijk is, dat, wanneer Mevr. van Overveldt niet mocht worden benoemd, bv. de heer Wesselius candidaat te stellen, die meer kans heeft wellicht om te worden verkozen of benoemd en die een warm voorstander is van het vrouwenkiesrecht, en dus voor de belangen der vrouw in den Volksraad zal pleiten.

De heer Wesselius zegt, het beter te achten, dat ter behartiging der vrouwenbelangen, de vrouw voor haar-zelve opkomt. Wanneer men iets bereiken wil, zijn daartoe vele wegen open. Een daarvan leidt op den duur ook voor de vrouw tot in den Volksraad. Het kan zijn, dat een man zich beïnvloeden laat in de door de vrouw gewenschte richting, doch de vrouw dient toch in de eerste plaats voor haar eigen belangen op te komen.

Aan Mevr. Defais wordt het voorstel gedaan zich eveneens candidaat te stellen voor de e.v. benoemingen in den Volksraad; hoewel Mevr. Defais vroeger