de koekfabricage, te Leeuwarden (iets minder druk) en te Rotterdam en Utrecht in de suikerbakkerijen. Verlevendiging werd gerapporteerd door Delft (verlenging van den arbeidstijd in sommige ondernemingen), Dordrecht, voor zoover betreft de biscuitfabriek (drukte wegens veel export naar Indiƫ), Leiden en Amsterdam.

Daarentegen heerschte slapte te Dordrecht in de banketbakkerijen, te Groningen zoowel in de koekfabrieken als de koek- en banketbakkerijen, te 's-Hertogenbosch in de banketbakkerijen en de biscuitfabricage, te Nijmegen, te Rotterdam in banketbakkerijen en slijterszaken, te Schiedam en te Utrecht in banketbakkerijen. De slapte was gedeeltelijk een gevolg van den vastentijd der R.-K. kerk.

Er bestond evenwicht tusschen vraag en aanbod van werkkrachten, behalve te Amsterdam, Utrecht, Rotterdam, Haarlem en te Dordrecht voor de biscuitfabricage, waar het aanbod grooter was dan de vraag. Eenige werkloosheid kwam voor te Amsterdam en Rotterdam.

Alfen (Vg), Arasterdam (Yg), Arnhem (Vg), Delft (Vg), Dordrecht (Vg), Groningen (Vg), Haarlem (Yg), 's-Hertogenbosch (Yg), Leeuwarden (Vg), Leiden (Vg), Nijmegen (Vg), Rotterdam (Vg), Schiedam (Vg), Utrecht (Vg).

Beetwortelsuikerfabrieken. Normaal, d.w.z. de gewone slapte buiten de campagne. Vraag en aanbod waren gelijk. G. w.

Arnhem (Vg), Bergen op Zoom (KF).

Suikerraffinaderijen. Te Groningen was de toestand normaal, met evenwicht tusschen vraag en aanbod. Te Amsterdam werd verlevendiging waargenomen (overwerk, meer personeel); het aanbod van losse werkkrachten overtrof de vraag. G. w.

Amsterdam (Vg), Groningen (Vg).

Stijfselfabricage. Geregeld werk. Meer aanbod dan vraag. G. w.

Utrecht (Vg).

Stroopfabricage. Verlevendiging en drukte. Vraag en aanbod waren gelijk. G. w.

Dordrecht (Vg), Groningen (Vg).

Cacao- en chocoladefabrieken. Te Dordrecht was het slap (vastentijd), maar in de overige plaatsen heerschte een normale drukte (te Amsterdam verlevendiging en overwerk in verband met het Paaschfeest).

Vraag en aanbod waren gelijk, behalve te Rotterdam, waar het aanbod iets grooter was en enkele werkloozen waren.

Amsterdam (Vg), Dordrecht(Vg), Groningen (Vg), Haarlem (Vg), Helmond (KF), Rotterdam (Vg).

Cichoreibranderijen. Normaal, hoewel de prijzen buitengewoon hoog zijn. Vraag en aanbod waren gelijk. G. w.

Groningen (Vg), Leeuwarden (K).

Koffiebranderijen. Te Arnhem en Nijmegen was de toestand normaal, maar te Groningen en 's-Hertogenbosch was het vrij slap. Vraag en aanbod gelijk. G. w.

Arnhem (Vg), Groningen (Vg), 's-Hertogenbosch (Vg), Nijmegen (Vg).

Koffisverlezerijen. Eenige verlevendiging, maar overigens geen gunstige toestand. Meer aanbod dan vraag. Amsterdam rapporteerde werkloosheid, doch Rotterdam kon hieromtrent geen gegevens verstrekken, daar de verleessters gewoonlijk meer bezigheden uitoefenen.

Amsterdam (Vg), Rotterdam (Vg).

Fabricage van verduurzaamde levensmiddelen. Seizoenslapte werd gerapporteerd door de fabrieken van verduurzaamde levensmiddelen te Amsterdam, Dordrecht en 's-Hertogenbosch. De toestand werd gewoon genoemd te 's-Hertogenbosch in de mosterdfabricage en te Haarlem en middelmatig te Rotterdam. Drukte heerschte alleen in de sukadefabricage te Dordrecht (hooge krentenprijzen, feestdagen in April).

Te Amsterdam, te Dordrecht in de sukadefabricage en te Rotterdam overtrof het aanbod van losse werkkrachten de vraag, maar overigens waren vraag en aanbod gelijk. Werkloosheid van beteekenis kwam niet voor.

Amsterdam (Vg), Dordrecht (Vg), Haarlem (Vg), 's-Hertogenbosch (Vg), Rotterdam (Vg).

Slagerijen. Slapte werd waargenomen te Alfen, te Dordrecht in de vleeschhouwerijen en spekslagerijen, terwijl ook in de paardenslagerijen de drukte slechts middelmatig was, te 's-Gravenhage in de spekslagerijen, te Haarlem, te Groningen in het slagersbedrijf (invloed van het heerschende mond- en klauwzeer), te Leiden, Nijmegen, te Rotterdam in de vleeschhouwerijen, te Schiedam, te Vlissingen in de exportslagerijen en te Amsterdam in de poelierszaken.

Daarentegen werd de toestand bevredigend genoemd te Arnhem, Delft, te

3