VIII. Kunstnijverheid.

(Industrie artistique.)

Beeldhouwers (in steen), ornamentwerkers. Normaal. Vraag en aanbod waren gelijk. G. w.

's-Hertogenbosch (B).

Graveurs. Matig werk. Vraag en aanbod gelijk. G. w.

's-Hertogenbosch (B).

Glas-in-loodzetters en glasschilders. Te Delft en Dordrecht normaal, te's-Gravenhage gunstig. Vraag en aanbod waren gelijk. G. w.

Delft (B), Dordrecht (B), 's-Gravenhage (B).

IX. Leder, wasdoek, caoutchouc.

(Cuir, toile cirée, caoutchouc.)

Schoenmakerij. De toestand was over het algemeen bevredigend te Amsterdam, Arnhem, Dongen (drukte in het machinale werk, groote drukte zelfs in het handwerk), Haarlem, 's-Hertogenbosch, Leeuwarden, Leiden, Nijmegen, Oisterwijk, Rotterdam en in een deel van het ressort der Kamer van Arbeid te Waalwijk, nl. te Sprang, Capelle en Vrijhoeven-Capelle.

Daarentegen heerschte slapte te Delft, Groningen (zeer slap), Loon op Zand (volgens P alleen voor zoover betreft de vervaardiging van damesschoeisel), Schiedam, Utrecht, Vlissingen en in de volgende tot het ressort der Waalwijksche Kamer behoorende plaatsen: Drunen, Waalwijk (in twee fabrieken werden resp. 2 en 5 gezellen ontslagen; in enkele fabrieken evenwel ook eenige verbetering), Besoijen en Kaatsheuvel (in enkele fabrieken werden echter werklieden aangenomen).

Tusschen vraag en aanbod van werkkrachten bestond evenwicht, behalve te Groningen en in het gebied der Kamer te Waalwijk, waar het aanbod grooter was. Werkloosheid kwam alleen sporadisch te Waalwijk voor.

Amsterdam (C), Arnhem (C), Delft (C), Dongen (S), Groningen (C), Haarlem (C), 's-Hertogenbosch (C), Leeuwarden (K), Leiden (Tn), Loon op Zand (P), Nijmegen (Vg), Oisterwijk (V), Botterdam (C), Schiedam (Vg), Utrecht (C), Vlissingen (B), Waalwijk (S).

Zadelmakerij. Te Rotterdam ontstond in de koffermakerij slapte in verband met het eindigen van het reisseizoen. Overigens was de toestand overal normaal, hoewel men te Utrecht blijft klagen over gebrek aan nieuw werk.

Vraag en aanbod waren over het algemeen gelijk. Alleen te Haarlem was iets meer vraag dan aanbod. G w.

Amsterdam (C), Arnhem (C), Delft (C), Haarlem (C), 's-Hertogenbosch (C), Hilversum (B), Leiden (Tn), Botterdam (C), Utrecht (C).

Leerlooierij. De toestand was bevredigend te Arnhem, Delft, Leiden, Loon op Zand, Oisterwijk (druk), Utrecht en Waalwijk. Daarentegen werd slapte gerapporteerd door Eindhoven (dure huiden) en Rijen (aanhoudende droogte). Te Gilze was het in het begin der maand eveneens slap, doch later trad er verbetering in (de leerprijzen zijn iets hooger dan in het voorjaar).

Vraag en aanbod waren over het algemeen gelijk. G. w.

Arnhem (C), Delft (Vg), Eindhoven (P), Gilze (P), Leiden (Tn), Loon op Zand (P), Oisterwijk (V), Bijen (P), Utrecht (C), Waalwijk (P).

Drijfriemenfabricage. Gewoon werk. Geen aanbod van werkkrachten. G. w.

Rotterdam (C).

Schachtenmakerij. Slapte wegens het droge weder. Een weinig werkloosheid.

Amsterdam (C).

Zeemlederfabrieken. Slapte (concurrentie van Engeland). Vraag en aanbod waren gelijk. G. w.

Leiden (Tn).

X. Oer, steenkolen, turf.

(Minéraux, houille, tourbe.)

Steenkolenindustrie in Zuid-Limburg. Tengevolge van de nadering van het winterseizoen was er een levendige vraag naar huisbrandkolen. Ook de vraag naar kolen voor industrieel gebruik nam eenigszins toe.

De verzending van de kolen ondervond groote belemmering door gebrek aan ledig spoorwegmateriaal.