centen voor naalden, schoenmakers 5—10 ets. per week voor fournituren, heerenkleermakers fl—f2,— per week voor naalden, garen, zijde, houtskool, onderhoud van de naaimachine, vuur en licht en huur van de werkplaats.

In confectie-inrichtingen, heeren-kleermakerijen (voor zoover het atelierwerk betreft), brei-inrichtingen, hoedenmakerijen, schoenmakerijen en zadelmakerijen komt noch overwerk of nachtarbeid, noch Zondagsarbeid voor. In de overige bedrijven komt het evenmin voor, dat nachtarbeid verricht moet worden, maar wel, dat op Zondag gearbeid wordt, zij het slechts in een enkel geval. In strijkinrichtingen, chemische wasscherijen en bontwerkerijen wordt voor overwerk resp. 10—15 ets., 20—25 ets. en 20—40 ets. per uur, in bleekerijen voor overwerk 20—25 ets., voor Zondagsarbeid 40—50 ets. per uur betaald.

Het volgende staatje bevat een opgave van de wekelijksche verdiensten en de algemeen voorkomende arbeids-, rust- en schafttijden voor de werklieden in de verschillende bedrijven.

ARBEIDSDUUR.

"W eekloon Schaft-

B E D R IJ F. Uur van

(in guldens). en rusttijden,

aanvang einde v.m. n.m.

Kinder-, dames- en heerenconfeetie (ondergoederen) bekwame werksters 8'/2 7 12l/2—2, 5—5>/2

6 8, (In enkele

aankomende werksters Z^terdags

2,50—4,— iets vroeger)

coupeuses 7,50—14,—

Heeren-kleermakerij. . . thuisarbeiders 12—20,— — ') —*) —')

pompiers 12—17,— 8 9 12 '/2—2

Brei-inriehting2). . . . bekwame arbeidsters 8 8 12—2, 5—6

5—12,—

leerlingen 2—5,— 8 7 idem.

Dames-hoedenmakerij . . Ie modisten 6—10,— 8 8 12'/2—2, 5—6

met kost en inwoning.

2e modisten 2,50—5,— • 9 8 idem.

zonder kost en inwoning.

Schoenmakerij 8—14,— 's zomers 12—1'/2

6 | 8 's winters

7 I 7

Bontwerkerij 10—25,— 8 | 8 12'/2—2, 5l/a—6

Bleekerij mannen 9—10,— 3) mannen 12—l'/2, 5—5'/2

vrouwen 4—7,50 6 | 7

vrouwen 7 7

Wasch- en strijkinrichting bekwamen 5—7,— 7'/ï 7 12'/2—2

leerlingen 1,50—4,—

Chemische wascherij . . bekwamen 10—15,— 6 7 8 — 8' 12—l1/,,

minder bekwamen 4—4'/2

7—10,—

Zadelmakerij 8—12,— Sept.—Maart 8'/i—9, 12—1V2

7 | 6 overigens 7 | 7

•) De arbeidsduur van de thuiswerkers kan onmogelijk gecontroleerd worden. Deze hangt geheel af van het seizoen (drukte of slapte) en van het al of niet gebruik maken van hulpen. Over het algemeen is men van oordeel, dat thuiswerkers langer arbeiden dan atelierwerkers.

2) Zie bladz. 65, noot 1.

3) Loonen van f8, - en van f]2,— komen ook voor, hoewel slechts bij uitzondering.

Met ploegen wordt niet gewerkt.

Vergeleken bij het vorige jaar kan alleen voor het schoenmakersbedrijf en het hoedenvak van eenige stijging van de loonen melding gemaakt worden. Overigens bleven zij onveranderd, evenals de arbeidsduur.