Boekwaarde i

Verbruik. Productie. n, . , Primair „Onderhanden Aantal tit ,Tr , Totaal vermogen werk'(inbe-|

Jaar 1 Waaide Waaide p0r. der werking, nog i

IBTITHTBTPVK 0Kder" der materialen, der producten, s£neel machjne. niet gereed

INDUSTBIELN. van nemjn_ brandstoffen hulpdiensten op installatie zijnde produc-

tolling. . , Jn 15 Sep- op ten) aan het

gen. hulpdiensten herstellingen tember. 31 Decem- einde van het

X t 1000. X f 1000. ber_ boekjaar

X f 1000.

Vervaardiging van papier.

Papierfabrieken 1919 23 24 608 35 977 4 020 47 112

1921 22 20 059 29 389 4 392 56 754

1922 23 14 955 28 309 4 536 57 686

Textielindustrie.

Tricotagefabrieken (boven 10 000 K. G.

garenverbruik per jaar) 1921 23 l0) 5 386 12 150 3 543 1 296

Idem 1922 31 l0) 7 311 16 210 4 481 1 499

Katoennijverheid 1921 92 125 141 199 680 31 818 88 842

1922 100 132 633 212 763 33 602 96 548

Wolnijverheid 1921 83 30 764 56 158 10 344 26 478

„ 1922 84 30 220 57 264 10 699 27 371

Bereiding v. voedings- en genotmiddelen.

Cacao-en chocoladefabrieken 1919 49 52 295 83 812 8 543 11 481

„ „ 1921 50 34 471 55 027 9 223 14 033

„ „ 1922 50 32 112 53 037 8 255 16 193

Margarinefabrieken —r . . 1919 19 ") 103 243 ") 126 961 6 556 10 300

„ 1921 17 88 303 l2) — 5 206 9 515

1922 16 57 326 12) — 4 329 10 321

1923 16 73 589 l2) — 4 649 10 776

Meelfabrieken (boven 2 000 ton graan-

verbruik per jaar) 1920 31 13) 178 699 192 542 2 285 16 438

Ide.m 1921 25 13) 129 511 137 833 2 287 17 029

Idem 1922 22 13) 89 436 98 225 2 256 19 355

Aardappelmeelfabrieken (en neven-

bedrijven) '19-'20 40 l4) — 40 505 |r,)3798 —

Idem '20-'21 40 M) — 27 563 l5)3543 13 761

Idem '21-'22 40 ,4) — 20 347 ,5)3153 13 739

Idem '22-'23 39 14) — 25 728 15)3726 14 193

Gas en electriciteit.

Electriciteitsfabrieken en distributiebedrijven 1919 284 '«) 39 982 ") 396 904 6 825 18) 255 850

Idem 1920 398 l6) 61311 ") 505 390 8 467 18) 300 283

Idem 1921 488 l8) 50 448 17) 549 788 8 355 ls) 360 497

i) Van de materialen alleen leder. 2) van de materialen alleen band-, staaf- en plaatijzer, rijwielbuis

en fittings voor don framebouw. 3) Van de materialen alleen do G voornaamste soorten. 4) Eene splitsing

als geschied is in 1921 en 1922 — zie noot 7 — was voor 1920 nog niet mogelijk. 5) Het cijfer in de 4e kolom

heeft betrekking op het totaal verbruik, ook in voorafgaande jaren, aan de in liet, jaar van telling gereedgekomen vaartuigen en herstellingen. 6) Alleen de ondernemingen, welke in het jaar van telling 25 of meer arbeiders gelijktijdig in dienst hadden. 7) Het eerste cijfer lieeft betrekking op het verbruik uitsluitend in het jaar van telling; in 1921 komt een bedrag van 49 752 op rekening der scheepsbouwwerven tevens machinefabrieken; een bedrag van 1288 betreft het brandstoffenverbruik der scheepsbouwwerven niet tevens machinefabrieken. Deze cijfers zijn voor 1922 resp. 39 192 en 779. Het tweede cijfer slaat alleen op laatstbedoelde ondernemingen, het geeft weer het totaal verbruik (zonder brandstoffen) — dus ook in voorafgaande jaren — aan de in het jaar van telling gereedgekomen vaartuigen en herstellingen. 8) Met inbegrip der emailleerfabrieken — niet tevens ijzergieterijen — welke in het jaar van telling 25 of meer arbeiders gelijktijdig in dienst hadden. *>) De boekwaarde was aan het einde van het, boekjaar 1922 f 99 000 lager dan een jaar tevoren. *°) Van de materialen alleen de verwerkte garens. li) Zonder de waarde van de in de maanden Januari tot en met April verbruikte 12 743 782 K.G. Regeoringsmaterialen, resp. van de daaruit vervaardigde 15 002 767 K.G. Regeeringsmargarine. 12) Hiervan is de waarde niet bekend; de totale productie (inclusief bak- en braadvet, andere vetten en oliën) bedroeg in 1921: 107 597 971 K.G.; in 1922: 98 726 357 K.G.; in 1923: 126 366 482 K.G. *3) Zonder verpakkingsmiddelen. i») Het verbruik van aardappelen bedroeg in 1919/1920: 608 056 573 K.G.; in 1920/1921: 585 453 355 K.G.; in 1921/1922: 353 910 205 K.G.; in 1922/1923 : 898 848 903 K.G.; in 1923/1924: 537 046 000 K.G. 15) Voor de aardappelmeelfabrieken 15 November. lö) Brandstoffen, benevens materialen verwerkt bij het onderhoud, den aanleg en de uitbreiding der netten. 17) Aantal K.W.U. door electriciteitsfabrieken aan het net afgegeven. 18) Vermogen der generatoren en dynamo's in K.W. t Dit cijfer heeft betrekking op de ondernemingen, welke over 1921 in de statistiek zijn opgenomen.

Voor binnenlaitdsch verbruik beschikbaar gekomen hoeveelheid steenkool.

JAREN. | Saldoinvoer. [ Productie. | '

X 1000 Ton.

1 —

1920 2 583 3 941 6 523

1921 3 182 3 921 7 103

1922 3 968 4 570 8 538

1923 j 3 218 t 5 282 8 499

1924 | 3 678 5 882 9 559