haar uitgegeven reeks „Waarschuwende cijfers" aangevuld met een vergelijkend overzicht van ontvangsten en uitgaven der provinciën volgens 'Je begrootingen voor 1914 en 1924. Uitgaande van de oorspronkelijk ingediende ontwerp-begrootingen is voor elke provincie samengesteld een vergelijkend overzicht van de geraamde ontvangsten en uitgaven voor 1914 (ten aanzien van Limburg 1915) en 1924. Gewezen) wordt op de groote stijging der provinciale uitgaven en schulden. In de brochure is een staatje opgenomen waaruit blijkt dat alle provinciën met uitzondering van Zeeland aan hunne begrooting voor 1924 een heel wat hooger bedrag als batig saldo van vorige dienstjaren ten goede konden laten komen dan in 1914 het geval was. Het bedoelde staatje, waarin worden vermeld de saldi, welke op de begrootingen voor 1914 en 1924 als ontvangsten uit dezen hoofde zijn opgenomen, laten wij hieronder volgen:

3914.

52.000 111.000 94.000 79.000 28.000

1924.

637.000 , 584.000 , 483.000 , 6.319.000

, 597.000

Friesland Overijssel Groningen Drenthe . Limburg .

1914.

f 49.000 „ 40.000 „ 74.000 „ 58.000 „ 28.000

1924.

f 419.000 „ 172.000 „ 950.000 „ 173.000 „ 363.000

Noord-Brabant Gelderland . ^uid-Holland. ^oord-Holland Zeeland . Utreelit . j

W at aangaat de vergelijking tusschen de provinciën onderling dient n>Vn commissie opmerkt rekening te worden gehouden met de verschillende factoren, die van invloed kunnen zijn op afwijkingen tusschen ce van de eene of andere provincie. De Commissie wijst er voorts

op, dat de provincie Groningen het batig saldo heeft bestemd voor deking van buitengewone uitgaven en dat in andere provinciën de hooge n vangstpost uit het voordeelig saldo gelegenheid heeft gegeven tot een &oiingere belastingheffing dan zonder deze bate noodig zou zijn geweest m,. l"fiVan de gewone..uitgaven. De Provinciën Noord-Holland en „ ®c . nebben reeds dadelijk een deel van het batig saldo gereserveerd hLv nieuw,e rekening overgebracht door namelijk onder de uitgaven te ™ .eon bedrag dat ten goede komt aan volgende dienstjaren en wel vlnk u°?r ;?o lan<l f 4 milli°en en de provincie Utrecht f 200 000. mll i6*- 6 pommissie als hare verwachting uit dat over 1924 niet vano-etTin^^ \r' Sa/ verkregen zal worden zooals thans onder de ontvangstposten voorkomt als resultaat van de afgeloiopen goede jaren.

gemeenten stian van* 1999 °yerzic^ van de nadeelige en batige sloten der feemeenten staan van 1922 af nog geen volledige gegevens ten dienste De

laatst bekende cijfers betreffen de gemeenterekenintln over 'W w'r

van eenige belangrijke cijfers zijn opgenomen i, 1 \ f i7

schenen „Statistiek der verruiming vaf het gemeenSin, K ,8*e eden 7?r"

en der provinciale financiën over het jaar W21" Verdeel®

pen van gemeenten volgens de volkstellino- var,' ni i» ,naar de Sroe-

^volgen,! staatje «"«

geplaatst!" ook de totaaMfe» van 1919 en MO"ig

Groepen van gemeenten.

Boven 100 000 inw.

Van 50 001—100 000 „

„ 20 001— 50 000 ,.

„ 10 001— 20 000 „

5 001— 10 000 „

Minder dan 5 001 „

Totaal over 1921 . . .

„ 1920 . . .

„ 1919 . . .

Nadeelige sloten, te dekken door volgende diensten.

Aantal gem.

0 17 34 180

Bedrag. 18.572.525 3.2(31.090 2.253.037 1.359.100 1.110.243 1.631.074

242 357 519

f 28.187.735 54.544.169 74.115.007

Batige sloten tot dekking van de uitgaven over volgende diensten Aantal gem. Bedrag.

2 f 3.388.301 5 6.922.098 24 8.114.S78 48 4.667.904 125 5.185.925 _654 5.283.721

858 ï 33.562.827

750 44.978.295

598 20.965.829

Mede als gevolg van de uitkeeringenl uit de opbrengst der oorlogswinstbelasting in 1918 en 1920 en van de nooduitkeering in 1921 is het aantal gemeenten met batige sloten steeds toegenomen. Over 1921 zijn ook de bedragen der batige sloten in alle gemeentegroepen belangrijk hooger aan de nadeelige sloten behalve voor de groep boven 100 000 inwoners, ver-

vanZTl6 445 983&t ^ rekening van Eotterdam een nadeelig slot opleverde Op het gebied der gemeentefinanciën verdient het nog vermelding,