De cijfers voor het geheele land zijn:

Aan den woningvoorraad werd één woning toegevoegd per personen van den bevolkingsaanwas:

1924 3.37 1935 2.37 1926 3.48 1927 3.32

1938 3.57 1939 2.47 1930 3.7 1931 3.9 1932 3-26 1933 2.57

VERMEERDERING WONINGVOORRAAD BEVOLKINGSAANWAS HET RIJK Kello Door Door loegevoegd Vervallen vermeetderlng lolaal vesllging 'Veilrek geboorte -sterlte 1924 46.713 3.616 43.096 103.307 -8.956 111.363 1935 47.190 4-477 43-713 101.372 -5.053 106.424 1936 50.698 6-335 44-363 110.188 6.053 104.136 1937 51.623 6.933 44.690 99-317 1.848 97-469 1938 49.138 8.446 40.693 104.781 -431 105.312 1939 48.865 7.711 41-154 101.636 7-644 93.993 1930 53-741 9.210 44.531 130.459 9.831 110.628 1931 53.063 9-993 43.070 126.006 35.667 100.339 1933 44-330 6.938 37.302 131.831 16.355 105.466 1933 47-565 5-939 41.636 106.997 7.804 99-193

BINNENLAND

HET WETSONTWERP TOT HERZIENING DER WONINGWET IN DE EERSTE KAMER

De Eerste Kamer heeft het wetsontwerp in haar zitting van 13 Juni jl. aangenomen, nadat vooraf door eenige sprekers de bekende bezwaren te sterke centralisatie, vrees voor verlaging van het woningpeil waren geopperd.

AANBESTEDINGEN

Uit de „Aannemer" van ro Juli 1934 nemen wij het volgende bericht over van de aanbestede werken gedurende het tweede kwartaal 1934:

Particulieren ƒ 12.499.942 Gemeentebesturen „ 3.565.538 Woningbouwvereenigingen „ 2.592.906 Rijk en Polderbesturen „ 9.083.657 Ned. Spoorwegen „ 360.913

ƒ 28.102.956

WONINGBOUW MET OVERHEIDSSTEUN BUITEN DE WONINGWET OM

De Raad van Kampen besloot aan een woningbouwvereeniging aldaar een voorschot te verkenen van ƒ35.280 ten behoeve van den bouw van 13 arbeiderswoningen. De gemeente Leiderdorp zal aan een woningstichting aldaar een voorschot verstrekken van ƒ26.000 voor den aankoop van grond en den bouw van woningen.

UIT HET JAARVERSLAG OVER 1933 VAN „ONS LIMBURG”

Ook in dit verslagjaar drukte de malaise krachtig haar stempel op de Mijnstreek. De groei der bevolking onderging sterk den invloed van het vertrek der werkelooze mijnwerkers. Het vertrekoverschot, dat in het vorige verslagjaar 1890 bedroeg, klom in 1933 tot 3722. Daartegenover staat een nog steeds zeer hoog geboorte-

overschot, al beweegt zich dit in dalende lijn. Het bedroeg voor de Mijnstreek i9.i"/„o (in het voorafgaande jaar 2i.9”/oo)/ voor het geheele Rijk i2“/oo* Uit de toeneming der bevolking wordt in het verslag de toeneming van het aantal gezmnen berekend ter beoordeeling van de woningbehoefte. Het blijkt dat deze in minder snel tempo toeneemt dan de woningvoorraad, welke in het verslagjaar een ruime aanvulling onderging, vooral door den particulieren bouw. Het aantal der voltooide woningen vertoont voor den particulieren bouw zelfs een recordcijfer; het bedroeg over 1933, 1108, tegen resp. 924 en 1050 in de beide voorafgaande jaren. Door den vereenigingsbouw werden in de drie laatste jaren resp. 315, 277 en 50 woningen voltooid, zoodat deze een sterken achteruitgang vertoont, hetgeen in nauw verband staat met het achteruitloopen van het aantal arbeiders, in de mijnen werkzaam. Een ander symptoom van de ruimere woningmarkt is het toegenomen percentage van leegstaande woningen, dat thans op 3.5 kan worden gebeld, terwijl bij de volkstelling van 1930 slechts 2.1% der woningen leeg stond. Ook het percentage leegstaande woningen in de woninggroepen der vereeniging is ver boven een normale reserve. De cijfers, welke den woningvoorraad toetsen aan een bepaald moreel minimum door het aangeven van het percentage der woningen, waarin voor het daarin wonend gezin geen voldoende slaapgelegenheid gevonden kan worden, zijn blijkens de uitkomsten der laatste volkstelling voor de gemeenten Heerlen en Kerkrade zeer gunstig, nl. 2.17% en 2.84%, terwijl het gemiddelde voor het Rijk 11.9% bedroeg.

De voortschrijdende verkorting van den werktijd toeneming van het aantal verzuimdiensten in de mijnen maakte verlaging van de huren in de Mijnstreek steeds meer urgent.

Een regeling, die reeds in het vorige verslagjaar aanhangig was, om de huurprijzen afhankelijk te stellen van het aantal dagen „Feierschichten”, waarop door den bewoner als mijnwerker niet kon worden gewerkt, is op bezwaren afgestuit. Thans is bij rondschrijven van den Directeur-Generaal der Volkgezondheid d.d. 3 Juni 1933 een regeling getroffen, die verlaging van de huren mogelijk maakt met bedragen van ƒ i.- a ƒ 2.- per maand.

In Heerlen kon de medewerking der genieente voor het doorvoeren van deze huurverlaging in de womnggroepen, waar die medewerking noodzakelijk was, echter niet verkregen worden. Ook van twee mijnondernemingen, wier toestemmng voor de verlaging der huren van bepaalde complexen noodig was in verband met loopende garantie-contracten, bleef de medewerking uit. Van de 4654 woningen zijn er echter 3809, voor welke huurverlaging is ingetreden. De urgentie van huurverlaging blijkt ook duidelijk uit den achterstand in de betaling der huur en uit het huurverlies wegens leegstaan en wanbetaling, welk verlies in het verslagjaar 3.19%. der brutohuur bedroeg tegen 1.81% in het voorafgaande jaar. Bovendien wordt in sommige groepen de huur door werkgevers gegarandeerd, zoodat het leegstaan daar in het algemeen geen geldelijk verlies voor de vereeniging meebrengt.

Ook het onderhoud der woningen dreigt tot financiëele moeilijkheden te leiden, nu de ministeriëele circulaire van 29 September 1933 bepaalt dat bij de berekening der Rijksbijdrage in 1934 voor de storting in het onderhoudsfonds een bedrag van ƒ25.- per woning inplaats van ƒ 35.- zal worden aangehouden. Het verslag spreekt de vrees uit dat zelfs bij een ernstig streven tot bezuiniging de uitgaaf voor onderhoud in verschillende woninggroepen het bedrag van ƒ 25.- per woning zal overschrijden.

Ten slotte behelst het verslag gegevens over het woningtoezicht der vereeniging, dat vele'lei belangrijke sociale bemoeiingen blijkt te omvatten.

BEBOUWINGSVOORSCHRIFTEN

Nu deze voorschriften meer en meer beteekenis verkrijgen, hebben wij in de Maart en April-afleveringen van ons Tijdschrift zulke voorschriften uit verschillende gemeenten afgedrukt, in de veronderstelling dat besturen van andere gemeenten daarvan voordeel kunnen trekken. In dit nummer dnikken wij af ontwerpbebouwingsvoorschriften voor het uitbreidingsplan-Zuid II te Rotterdam. Weliswaar komen deze gedeeltelijk overeen met de voorschriften, afgedrukt in ons Maart-nummer. De afwijtangen leken ons echter belangrijk genoeg om ook dit ontwerp in het Tijdschrift zie de Rubriek Wetten, Kon. Besluiten, enz. af te drukken. |

Eveneens van belang de voorschriften, te 's Gravenhage; voor *s Gravenhage-West. Zie de bovengenoenide^

1) Volgens een onder gegeven omstandigheden meer dan ooit aanvectóafe methode. H.