haar rechtstreeksche zeggenschap moet kunnen uitstrekken, op den voorgrond dienen te staan.

B. en W. verwachten dat Prof. van Vuuren en zijn medewerkers de gegevens zullen bijeenbrengen, die zij noodig hebben om de wenschelijke maatregelen te kunnen voorbereiden.

Commissie voor de Vecht en het Oostelijk en Westelijk plassengebied

Op uitnoodiging van het Oudheidkundig Genootschap Niftarlake heeft een groot aantal vereenigingen, welke zich het behoud van natuurschoon aantrekken, waaronder het Instituut, een commissie gevormd onder bovenstaanden naam. De commissie beoogt op te komen voor het behoud van de schoonheid van het Vecht- en plassengehied; zij stelt zich verder voor opnieuw de economische mogelijkheid van bewoning van de buitens langs de Vecht ingang te doen vinden, terwijl ook de gedachte aan een streekplan voor het genoemde gebied en aan andere wettelijke maatregelen in den kring van de Commissie levendig is. De voorbereiding van de bemoeiingen der commissie is opgedragen aan een kleiner werkcomité.

Uitgifte van volkstuinen Rotterdam

B. en W. van Rotterdam stellen aan den gemeenteraad voor, over te gaan tot het verhuren van verschillende terreinen aan enkele vereenigingen, die zich ten doel stellen, gronden als volkstuinen uit te geven. De vraag naar volkstuinen, zoo blijkt uit de voordracht, heeft onder den invloed van den economischen toestand sterke schommelingen vertoond. In de jaren 1917/1920 omvatte de uitgifte te Rotterdam bijna 5000 tuintjes, maar naar mate de voedselvoorziening beter werd en de werkgelegenheid ruimer, liep dat aantal tot ca 1200 terug. Onder den druk van de huidige crisiswerkloosheid is opnieuw een keer gekomen.

Intusschen is sedert kort in de volkstuinbeweging te Rotterdam, o.m. naar het voorbeeld van Amsterdam, naast het streven om goedkoop voedingsgewassen voor eigen gebruik te kweeken, een ander motief op den voorgrond gekomen, namelijk de wensch om. den volkstuin tot een buitenverblijf voor het arbeidersgezin te maken. Daartoe is het noodig dat aan aanleg en inrichting van de tuincomplexen meer kosten worden besteed, wat slechts mogelijk is als de beschikking over den grond gedurende een langer tijdvak verzekerd is. Tot dusver werd de uitgifte van permanente complexen evenwel belemmerd, doordat de bestudeering der uitbreidingsplannen daartoe nog niet ver genoeg gevorderd was. Eerst in dit najaar konden stappen in deze richting worden gedaan.

Komen de thans aanhangige voorstellen tot uitvoering dan zal de oppervlakte van de door de gemeente voor volkstuinexploitatie uitgegeven terreinen toenemen tot ruim 128 ha, waarvan door tusschenkomst van vereenigingen ruim 45,5 ha worden verhuurd. Bovendien verhuren particuliere eigenaren nog ca 120 ha voor hetzelfde doel. Gerekend kan worden dat op de aldus beschikbare terreinen ongeveer 10.000 gezinnen aan een volkstuin kunnen worden geholpen. Door de nieuwe uitgifte treedt de gemeente prijsregelend op, aangezien voor de vereenigingen is uitgegaan van een huurprijs van ƒ 150 per ha, terwijl hij particulieren vaak tot ƒ 350 per ha wordt betaald.

Het ligt in de bedoeling een deel van de nieuwe volkstuinen door werkloozen te doen aanleggen. Ter uitvoering van dit denkbeeld is eenigen tijd geleden een stichting opgericht, die dank zij de medewerking van een aantal gegoede burgers over een kapitaal beschikt en die thans een model-volkstuincomplex wil doen aanleggen. De werkloozen. die bij den aanleg van het complex hebben medegewerkt, zullen het eerste jaar worden vrijgesteld van de betaling van de huur, welke voor tuinen van 300 m 2 ten hoogste 35 cent per week zal bedragen. De stichting zal verder een modeltuinhuisje verstrekken en gedurende het eerste jaar gratis gereedschap, planten en zaden.

Om ook in het aspect van de particuliere volkstuin-complexen, die ongunstig bij de gemeentelijke afsteken, verbetering te brengen is het noodig, aldus B. en W., een verordening op de inrichting en de exploitatie van volkstuincomplexen tot stand te brengen. Een zoodanige verordening is in voorbereiding.

Overzicht van tijdschriften

Nederland

De 8 en Opbouw, No. 22, 31 October 1936

Het woningvraagstuk. Deze beschouwing is onderteekend door de besturen van de architectengroep „de 8” te Amsterdam en van ..Ophouw” te Rotterdam. Aan de hand van verschillende cijfers en voorbeelden wordt betoogd, dat de toestand op de woningmarkt voor de arbeiders nog zeer slecht is. De huren zijn te hoog, de leegstaande woningen zijn te duur of te slecht, IDe rijkswoningpolitiek, waarbij het woningvraagstuk als een economisch in plaats van een maatschappelijk vraagstuk wordt beschouwd, wordt becritiseerd. De Regeering zal moeten inzien, dat voor de armste bevolkingsgroepen niet zelfdekkend te bouwen valt. leder mensch heeft recht op een menschwaardige woning. Zoo goed als een wegenfonds geschapen is in het belang van het verkeer, zoo goed kan een bouwfonds geschapen worden, waaruit als grootbedrijf goede arbeiderswoningen gebouwd zullen worden, zoodat de krotten kunnen worden opgeruimd. Met afbb.

Het Bouwbedrijf, Nos. 23 en 24, 13 en 27 November 1936

De verzakte huizen aan het Ambonplein in Amsterdam, door Ir. M. E. H. Tjaden. Tengevolge van ernstige verzakking moesten vier particuliere perceelen, in 1923/24 gebouwd, in 1936 worden gesloopt. Na de slooping is een grondig onderzoek naar de oorzaak der verzakking ingesteld. Van de resultaten hiervan geeft schrijver een overzicht. (Wordt vervolgd).

Bouwkundige Bladen, No. 11, 6 November 1936

Het ..Boerenplaatsje” ingevolge de Landarbeiderswet, door Ir. W. Gijzen. De toepassing van de Landarbeiderswet leidde te Aalsmeer tot een zeer individueele woningvoorziening. Grondspeculanten en eigenbouwers hadden een ongunstigen invloed op den woningbouw gekregen. Vandaar, dat de gemeente ordenend optrad door de aanvankelijk wilde bebouwing te concentreeren op daarvoor aangekochten gemeentegrond. Teneinde niet alleen de financieel sterkeren te helpen, nam de gemeente daarnaast den woningbouw ter vervanging van krotten ter hand. De bouwsom dezer woningen bedroeg ƒ 1600.—, de zelfdekkende huur ƒ 2.50 per week. Met behulp van een rijks- en gemeentebijdrage werd deze huur voor de bewoners bepaald op ƒ 2.—. Met afh. en plattegronden.

R.K. Bouwblad, No. 8, 12 November 1936

Speciaal nummer, gewijd aan onze kerkhoven.

België

L’Epoque, No. 6, 1936

Un nouvel ordre de grandeur des éléments urbains. une nouvelle unité d'habitation, door Le Corbusier. De slechte huisvesting van stedelingen en plattelandsbewoners is de oorsprong van den huidigen moreelen nood en de tegenwoordige ontwrichting. Om dit vraagstuk tot oplossing te brengen moet een beroep worden gedaan op de groote industrie; deze moet zich met haar machines en bedrijfsmethodes met den woningbouw gaan bezighouden. Schr. gaat vervolgens over tot den stedebouw en licht aan de hand van twee voorbeelden Algiers en Parijs toe, hoe zeer er behoefte bestaat aan een geordende stadsontwikkeling. Bij de prijsvragen op dit gebied, zooals die in Antwerpen en Stockholm zijn gehouden, gaat men aan de ontwerpen, die aan het huidige machine-tijdvak beantwoorden geheel voorbij. Toch ligt hier, zooals schr. nader uiteenzet, de oplossing. Met talrijke afbb.

L Habitation a Bon Marché, No. 11, November 1936

Que rapporte la culture dun terrain? De uitkomsten van een enquête naar de opbrengst van volkstuinen van verschillende grootte worden medegedeeld.

Placemcnts Sociaux, Bevat gegevens omtrent de leeningen, welke de Caisse Générale d’Epargne et de Retraite ten behoeve van den woningbouw heeft verstrekt.