staande weelderige flora behouden blijven (voornamelijk wordt eucalyptus aangetroffen), zoodat het groen op overvloedige wijze zijn toepassing zal vinden als afscheiding der verschillende zónes en tusschen de bouwblokken:

3) rekening zal worden gehouden met het voornaamste gedeelte van het bestaande stratenplan voor het hoofdverkeer dat om zijn ruimen aanleg behouden kon blijven, zij het met de noodige wijzigingen, die uit het nieuwe plan voortvloeien.

In het algemeen zij hier nog opgemerkt dat voor de plaats van het bovengenoemde centrum in eerste instantie in aanmerking kwam het gedeelte, gelegen tusschen het nieuwe en het oude keizerlijk Ghebi, en wel omdat het hier een terreingedeelte betreft dat zich in zijn langgestrekten vorm boven alle andere gedeelten verheft en aan weerszijden uitloopt in de lager gelegen beddingen van de Gamelè en Gabena-rivieren, zoodat de gebouwen van het nieuw te maken centrum zooveel mogelijk overal zichtbaar zullen zijn. Tevens is het een heel gelukkige omstandigheid, dat de lengte-as van dit centrale gedeelte, dat de twee Ghebi’s verbindt en ongeveer in de richting Noord—Zuid loopt, een hol profiel vertoont: de eindpunten liggen hooger dan het midden, waar het groote plein is geconcipieerd, zoodat men vanuit dit plein en vanuit den hoofdverkeersweg door dit gedeelte, steeds door de hoogere ligging der uiteinden en hun monumenten, een aantrekkelijk uitzicht zal hebben.

De Littoria-toren

Het bovengenoemde middelpunt wordt gevormd door een centraal rechthoekig plein waar de voornaamste bestuursgebouwen een plaats zullen vinden. Aan de Zuidzijde van het plein zou de Littoria-toren moeten verrijzen als domineerend en meest monumentaal element van de geheele nieuwe bebouwing.

Aan de Zuidzijde van het plein zet zich de hoofdader van het verkeer, de eigenlijke groote boulevard, voort met andere openbare gebouwen, waarna een tweede plein gevormd wordt met als voornaamste monument de groote kathedraal (aan de Oostzijde ingevolge de traditie der oriënteering): hier zou dan, wederom verder Zuidwaarts, de zakenwereld een plaats vinden met de bankgebouwen, groote winkels en warenhuizen, alsook bioscopen enz. In het architectonisch aanzien van dit centrum zal een groote, en eenigszins gestrenge eenheid worden betracht, welke door de uit te vaardigen voorschriften zal worden gewaarborgd. Langs de pleinwanden en de voornaamste verkeersstraten zullen doorgaande overdekte portieken worden toegepast, zooals ook in vele plaatsen in Italië gebruikelijk is, mede als gevolg van de klimatologische eischen, die vragen om een beschutting tegen de doorgaans buitengemeen felle zon. Wat het profiel van deze wegen betreft, de hoogte der gebouwen zal niet meer dan die van twee verdiepingen boven de begane-grond-portiek bedragen, behoudens bij verticale elementen waar zulks ter vermijding van de monotonie en ter verkrijging van een zekere afwisseling noodig is.

Het paleis van den vice-koning

Ter hoogte van den Littoria-toren openen zich, naar het

Oosten en het Westen, de twee voornaamste zijwegen: oostwaarts wordt de afsluiting van het stadsbeeld gevormd door het paleis van den vice-koning, westwaarts door den top van den berg, waarop de kerk van den H. Georgius staat en die met het plein zal worden verbonden door een weg met viaduct over het diepe dal van den Gamelè. Deze brug zal als drie-bogige gewapend betonbrug worden uitgevoerd; de middelste en grootste boog ter breedte van 120 m overspant het stroomgebied van den Gamelè, terwijl d? twee nevenbogen, welke kleiner zijn, de ~Makonnenweg” overbruggen, die zig-zag-gewijs het centrum met den berg verbindt, zooals op de teekeningen duidelijk te zien is. De totale lengte van de brug zal 220 meter bedragen; de overbrugging van de ~Makonnenweg” heeft trouwens ook practische waarde, omdat beide wegen een intens verkeer hebben en zullen verkrijgen. De hoofdvorm van de brug is ongeveer gelijk aan die, welke thans te Rome over den Tiber ter hoogte van het Foro-Mussolini in uitvoering is.

Het Zakenkwartier

Het huidige centrum van het zakenleven (de markt) ligt op de hellingen van bovengenoemden berg, op welks top de H. Georgius-kerk ligt: en wel op de zuidelijke en oostelijke helling.

Het ligt in de bedoeling dit gedeelte van de stad zijn bestemming te doen behouden, mede om zijn ligging t.o.v. de voornaamste toegangswegen der stad: het groote aantal vreemdelingen bij marktdagen speelt immers een belangrijke rol. De bestaande huizen en winkels zullen echter voor het grootste gedeelte moeten verdwijnen om hygiënische redenen. Om de kerk heen zal een breede ~groene strook” worden aangelegd, welke terrasgewijs de berghellingen volgt en afgesloten wordt door een aan ééne zijde bebouwde zgn. ringstraat, welke het begin zal vormen van de bovengenoemde zakenwijk. Door deze dispositie zal men, vanuit de verschillende punten van de ~groene strook” een onbelemmerd en fraai uitzicht op de geheele stad kunnen hebben. Mede in verband met dit uitzicht zal met het verleenen van bouwvergunningen voor huizen en gebouwen op den bergrand de noodige voorzichtigheid worden betracht.

In de eigenlijke zakenwijk zal een scheiding gemaakt worden tusschen het territoir van den inlandschen handel en van den Europeeschen handel, welke scheiding natuurlijk niet al te streng doorgevoerd kan worden, gezien de noodige en gewenschte interferentie tusschen deze twee. Het Europeesche gedeelte is Zuidwaarts ontworpen, het inlandsche Zuid-Westwaarts: geheel westelijk is de inlandsche markt gedacht, in de onmiddellijke nabijheid van de veemarkt, die verbinding heeft met de voornaamste toegangswegen: een andere plaatsing van deze markt zou tot gevolg hebben dat het vee steeds door het bewoonde gedeelte van de stad zou moeten worden vervoerd.

Het meest karakteristieke gedeelte van de eigenlijke markt, de typische ~suk” bevattend, aan een ieder die het Oosten heeft bezocht welbekend, is op de scheiding van het Europeesche en inlandsche gedeelte geprojecteerd, om beide gedeelten te kunnen bedienen.