drijfsvorm bij woningexploitatie (en -bouw). Hetzelfde geldt ook voor de bouwvereenigingen. De versnippering in kleine, weinig levenskrachtige en reeds na het bouwen van een klein aantal woningen zelfgenoegzame bouwvereenigingen is zoowel uit sociaal oogpunt (sectarisme) als uit economisch oogpunt (slecht of te duur onderhoud, oneconomisch beheer) ten zeerste te betreuren, vooral in de kleine en middelgroote gemeenten, waar een voldoend toezicht van gemeentewege dikwijls ontbreekt, In dergelijke gevallen dient fusie te worden bevorderd (vgl, het Juni-nummer van ~De Woningbouwvereeniging”),

Een regeling van den omvang van den woningvoorraad zal gepaard moeten gaan met de verzameling van uitvoeriger statistische gegevens dan waarover wij thans beschikken, Na hetgeen van vele zijden over de wenschelijkheid van een ordening van de woningproductie is opgemerkt en meer in het bizonder na hetgeen het reeds eerder aangehaalde rapport van de Staatscommissie te dien aanzien in overweging geeft, meen ik op dit punt niet nader te hoeven ingaan. Voldoende bekend zal ook zijn, dat naar mijn oordeel met een regeling van de woningproductie alleen niet voldoende effect wordt bereikt, doch dat deze hand aan hand dient te gaan met een regeling omtrent het uit de markt nemen van het oude huizenbezit (vgl, mijn artikelen over een wettelijke regeling inzake de verplichte afschrijving op huizenbezit in Economisch-Statistische Berichten 1938 nos, 1191 en 1196 en mijn praeadvies in het Tijdschrift van October 1939),

Onder de huidige omstandigheden is echter een primaire vraag hoe een zoodanige organisatie te verkrijgen, dat voldoende bouwmaterialen uit het buitenland kunnen worden aangevoerd, waarbij de verdeeling van de materialen over de verschillende takken van bouwnijverheid een tweede probleem vormt.

Is hiervoor een oplossing gevonden en wijst de productieregeling aan hoeveel woningen moeten worden gebouwd, dan herleeft de oude strijdvraag: door wie worden deze woningen gebouwd ? Aan het voortdurende steekspel tusschen de eigenbouwers aan de eene zijde, die eiken ~gesocialiseerden bouw” als een staatsmisdrijf beschouwen, en de bouwvereenigingen aan de andere zijde, die een belangrijk gedeelte van de woningvoorziening voor zich opeischen, dient naar mijn meening een einde te komen, De voor dit steekspel benoodigde energie kan beter worden gebruikt en het herhaaldelijk maken van plannen, die niet tot uitvoering kunnen komen, is weggegooid geld. Beide partijen dienen te weten, waaraan zij toe zijn.

Mijn persoonlijke opinie omtrent dit punt is, dat de bouw van bepaalde categorieën woningen met het oog op de daarmede verbonden sociale belangen uitsluitend door overheid en bouwvereenigingen dient te geschieden en dat boven een bepaalde (voor verschillende categorieën gemeenten verschillende) huurwaarde de bouw als regel niet door deze lichamen ter hand behoort te worden genomen. Deze ~grenshuurwaarde” dient zoodanig te worden gekozen, dat daarbij de exploitatie van een minimumwoning volgens de eischen der bouwverordening, doch met drie slaapvertrekken, bij een redelijke winstmarge mogelijk is. Het aantal beneden deze huurwaarde door gemeente en bouwvereenigingen te bouwen woningen kan dan worden bepaald op grond van de gegevens van de woningstatistiek. Dit aantal zal onder de

huidige omstandigheden in verband met de gestegen bouwprijzen een groot deel van de arbeiderswoningproductie omvatten,

In deze woningen behooren geen gezinnen te worden toegelaten met inkomsten, welke meer bedragen dan een in verband met de gezinssamenstelling vast te stellen aantal malen de huur. Woningen met een hoogere huur dan de ~grenshuurwaarde” behooren door gemeenten en bouwvereenigingen slechts dan te mogen worden gebouwd en bestaande woningen slechts dan aan gezinnen met hoogere inkomsten te mogen worden verhuurd, indien kan worden aangetoond, dat boven de grenshuurwaarde door de particuliere bouwers niet voldoende in de behoefte is voorzien.

In de productieregeling ware een en ander nader vast te leggen.

Hand in hand hiermede moet gaan een nauwkeurige handhaving van de in de bouwverordeningen voorkomende bepalingen nopens toelaatbare bewoning (dus tegen overbevolking) alsook voor wat de gemeente- en bouwvereenigingswoningen betreft, een controle, dat geregeld mutaties plaats vinden, wanneer de woningen aanmerkelijk meer ruimte bezitten dan de gezinnen bij afnemende gezinsgrootte noodig hebben, en wanneer de gezinnen een te groot inkomen hebben naar verhouding van de huurwaarde.

Bij publiekrechtelijke organisatie van het bouwbedrijf in corporatieven geest zullen de onderlinge verhouding van bevoegdheden, de arbeidsvoorwaarden en de eischen van vakbekwaamheid voor architect, aannemer en geschoold bouwvakarbeider regeling moeten vinden. Bescherming niet slechts van den architectentitel, doch ook van het architectenberoep zie ik derhalve voortvloeien uit deze regeling.

Als onderdeel van de nieuwe gemeenschapspolitiek, waarbij de volkshuisvesting betrokken is, noemde ik voorts de verhooging van de weerstandskracht van het platteland,

In den loop der eeuwen heeft de ongeremde groei der groote steden en nog sterker de ontwikkeling van de stads-mentaliteit geleid tot verbreking van den economischen en cultureelen samenhang tusschen stad en land. Het verschil in levensstijl schiep een vrijwel onoverbrugbare klove. Door het achterblijven van de plattelandsbevolking is een geest van niet-begrijpen en naijver ontstaan, die de onderlinge verhoudingen van twee deelen van één volk vertroebelt. Tal van cultureele factoren, welker opsomming mij hier te ver zou voeren, maken het dan ook wenschelijk, dat het groeitempo der groote steden wordt gematigd, dat het contact tusschen stad en land wordt hersteld en dat door verhooging van het levensniveau ten plattelande deze bevolkingsgroep haar functie naar behooren kan vervullen.

Matiging van den aanwas der groote steden kan worden bereikt door bevordering van de decentralisatie van industrie en vestiging. Beperking van de vestigingsvrijheid kan daartoe in bepaalde gevallen noodzakelijk blijken. Decentralisatie van industrie en vestiging is een begrip, dat nadere omschrijving vergt. Immers, op onjuiste wijze toegepast, brengt deze decentralisatie meer onheil dan zegen. Geen forensendom op groote schaal, geen parasitaire vestigingen nabij de groote steden, geen renteniers-