Voor het weigeren van een vergunning tot vestiging in of verhuizing binnen de gemeente zal alleen dan sprake moge zijn, indien door het inwilligen van de aanvrage ontoelaatbare samenwoningen in bepaalde huizen zouden ontstaan, welke een gevaar zouden vormen voor de volksgezondheid, dan wel indien de desbetreffende verordening bepaaldelijk ter bescherming van andere belangen is vastgesteld, wanneer deze belangen door het verleenen van de gevraagde vergunning op ontoelaatbare wijze zouden worden geschaad.

Voor zooveel noodig zij in dit verband nog opgemerkt, dat voor het beantwoorden van de vraag, of een opeenhooping van personen in bepaalde woningen ontoelaatbare afmetingen aanneemt, de woningkaart van het bevolkingsregister als hulpmiddel dienst kan doen. De vestiging van bloed- en aanverwanten in de woning van een inwoner der gemeente mag niet worden belemmerd of belet gunste van vreemden.

Ik acht het van belang, dat vorenstaande punten behalve uiteraard het gestelde in de voor-vorige alinea worden verwerkt in de verordening, waarbij het recht van vestiging in of verhuizing binnen een gemeente wordt beperkt, opdat redelijke zekerheid besta, dat bij het toepassen der verordening dienovereenkomstig zal worden gehandeld.

Het zal U, na kennisneming van het vorenstaande duidelijk zijn, dat slechts bij hooge uitzondering in een gemeente een vestigingsverbod zal mogen worden uitgevaardigd.

In neem aan, dat in (nagenoeg) geen enkele van de gemeenten, welke inmiddels tot het uitvaardigen van een verbod als bovenbedoeld overgingen, zich een noodtoestand, als vorenomschreven voordoet, zoodat aldaar voor een zoodanig verbod geen plaats is. Bij Uw advies omtrent een ter goedkeuring aangeboden verordening zal ik, voor het geval mij daarbij goedkeuring van de verordening in overweging wordt gegeven, gaarne uitvoerig gemotiveerd zien aangetoond, dat zich in de betreffende gemeente met betrekking tot de huisvesting van hare inwoners een zoodanige noodtoestand voordoet, dat in het belang van de volksgezondheid ingrijpen dringend noodzakelijk is, dan wel een zeer bijzonder geval aanwezig is, als bedoeld aan het slot van het eerste gedeelte van deze circulaire.

Ik noodig U uit, de daarvoor in aanmerking komende burgemeesters in Uw Gewest ten spoedigste overeenkomstig het vorenstaande, en, voor zooveel noodig overeenkomstig het gestelde in mijn rondschrijven van 5 Augustus j.1., in te lichten.

De Secretaris-Generaal van het Departement van Binnenlandsche Zaken (w.g.) Frederiks

Aan Heeren Commissarissen der onderscheidene provinciën

Rechtspraak

Woningverhuurverordening Utrecht

De Secretaris-Generaal van het Departement van Binnenlandsche Zaken;

Gezien het besluit van den burgemeester van Utrecht dd. 19 Augustus 1942, waarbij, op grond van artikel 3 der Verordening No. 152/1941 van den Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied, ter waarneming van de taak van den raad dier gemeente; I. een woninßverhuurverordening wordt vastgesteld: |

11. bepaald wordt, dat deze verordening onmiddellijk zal worden afgekondigd en met ingang van den dag, volgende op dien harer afkondiging, in werking treedt; |

I ; Overwegende, dat door het bepaalde in artikel 2 der verordening juncto artikel 1, dat het geheel of gedeeltelijk door verhuur, ruil ol op eenigerlei andere wijze tot bewoning of verblijf afstaan van ee® woning zonder door of vanwege den burgemeester verleende ver* gunning verbieden, de vestiging in en verhuizing binnen de geraeenH zonder deze vergunning feitelijk onmogelijk wordt gemaakt, en mifci dien het recht van vestiging in en verhuizing binnen de gemeenti feitelijk beperkt wordt;

dat ingevolge het bepaalde in artikel 1 van het Vestigingsbesluit een dergelijke beperking door den burgemeester slechts kan worden opgelegd bij een door den Secretaris-Generaal van het Departement van Binnenlandsche Zaken goedgekeurde verordening;

dat i. c. deze goedkeuring niet is verleend;

dat het vorengenoemd besluit van den burgemeester van Utrecht mitsdien, door te bepalen, dat dit in werking treedt met ingang van den dag, volgende op dien zijner afkondiging, en dat deze afkondiging onmiddellijk zal geschieden, in strijd is met het Vestigingsbesluit {Verordeningenblad No. 85/1942);

Gelet op artikel 185 der Gemeentewet en op artikel 1 der Verordening No. 193/1940 van den Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied;

Heeft besloten:

I. voornoemd besluit van den burgemeester van Utrecht dd. 19 Augustus 1942 'te vernietigen wegens strijd met de wet;

11. te bepalen, dat dit besluit in de Nederlandsche Staatscourant zal worden geplaatst.

’s Gravenhage, 28 September 1942

De Secretaris-Generaal van het Departement van Binnenlandsche Zaken (w.g.) Frederiks

(Ned. Staatscourant, No. 190, 30 Sept. 1942)

Een gelijkluidend besluit van denzelfden datum strekte tot vernietiging van de woningverhuurverordening van de gemeente Amersfoort.

Inhoud

Blz.

Officieele mededeelingen . 137

Rijksdienst voor het Nationale Plan ... .137

De wederopbouw van stad en land ... .137

Nog eens een ontwerp-arbeiderswoning .... 138

Over het werk van de schoonheidscommissies, naar aanleiding van de tentoonstelling ~Stad en Land”, door B. T. Boeyinga 138

De Stedelijke Ruilverkaveling in Nederland, door Mr. J. H. Jonas 140

Provinciale maatregelen tegen de ontsiering, door Drs. H. van der Weyde 144

Nieuwe commissies bij den Rijksdienst voor het Nationale Plan, door Drs. H. van der Weyde . 145

Binnenland H 7

Buitenland H 7

Overzicht van tijdschriften H 9

Wetten, besluiten, enz 151

Rechtspraak 152

Abonnementsprijs f B. Losse nummers f. 1—

De leden van het Nederlandsch Instituut voor Volkshuisvesting en Stedeboüw (lidmaatschap voor physieke leden ƒ 7.50) en de leden van den Nationalen Woningraad ontvangen het blad kosteloos.