December 194\

29e Jaargang – No. 12 Maandblad

Tijdschrift voor Volkshuisvesting en Stedehouw

Orgaan van het Nederlandsch Instituut voor Volkshuisvesting en Stedebouw en de Nationale Woningraad, Algemene Bond van Woningbouwverenigingen, waarin opgenomen de mededelingen van de Rijksdienst voor het Nationale Plan, en tevens gewijd aan de Wederopbouw

Rcdactici H. W. Bloemers J Bommer. Ir. H. M. Buskens, Jhr. M. J. I. de Jonge van Ellemeet, B. Merkelbach. Ir. L. S. P. Scheller, Ir. P. Bakker Schut, Mr. J. Vink, Drs. H. van der Weijde

Adres voor Redactie en Abonnementen: Lange Voorhout 19, 's Gravenhage, Telefoon 115720

Postgiro-nummer 113028, Telefoon 49128 (’s avonds: Haarlem, Orion-

OfHciële mededelingen

Nederlandsch Instituut

Commissie stedebouwkundige ruilverkaveling

Deze commissie, die na de oorlog is gereconstitueerd, heeft onlangs een gedeeltelijk rapport uitgebracht, waarin zij de hantering van de ruilverkavelingswet voor het leggen van verband tussen agrarische ruilverkavelingen en stedebouwkundige maatregelen behandelt.

Het dagelijks bestuur heeft dit rapport aangeboden aan de Ministers van Binnenlandse Zaken, van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening en van Wederopbouw en Volkshuisvesting en aan verschillende hoofdambtenaren en ambtelijke lichamen, die met het onderwerp bemoeiing hebben. Hierbij is in het bizonder gedacht aan de in de Troonrede aangekondigde herziening van de Ruilverkavelingswet, waarvoor het rapport van onmiddellijk praktisch belang is.

Getracht wordt te bewerken dat dit rapport in een of meer tijdschriften zal worden opgenomen.

Vergaderingen

De Heer W. M. Dudok heeft zich bereid verklaard voor de leden van het Instituut een lezing te houden over het structuurplan voor den Haag.

Verder is in voorbereiding een vergadering over de controverse tussen landbouw, stadsuitbreiding en recreatie. De Heren Dr. Ir, L. J. van Dijk, Ir. H. M. Buskens en Ir. W. G. van der Kloot hebben zich bereid verklaard het onderwerp in te leiden resp. van de zijde van de landbouw, van de stedebouw en van de recreatie.

De data voor deze beide vergaderingen zijn nog niet vastgesteld.

Woningbouw en krotopruiming te Maastricht

door Ir. F. B. J. M. Moubis

I. Inleiding

Een typisch na-oorlogs verschijnsel is het relatief hogere aantal huwelijken en geboorten. De huwelijken waren echter in 1939 ook reeds onevenredig gestegen. Was een van de hoofdoorzaken toen de mobilisatie, na de oorlog was een van de voornaamste redenen het inhalen van de in de oorlog

uitgestelde huwelijken; ook ging men na de oorlog eerder tot een huwelijk over, omdat daaraan materiële voordelen verbonden zijn als die van textielpunten en andere toewijzingen en vooral omdat men eerst op de lijst van woningbehoevenden geplaatst wordt, nadat men gehuwd is. In 1938 was het aantal huwelijken per 1.000 inwoners 7.7 voor het gehele land en 7.8 voor Maastricht, voor 1946 waren deze cijfers onderscheidenlijk 11.4 en 11.2, van Januari tot met November 1947 voor het gehele land 10.5, over het gehele jaar 1947 voor Maastricht 9.9.

In 1938 was het aantal levendgeborenen per 1.000 inwoners 20 5 voor het land en 21.1 voor Maastricht, voor 1946 onderscheidenhjk 30.2 en 26.6, van Januari tot en met November 1947 voor het land 28.—, over het gehele jaar 1947 voor Maastricht 25.4. Een en ander volgens de voorlopige cijfers. Beide aantallen, huwelijken en geboorten zijn dus dalende Mocht het huwelijkscijfer nog gedurende enige tijd blijven boven dat van vóór de oorlog, mocht het zelfs weer stijgen, ook daaraan komt een eind, zodra alle daarvoor in aanmerking komende personen in het huwelijk zijn getreden Vermeerdering van het aantal huwelijken doet zich echter onmiddellijk gevoelen op de woningmarkt en het tekort stijgen. Verhoging van het geboortecijfer heeft eerst over een twintigtal jaren invloed op het benodigd aantal woningen, wel vraagt het reeds over enige jaren een aantal grotere woningen.

De aanwas der bevolking van Maastricht bedroeg gedurende de 1930--1940 gemiddeld 820 zielen per jaar. In de jaren 1940—1946 is de aanwas ongeveer dezelfde gebleven. Urn deze op te vangen zijn rond 200 woningen per jaar nodig Voor de oorlog was het saneringsplan van Stokstraat en omgeving te Maastricht grotendeels voorbereid: vele woningen zoudeii onbewoonbaar verklaard moeten worden terwijl ook m andere stadsgedeelten een groot aantal daarvoor in aanmerkmg kwam. Blijkens een mededeling van de Directeur van de Dienst Stadsontwikkeling zou nu, 7 Juni 1948, een vierhonderdtal onmiddellijk moeten verdwijnen, maar daaraan valt voorlopig niet te denken. De gemeente staat er dan ook nu, wat het aantal ongewenste samenwoningen betreft, zeer slecht voor. Naast de remmende factoren welke voor het gehele land gelden, zijn er voor Maastricht en geheel Zuid Limburg nog andere, welke de woningbouw ernstig belemmeren. Door de ligging ver van ’s lands centrum aanvulling van arbeidskrachten moeilijk te verkrijgen. Daarenboven ondervindt de woningbouw groot nadeel van de aantrekking van arbeidskrachten door de industrieën en vooral de mijnindustrie, alsmede door de ligging van een groot deel van Zuid Limburg langs de grens met België waar in verband met de valuta meer kan worden verdiend dan aan deze zijde van de grens.