Mocht ook U onverhoopt moeilijkheden met de Inspectie ondervinden, dan kunt U, ter bepaling van Uw standpunt, wellicht van de in deze brief vervatte gegevens gebruik maken. Indien U naheffing en/of boeten zijn of worden opgelegd, dan dient U daarvan kwijtschelding resp. vermindering te vragen.

Voorts verdient het ter vermijding van toekomstige moeilijkheden aanbeveling om Uw huurreglementen en -kaarten zó te wijzigen, dat duidelijk blijkt, dat de huur slechts voor één week is aangegaan. Op die wijze ontloopt U immers op volkomen geoorloofde wijze het zegelrecht.

Hoogachtend.

Nationale Woningraad, W. Scheerens, Secretaris.

Berichten

WONINGBOUW IN MEI 1950

Volgens gegevens van het Centraal Bureau van de Statistiek kwamen in Mei 1950 3749 woningen gereed. Hierin zijn de woongedeelten van boerderijen opgenomen. Voor de overeenkomstige maand van de jaren 1946 t/m 1949 zijn deze cijfers resp. 54, 796, 2192 en 3423. In de eerste vijf maanden van 1950 werden 17659 woningen voltooid tegen 16016 in dezelfde periode van 1949.

De in Mei 1950 gereed gekomen woningen zijn als volgt over de provinciën en grote steden verdeeld (tussen haakjes de cijfers van Mei 1949):

Groningen 232 (108); Friesland 108 (213): Drenthe 123 (166); Overijssel 242 (133); Gelderland 552 (526; Utrecht 130 (183); Noord-Holland (excl. Amsterdam) 321 (235); Zuid-Holland (excl.’s-Gravenhage en Rotterdam) 305 (341); Zeeland 189 (290); Noord-Brabant 363 (536); Limburg 398 (216); Amsterdam 156 (78); ’s-Gravenhage 212 (63); Rotterdam 384 (225); N.O. Polder 34 (14); Nederland 3749 (3327).

In Mei 1950 werden 6245 woningen in uitvoering genomen (in Mei 1949 3156). Tengevolge van het feit dat er veel meer woningen in uitvoering werden genomen dan er gereed kwamen, steeg het aantal in uitvoering zijnde Woningen eind Mei 1950 tot 42.520 (op eind April 1950: 40.054).

In de periode van Januari t/m Mei 1950 werd met de bouw van 21.140 woningen begonnen tegenover 11.947 in de overeenkomstige periode van 1949.

Bij dit persbericht van de afdeling Voorlichting van het Ministerie van Wederopbouw en Volkshuisvesting willen wij een enkele opmerking maken. Het blijkt, dat eind Mei 1950 reeds weer 42.520 woningen in uitvoering waren. De verwachting is alleszins dat dit aantal eind Juli 1950 nog was opgelopen tot f'uim 45.000. Een bericht in

de Maandelijkse Publicaties van bet Ministerie maakt er melding van, dat in het eerste kwartaal van 1950 de bouw van 9.497 werd goedgekeurd tegen 4.976 in het eerste kwartaal van 1949. Het grote aantal goedkeuringen, zo zegt het bericht verder, zal in de toekomst het aantal in uitvoering zijnde woningen belangrijk doen stijgen. Het grootste aantal woningen in aanbouw werd op 1 October 1948 geteld, n.l. 46.670. Na deze datum is het aantal onderhanden woningen voortdurend gedaald, totdat het kleinste aantal op 1 Juni 1949 werd bereikt, n.l. 36.750. Sindsdien is weer een vrijwel aanhoudende stijging opgetreden, die dus nu weer bijna bet blijkens de ervaringen fatale hoogtepunt van October 1948 beeft doen bereiken.

Reeds kwam ons ter ore, dat deze belasting bier en daar moeilijkheden veroorzaakt. Zo vecht men, bij wijze van spreken, in het westelijke deel van de beide Hollanden nu weer op leven en dood om een metselaar. Het is natuurlijk aantrekkelijk, wanneer de goedkeuringen voor de bouw in een vlot tempo loskomen. Men wake er echter voor. dat niet opnieuw onhoudbare spanningen de verhoudingen in de bouwerij volledig ontwrichten. Het wil ons voorkomen, dat men ook in de Van Alkemadelaan in Den Haag de ontwikkeling met enig onbehagen volgt en dat men zint op middelen om de stroom van goedkeuringen wat minder snel te laten stromen. Als hier of daar dus een vergunning op zich laat wachten, dan kan men ongeveer bevroeden wat daarvan de oorzaak is.

w. s.

Inhoud

Het verslag van de Staatscommissie-Van den Bergh . 65

De ideale woning 70 Verslag van de 32ste jaarvergadering . . . . 71

Mededelingen van de Nationale Woningraad . . 86

Bezichtiging van duplex-woningen 90

Zegelrecht 91 Berichten 92

Dit orgaan wordt gezonden aan alle lezers van het Tijdschrift voor Volkshuisvesting en Stedebouw.

Leden van de Nationale Woningraad en van het Ned. Instituut voor Volkshuisvesting en Stedebouw kunnen extra abonnementen nemen tegen de prijs van f. I, per jaar. Voor hen, die niet zijn aangesloten bij Woningraad of Instituut voor Volkshuisvesting, bedraagt de abonnementsprijs f. 5, per jaar.