fS« Jaa^ss§?g-

Zaterdag 5 Jaguar-I iS®S«

II 14

t Ir MltStriliiiiiit

Sociaal-Demokratisch Weekblad voor Noord-Brabant en Limburg

De poging om de arbeiders te organi-

seeren om met gemeenschappelijke kracht hun rechten te doen gelden, is rechtvaardig, heilzaam, ja ZELFS noodzakelijk.

Bisschop Von Retteler,

Prijs per 3 maanden, bij vooruitbetaling :

voor • • •

Voor België f 0,50, het overige buitenland,

t? v» ir/-il/-> vnimmai'ö . . • • '

ii yj .

Advertentiën per regel

O© woning-kwestie»

De woning-kwestie!

W at is dat ?

Dat is waarde lezeres of lezer, een onderdeel deel der sociale kwestie.

De sociale kwestie is: „een streven van den vierden stand naar betere levenswoorwaaiden zooa's dr. Poelman zeide.

Wij zeggen: de sociale kwestie is de kamp van het proletariaat om de volledige maatschappelijke rechten, een kamp welke met het ontstaan het proletariaat eene historische noodwendigheid is geworden, en welke slechts eindigen zal door de opheffing van alle klassen, zoowel bourgeoisie als proletariaat een samensmelting in één menschdom, hetwelk gezamentlijk zal werken voor aller behoeften en gelijk zal genieten van de gezamentlijke geneugten.

Misschien kan 't beter gedefinieerd worden. Doch waar is 't, dat 't een zware kamp, een veelomvattende strijd is, die niet nog komen moet, doch reeds gaande is, en die alle proletariërs vroeg of laat moeten medestrijden.

Daar zijn geen kwestiën, doch slechts ééne kwestie, die zich op velerlei wijze doet kennen.

Zoo kennen we 't drank vraagstuk, de werkloozenkwestie, de agrarische kwestie welke nu zich doet kennen door 't streven naar inkomende rechten, en ook de woning-kwestie.

W ij socialisten kenmerken ons juist daardoor, voor al deze kwestietjes één grondslag te konstateeren, namelijk de eigendomsverhoudingen, het privaat-bezit!

Daarom erkennen wij wel de onderdeelen bevengenoemd, willen ook wel meewerken om die onderdeelen te bekampen, omdat we meenen, dat we dan meteen 't geheel bekartipen, doch ontkennen dat één dier kwestie's grondig

< pgelost zal worden zonder de eigendomsverhoudingen de raken. Wij zij socialisten omdat wij meenen dat slechts door de vervanging van het particuliere bezit door het kollektieve of gemeenschappelijke bezit deze kwesties zullen worden of kunnen worden opgelost.

Terwijl de bourgeoisie juist daarom bourgeoisie is, dat zij nimmer de geheele kwestie erkent, doch telkens slechts een onderdeel.

De socialisten willen voor alle menschen voldoende, behoorlijke voeding, Meeding en woning, als de noodzakelijke vereischten voor een goed leven.

. De boui'geoisie spant zich, wanneer de pressie van beneden iets te sterk wordt of de nood te schrikkelijk, slechts voor enkelen onderdeelen in.

Deze streeft naar eenige verbetering der kleeding (damesinstellingen b. v. die kousen en sokjes en katoenen hemdjes laten maken) gene bemoeit zich met de voeding (Heerenvereenigingen die de arbeiders aanmanen tot gezamentlij kon inkoop van levensmiddelen) en anderen bemoeien zich met de woningkwestie, d. w.z. trachten de arbeiders goede woningen te verschaffen.

Al die aparte pogingen, die voorgesteld worden als redding in den nood, noemen wij botweg: lanwm-V i

Daarom noemen wij ook het streven, van sommige bourgeois-elementen om betere wo¬

ningen, lapwerk!

Vv at geeft het, of men mooie woningen bouwt

Voor .. f i Rn -titot\rtoqv tolhuis en telkens

' 1 * -tyvccfvj yv ctiliiiv'wl

het loon weer omlaag wordt gedrukt? Wat

geett het, of men zijn hart laat barsten van niodelijden, wanneer men toch niet wil afstappen van 't eeuwige vervloekte winst behalen ? ♦ *

ti die overtuigd zijn dat juist die slechte,

WepscsHiijiii ©Uiten Zafe^daif}.

Armoede verwekt misdaad, wie dus de

misdaad wil tegengaan, bestkiide de armoede.

f 0,40

- 0,65

- 0.03

- 0.05

UITGAVE VAN"

Pieters & Co. Maastricht.

Redakteur: W. II. VLIEGEN.

Alles wat redaktie, administratie of expeditie betreft,

gelieve men te adresseeren aan het Bureau tribuun", Paralelweg 201, Maastricht.

,de Volks-

ellendige woningen den mensch verdierlijken. . Wij respecteeren, ja willen steunen zelfs iedere | poging om dien slechten toestand te verbeteren!

Men moet zelf de stulpen, de hutten, de hokken van steden als Tilburg. Den Bosch, Maastricht, Roermond, Breda of Venloo of die van op het platteland van Brabant en vooral van Friesland hebben gezien, om zich goed te kunnen begrijpen, wat men soms al geen wonigen kon noemen!

Ellendig! Ellendig!;

Hutten, anderhalf meter boven denbeganen grond! Eene opstapeling van plaggen, waarboven eenige ruwe plankjes, terwijl eene kleine opening is gelaten, die de rook doorlaat. Huisjes, van oude steenen opgetrokken, waar de koude noordewind door de voegen en spleten jaagt, waar des winters de fijn jagende sneeuw u in 't gelaat waait.

Daar wonen menschen in! Menschen als de rijkste dief, als de grootste koning, als de dikste minister! Moeders, die gevoelen als de meest opgeblazene koningin! Kinderen, als 't mooiste koninginnetje, wier handjes blauw en mager zijn van koude, en wier lippen, onder 't prevelen van 't dankgebed voor 't dagelijks brood

dat ze niet krijgen, bidden van honger!

*

* *

In Parijs heeft men 315,000 „woningen," die slechts één kamer bevatten, waar dus op ééne kleine kamer wordt gegeten (als er wat is) gedronken, geslapen, gepraat, gewasschen, zieken verpleegd... enz. Op één kamer wordt de vloek der geboorte gevierd en 't feest der uitvaart gehouden! 227,000 woningen bestaan uit twee „kamers" en 154,000 uit drie.

Dat zijn cijfers, die spreken! De enquête-commissie die in Stuttgart de woningen onderzocht van 1331 familiën, bevond dat voor 5048 personen slechts 3317 bedden en 199 andere „ligplaatsen" waren. Wat voor soort ligplaatsen die 199 waren, wordt niet vermeld. Men vond 1532 personen, welke geen legerstede konden aanwijzen en die dus hun moede hoofd maar neerlegden waar het lot hun op dat oogenblik deed zijn.

Verder kwam die enquête-commissie tot de ontdekking, dat dikwijls in één huis, waartoe slechts één trap toegang verleende, 20 of 25 huishoudingen waren. Eenige malen kwam het zelfs voor, dat in één groote kamer 8 familiën | te zamen woonden.

Prof. Schmoller deelde de volgende onderzoekingen mede: In Duitschland waren woningen van ééne kamer:

Frankfort ... 23 pCt.

Hamburg ... 28 „ Berlijn ... 49 „

Dresden ... 55 „

Breslau ... 62 „

Chemnitz ... 70 „ 1)

Dit zijn slechts enkele cijfers uit het buitenland. In ons land is 't vooral niet beter, doch een volledig onderzoek is nooit ingesteld.

Maar in elke groote stad, in elke fabrieksplaats, of op 't platteland waar graven en baronnen zich rijkzuigen aan den arbeid van pachters en huurders — vindt men die ellende weer!

't Is een schande voor de 19e eeuw, een aanklacht tegen onze maatschappij, een argument voor de omverhaling ervan!

*

* *

Echter: het moet verholpen! En ik wil mij niet scharen bij de dwazen die tejkens roepen om verbetering en alle mogelijke verbetering

1) Mededeelingen uit „Dr. Lux, Social-Politisches Handbuch." Berlijn 1892.

die soms voor de hand ligt, afwijzen!

Doch van wie zal 'thier moeten komen?

Yan den Staat of van de gemeentel

De Staat óf de gemeente, juist omdat particulieren het nooit zullen kunnen doen. Particulieren, 't zij individueel of corporatief, zullen steeds eischen: winst van hun geld, rente van hun kapitaal en dus, voor goede woningen weel geld!

Yan iets meer of minder winstTspreken we hier niet. Maar laat de burgerij die centen heeft, vandaag eens humaan zijn — morgen verandert dat en men is geheel afhankelijk van hare grillen.

Wat het Noordbr. Dagblad eenigen tijd geleden voorstelde, is eveneens onuitvoerbaar.

Zij wil door eene particuliere onderneming kamers verhuurd zien tegeneen huurprijs van f 60 a f 70 en als waarborg een bedrag zien gestort van eenige honderd pop.

Dat kan niet. Die daarvan gebruik kunnen maken, hebben buitendien ook goed onderdak, 'tlsj juist voor de armeren. Wat geeft het den Bosschen werkman die, zooals 't een feit is, in doorsnee een inkomen heeft van f 300 a f 350 'sjaars?

W.Q.t geeft het dén Tilburgschen werkman, of men woningen kan krijgen voor f 60 af 70, met f 100 inleggeld, wanneer men, zooals het geval is, f 4 a f 4,50 per week verdient?

Neen, die manier van huizen bouwen heeft zelfs niet den schijn, eenige verbetering te zullen brengen.

Geen^particuliere ondernemingen dus zullen iets helpen, maar alleen optreden van Staat of gemeente. De Staat moet eens beginnen iets anders te zijn dan een klassestaat.

De Staat moet eindelijk eens zijn voor de bewoners, in plaats van de bewoners voor den Staat. Het is den Staat altijd te doen geweest zijne leden zooveel mogelijk belasting af te tappen, ten voordeele van de klasse der rijken,

hij moet nu eens worden eene instelling die-

de belangen "an allen behartigt.

De Staat noch de gemeente mogen inrichtingen hebben om winst te behalen, hunne plicht is het te geven en te nemen naar gelang het algemeen belang vordert.

En in plaats dat de minister van financiën de schatkist ongehinderd kon berooven van millioenen voor pensioenen voor onnutte ge¬

neraals of ministers of voor nog onnuttere ge

weren of oorlogschepen, kon er heel wat meer

heil worden gesticht door 't te besteden voor

gezonde, frissche woningen!

*

* *

In de laatste zittingsperiode der Tweede Kamer heeft de afgevaardigde Drucker op de

allertreurigste woningtoestanden gewezen.

Hij wilde het geld uit de postspaarbank daarvoor zien besteed. Er wordt, naar 't schijnt,

soms heel zonderling met dat geld omgeknoeid.

Dit is ten minste een eerste stap. 't Zal natuurlijk nog wel niet gelukken. Het Nederlandsche volk, dat verbetering wil en geduldig mannen als van Houten en Roëll op den ministerszetel laat zitten, moet nog veel leeren.

En bovendien, het voorstel van Drucker is niet verstrekkend genoeg.

Wil de Staat iets doen, dan moet hij woningen bouwen, welke redelijk aan de eischen voldoen, en hiervoor niet meer vragen dan f 1 per week.

Mij komt het echter voor dat de gemeenten dit beter kunnen doen.

De gemeentebesturen zijn natuurlijk beter met de plaatselijke toestanden op de hoogte en dat is een groot voordeel.

Doch wat is er te verwachten van besturen

ï

als die wij heden hebben, die, gekozen buiten den invloed der arbeiders, voor de zaken der

arbeiders totaal niets gevoelen. Zoolang het

kiesrecht gemonopoliseerd blijft in de handen der niet-arbeiders, zoolang zullen de belangen

van deze bovendrijven.

En dus, willen wij ook in dezen de voortstuwende kracht vormen, dan in de allereerste plaats flink ten strijde voor het Algemeen Kiesrecht.

Vrienden, 't wordt tijd dat in deze de handen aan den ploeg worden geslagen !

't Nieuwe jaar ving aan. Laten wij 't aanvangen met eene nieuwe, frissche propaganda voor onze verjongde partij!

's Bosch. Spiekman.

Speideprikken en Mokerslagen.

Lap om leer prik je mij, ik prik je weer.

Redresseur, de bekende „christelijk sociale" medewerker van den Limburger Koerier, met wie we onlangs een diskussie hadden, is niet tevreden over ons. Hij beklaagt zich als volgt: „Ik had beweerd — en ik beweer het nog —• dat hoogere loonen de vermeerdering der groote kapitalen zou verhinderen en meer geld onder de kleine menschen zou brengen.

Deze loonsverliooging is nu wel in strijd met het socialistisch beginsel en wordt als een lapmiddel aan den kant geschoven, maar toch verlangen zij nu — 't is maar om spektakel te maken — dat ik mij bij hen annsluite om te schreeuwen en te schelden tegen patroons en kapitalisten.

En omdat ik nu niet dadelijk aan dat dwaze verlangen voldeed, gaat men tot grofheden over. ,

11c gevoel het ten zeerste, dat de arbeiders lijden, dat hun het werk wordt ontzegd, dat de loonen verminderen en vurig verlang naar de toepassing der middelen, die dat alles verhinderen en den arbeiderstoestand verbeteren kunnen. Maar ik zie zeer goed in, dat mijn schelden en schreeuwen hier niets zou baten, en dat ik mij, door het voorbeeld der schreeuwers te volgen, waarlijk bespottelijk zou maken."

Elk lezer die de diskussie tusschen ons en Redresseur gevolgd heeft, weet dat deze voorstelling der zaken valsch is.

In de eerste plaats is het niet waar dat loonsverhooging in strijd is met ons beginsel, van deze stommiteit bedient Redresseur zich maar om ons verdacht te maken.

In de tweede plaats is het niet waar dat wij geeischt hebben dat Redresseur zich bij ons zou aansluiten om te schelden en te schreeuwen tegen patroons en kapitalisten.

De zaken staan anders. Redresseur wil verbetering van de maatschappelijke toestanden. Deze is te krijgen, volgens h.m, door loorisverhooging.

Nu heeft er op het oogenblik te Maastricht loonsverlaging op loonsvERLAGiNG plaats en nu beweren wij dat een schrijver die zoo mooi kan kletsen in de krant en daar beweert dat er loonsverhooging moet plaats hebben, zedelijk verplicht is, althans mede op te treden tegen loons verlaging.

Daargelaten nog de zedelijke verplichting zich te bemoeien met de organisatie der arbeiders, wij willen een oogenblik aannemen dat dit aan Redresseur onmogelijk is, doch wat dan toch zeker niet teveel gevergd zou zijn, dat is dat hij in de krant waarin hij schrijft, althans een woord van protest laat hooren tegen de voortdurende looi sverlagingen, die geraffineerde uitzuigers hunne reeds in ellendigen toestand verkeerende arbeiders laten ondergaan, hier in Maastricht, vlak voor Redresseur'» eigen neus.

Wij willen eerlijk bekennen dergelijke „vrienden" als Redresseur, voor de arbeiders gevaarlijker te achten dan volbloedige socialisten vreters als de lui van 't Limburgsch. Meuivsblad bv. Zeker wij hebben het land aan menschen die o zoo fraai weten te babbelen over het ellendige lot der arbeiders en de zucht naar verbetering die hen bezielt, doch die geen enkel deigebeurende feiten, geen enkele loonsverlaging, geen enkel tiranniek ontslag, niets, niets durven signaleeren, en die nooit te vinden zijn als 't er op aankomt eenige verbetering voor