BREDA. Onze vacantie*actie. (Corr.) Vroegtijdig werd dit jaar door ons bestuur de actie voor een volle week vacantie bij schrijven van 23 Mei voor de navolgende ondernemingen ingezet: N.V. Machinefabriek „Breda” v.h. Backer en Rueb; N.V. Cosijn, Ijzer- en Metaalgieterij; N.V. Ijzergieterij „De Etna”; N.V. „Igebe”, afd. Mach. fabr. en constructiewerkplaats; N.V. Koper- en metaalgieterij v.h. gebr. Touw; N.V. Technisch Bureau v.h. Asselbergs en Nachenius. Op 27 Mei ontvingen wij van het bestuur der R.K. Werkgeversvereeniging de mededeeling, dat haar leden „Igebe” en „De Etna” het resultaat van het daaropvolgende week aanvangende overleg inzake een af te sluiten'collectieve arbeidsovereenkomst zouden afwachten, omdat daar uit den aard der zaak ook de vacantie een punt van bespreking zou uitmaken. Van het bestuur van den Metaalbond ontvingen wij dato 3 Juli de mededeeling dat de leden Backer en Rueb en Asselbergs en Nachenius niet bereid waren aan ons verzoek te voldoen en dat laatstgenoemde firma in geen geval verder zou gaan dan de eventueel af te sluiten collectieve arbeidsovereenkomst. Daar een beslissing over het C. A. vóór of op 24 Juni zou vallen, meende het bestuur van den Metaalbond ons verzoek niet vprder te kunnen behandelen. En zoo stond onze vacantie-actie ongeveer op het doode punt, temeer daar de firma’s Cosijn en Touw niets van zich lieten hooren. Plotseling ontvingen wijde mededeeling van onze leden, werkzaam aan „Igebe” dat op 28 Juni de volgende bekendmaking was aangeplakt: „De arbeiders die volgens het reglement recht hebben op vacantie kunnen dit vanaf heden tot eind November krijgen, mits dit een week tevoren is aangevraagd bij den werkmeester. Zij die de voorkeur geven aan een geldelijke vergoeding, kunnen dit ook krijgen.” De ontstemming onder het personeel over die bekendmaking was groot en daarom stelde onze hoofdbestuurder v.d. Born zich direct in verbinding met het bestuur van de R.K. Werkgeversvereeniging, om, afgescheiden van het overleg inzake een af te sluiten C. A., met ons nader overleg te plegen inzake het aantal vacantiedagen en de geldelijke vergoeding hiervoor door de personeelen van „Igebe” en „De Etna”. Wij moesten nog eens een herinneringsschrijven zenden, daar het bestuur van de R.K. Werkgeversvereeniging niets meer van zich liet hooren. Kort daarna werd voor het personeel „Igebe” aangeplakt: „De directie maakt bekend, dat de fabriek 15, 16 en 17 Augustus gesloten wordt. Degenen die recht heb(ben op de reglementaire vacantie, krijgen die doorbetaald. De overige arbeiders krijgen hiervoor 50 pCt. uitbetaald.” Dat was nu de tweede maal dat de directie een besluit nam zonder de organisaties daarin te kennen en mogelijk ook buiten medeweten van het bestuur van de R.K. Werkgeversorganisatie. Wel liet zij eenige dagen later een 6-tal arbeiders willekeurig daartoe aangewezen, op het kantoor roepen en deelde mede van het bestuur van de R.K. Werkgeversvereeniging vernomen te hebben, dat een deel van het personeel zeer ontevreden was over de vacantieregeling. De directie echter meende goed gehandeld te hebben en de arbeiders moesten begrijpen dat zij voor 1929 niet meer kon doen, of het bestuur van de R.K. Werkgeversvereeniging moest haar leden verplichten de vacantiedagen uitte breiden. Nog deelde de directie mede dat het ging om de reglementaire vacantie, dus of de arbeiders wilden 3 dagen met 50 pCt. of dag met 100 pCt. Zelf stond zij op het standpunt dat voor dit jaar de vacantie plaats moest hebben op 15, x 6 en 17 Augustus. Dat kwam dus neer op 11- dag met iqo pCt. vergoeding, daar 15 Augustus een R.K. feestdag is die volgens gebruik reeds jaren met 100 pCt, vergoeding wordt uitbetaald. Aanvaardden de arbeiders dit niet, dan kregen zij de 3 dagen met 50 pCt., maar allen die nog geen jaar in dienst waren (en dat waren er veel), moesten 3 dagen verzuimen. Het spreekt vanzelf, dat hier weinig meer te praten viel voor deze 6 opgeroepen arbeiders, daar de directie op een scherpe wijze te kennen gaf wat zij wilde. Wel wezen zij de directie er op, dat de vacantie-actie in handenwas van de organsiaties en dat het beter was dat de directie zich dus in verbinding stelde met de hoofdbesturen. De directie deed de toezegging, dat wanneer de organisaties in samenwerking met het bestuur van de R.K. Werkgeversvereeniging nog tot overeenstemming zouden komen en het aantui vacantiedagen voor 1929 nog uit-

gebreid zou worden, zij daaraan terugwerkende kracht zou verleenen. Wat bleek echter later? Op 25 Juni ontving onze bestuurder van den Born de mededeeling van de R.K. Werkgeversvereeniging, dat haar lid „Igebe” te Breda in overleg met het personeel had besloten de vacantie te bepalen op 15, 16 en 17 Augustus, Dit beteekende, aangezien de 15e Augustus een R.K. feestdag is, die steeds met 100 pCt. werd betaald, i.J dag vacantie. Het spreekt vanzelf, dat toen wij op 31 Juli met onze leden, werkzaam aan „Igebe, vergaderden en v.d. Born verslag deed van deze vacantie-actie, het personeel zeer ontstemd was over de houding der directie. Laten onze leden echter begrijpen, dat wij met kankeren niet verder komen. Eladden wij gehoopt, voor dit jaar 3 dagen vacantie met 100 pCt. vergoeding te bereiken, zoo is dat, daar het personeel voor optreden niet voldoende was georganiseerd, volkomen mislukt. Laaf dit voor onze leden een les zijn om te zorgen dat vooral onze Bond versterkt wordt. Voor het personeel van „De Etna” hadden wij succes. Was de vacantieregeling voorheen 3 dagen met 50 pCt., thans, voor 1929, werd deze vastgesteld op 3 dagen met 100 pCt. Kameraden van „De Etna”, zorgt er voor, dat onze Bond blijft groeien, want gij weet dat er op uw fabriek nog veel voor de organisatie is te doen. Voor het personeel van Backer en Rueb bleef de vacantie voor dit jaar op 3 dagen met 100 pCt., waarvan 25 pCt. door de arbeiders wordt betaald, vastgesteld. Het is er momenteel slap, doch zeker is het ook nu de tijd om de organisatie uit te bouwen, opdat de gelederen versterkt zijn wanneer er weer volop werk is. Voor het personeel van Asselbergs en Nachenius bleef de vacantie 3 dagen met 50 pCt. Wanneer zal deze groep zich nu eindelijk ook eens organiseeren ? Blijft dit personeel wachten tot de directie verbeteringen in moet voeren krachtens besluit van het bestuur van den Metaalbond ? Het personeel van Cosijn heeft recht op 3 dagen vacantie met 50 pCt. Voor dit Jaar kregen deze arbeiders 3 dagen met 100 pCt en wel 15, 16 en 17 Augustus, welke laatste datum een Zaterdag is en ook met 8J uur werd uitbetaald. De R.K. feestdagen moeten worden ingehaald en zoodoende besloot de directie om die 3J uur van 17 Augustus te laten staan en te beschouwen als afbetaling voor den eerstkomenden R.-K. feestte .. . Het spreekt dat het tijd wordt dat de arbeiders, werkzaam bij de R.K. werkgevers, zich eens beter gaan organiseeren, opdat wij ook den eisch kunnen stellen dat de R.K. feestdagen, die verzuimd moeten worden, voortaan zullen worden doorbetaald. Tot slot nog de firma Touw. Voor het eerst kreeg dit personeel van ongeveer 60 a 70 man vacantie. Maar schrikt niet lezers, het waren voor 1929 nog maar ij- dag met 100 pCt. aan loon. Niemand mocht echter thuis blijven. Dat ging nog niet. De directie vond dit schijnbaar te weelderig en meende daarom dat het personeel veel beter deed het geld aan wat anders te besteden. In ieder geval, voor ons staat vast, dat de directie wel voelt dat zij op den duur niet buiten de vacantieregeling kan blijven. Wij hopen nu maar dat het personeel dit begrijpt en allen als één man lid zullen worden van onzen Bond. Kameraden, wij willen hiermee eindigen. Wij weten, dat hier voor onze vacantie-actie te Breda nog veel gedaan moet worden. Maar gij allen weet ook, dat voor onze arbeidsvoorwaarden in het algemeen ook nog heel veel gedaan moet worden. Daarvoor, dit is nu weer gebleken met onze vacantie-actie,. is versterking van ons ledental dringend noodig. Wij hebben in het voorjaar de 200 leden bereikt. Laten wij er nu aan werken, dat wij in het voorjaar van 1930 250 leden tellen. Vooral in dezen tijd, nu alle duistere machten zich samenspannen, nu vooral is het noodig, dat wij allen tezamen werken tot versterking van onze afdeeling, tot versterking van onzen Algem. Ned. Metaalbewerkersbond. DEN HAAG. Jonge vrienden (H. ten Br.) De zomer is voorbij en hiermede dus ook de tijd voor het maken van fietstochten, uitstapjes naar buiten enz. Dit wil echter geenszins zeggen dat we nu het organisatiewerk opschorten tot het volgende jaar. Integendeel! Juist de winter is zoo bij uitstek de tijd voor het houden van lezingen en het bezoeken vtm inrichtingen van allerlei aard. Daarom heeft het bestuur dan ook gemeend, voor het komende jaargetijde een rooster van werkzaamheden op te moeten stellen, dat voorziet inde groote behoefte die wij aan ontwikkeling en ontspanning hebben. Wij hebben daarvoor, in samenwerking

met het Instituut voor Arbeidersontwikkeling en de A.J.C., een programma opgesteld dat naar wij vertrouwen door jullie wel met vreugde begroet zal worden. Weliswaar kan het geheel nog wel met het een en ander worden aangevuld, maar daarover kunnen we nog spreken op de eerstvolgende vergadering. We gaan dus met frisschen moed aan ons winterwerk beginnen en spreken daarbij de hoop uit, dat het zijn vruchten zal afwerpen tot heil van onze jonge metaalbewerkers ! Hieronder volgt ons winterprogramma 1929—1930. Voor iedere bijeenkomst ontvangen jullie nog een aparte convocatie. Zaterdag 26 October. „Te voet van Leipzig naar Weenen”. Inleiding te houden door H. Dreese. Zaterdag 9 November. Vergadering met de adspirantenafdeelingen van alle vakbonden, waar de secr. van het Instituut voor Arbeidersontwikkeling ons winterprogramma zal uiteenzetten. Zondag 17 November. Vertooning van de film: „En gij kameraad?” De film geeft een beeld van het transportbedrijf te land en te water en de rol die de Transportarbeidersbond daarbij speelt. Zondag I December. Film over het gasbedrijf. Zondag 15 December. Bezichtiging van de gasfabriek. Zaterdag 28 December. Gezellige bijeenkomst. (Muziek, declamatie, voordrachten enz.). Zondag 12 Januari 1930. Vertooning van de film over het courantenbedrijf. Zondag 26 Januari. Wandeltocht. 9 of 16 Februari. Lezing te houden door Dr. Tuit, over de „Hygiëne van het menschel ijk lichaam,” In Maart een vergadering waarop een vooraanstaande uit de Haagsche vakbeweging de geschiedenis van den Haagschen Bestuurdersbond zal uiteenzetten. Zondag 13 April. Bezoek aan het Veiligheidsmuseum te Amsterdam. Na afloop daarvan een kijkje inde kantoorgebouwen van het Nederlandsch Verbond van Vakvereenigingen. \ 26 April. Slotbijeenkomst van kunstzinnigen aard. De avond wordt opgeluisterd met muziek en zang. SCHIEDAM. (Vs) J.l. Zondag heeft het Instituut voor Arbeiders-ontwikkeling zijn eerste Zondagochtend-bijeenkomst voor dit seizoen gehouden. Zooals gewoonlijk was het programma weer heel goed verzorgd. Dé veelbelovende organist van de Pandora-bioscoop opende dooreen drietal strijdliederen op het standaardorgel te spelen, waarna hij muziek gaf die aansloot bij die gedeelten uit het ontroerende werk van Remarque. Van het Westelijk front geen nieuws”, welke door den voordrachtkunstenaar Jac. van Elsacker zouden worden gedeclameerd. Van Elsacker toonde ons de jongens die naar het gevechtsterrein waren getogen op aanraden van hun leermeester, die in aanbidding lag neergezonken voor den Duitschen staat, doch voorshands zelf lekker thuis bleef. Hij bracht ons bij het sterfbed vaneen dezer, Kemmericn, en deed ons zien hoe hij niet stierf in blijdschap, omdat hij zijn land had mogen verdedigen, doch in diepe smart omdat zijn nog zoo jonge leven al te vroeg werd weggemaaid. En voor welk doel? Treffend schilderde de declamator hoe de Duitsche officieren nog den modelgroet éischten van de van het front teruggekeerde verlofgangers, terwijl hun leven toch soms maanden achtereen in gevaar had verkeerd omdat er in Duitschland „God zij dank nog orde en discipline heerschten”. Doch vooral aangrijpend was het gedeelte waarin de verlofgangers, die als student altijd zoo gaarne met zijn boeken alleen was, innerlijk gebroken en van zichzelf vervreemd het eene boek voor, het andere na, ter zijde schoof omdat zij hem niets meer te vertellen hadden. Het was voor de ontwapenings-gedachte een schitterende ochtend. Wij laten nu hieronder het programma voor de voor Kerstmis te houden bijeenkomsten volgen. Wij willen onze leden opwekken om deze zooveel mogelijk bij te wonen. 3 Nov. Filmochtend. (De film wordt nader bekend gemaakt). 20 Nov. H. J. P. Sandifort, Rotterdam. Onderwerp „Oud en Nieuw”. iNDec. Willem van Cappellen, Hilversum Declamatie „Cain”, Mysteriespel van Lord Bryon. 15 Dec. Mevr. Rodie Medenbach. Declamatie uit werken van Heyermans, v. Collem enz. 29 Dec. Jan v. Zadelhof, Dordrecht. Onderwerp „Uit het leven van Karl Marx”. Elke bijeenkomst wordt door orgelmuziek ppgeluisterd.

UTRECHT (G). De 4e vacantiedag te Utrecht. Toen in Juli van dit jaar vast stond, dat vaneen collectieve arbeidsovereenkomst voorloopig niets zou komen, hebben wij ons direct tot de R.-K. en Chr. organisaties gewend om mede namens hen een verzoek te doen voor het verkrijgen vaneen week vacantie. Daar de hoofdbesturen van beide organisaties nog in correspondentie stonden met den Metaalbond overeen collectieve arbeidsovereenkomst, vonden zij het wenschel ijker om voorloopig een afwachtenöe houding aan te nemen. Daar niet in alle plaatsen door de &*- deelingen van genoemde bonden eenzelfde standpunt ingenomen werd, kwam men er te Utrecht ook toe om van het eerst ingenomen standpunt af te wijken en werd ten slotte mede namens de R.K. en Chr. bonden d.d. 8 Augustus een verzoek tot de afdeeling Utrecht van den Metaalbond gericht om het aantal vacantiedagen ook voor dit jaar vast te stellen op minstens vier. Wij konden er op wijzen, dat reeds twee leden-werkgevers voorgegaan waren, n.l. „Werkspoor” en de „Fax”. Op 2 September hadden wij een conferentie met den Metaalbond, waar wij dachten dat ook het verzoek omtrent meer vacantie besproken zou worden. Doch helaas, de voorzitter van die conferentie moest ons teleurstellen, daar bij zulk een bespreking het volledige bestuur aanwezig moest zijn en dit niet uitgenoodigd was. Het is ons ten slotte gelukt om op Donderdag 17 October een conferentie speciaal voor het punt vacantie te verkrijgen. Wel waren wij van meening, dat de vacantiestemming voorbij wac, doch evenzeer waren wij van meening, dat zich nog wTel meer dan één gelegenheid voordeed om den 4en vacantiedag wenschelijk te maken. Er is n.l. na ruime besprekingen een vorm gevonden, waardoor het mogelijk is, dat inde Kerstweek de 4e vacantiedag gegeven kan worden en wel de Vrijdag na de beide Kerstdagen. Alleen de firma Jansen en Sutorius wijkt van deze regeling af en zal den ten November als 4en vacantiedag geven. Dit is nu niet bepaald een voordeel voor het personeel, daar de firma op dezen dag nimmer laat werken. Wij hadden dan ook liever gezien, dat ook deze firma buiten den ten November om den 4611 vacaptiedag gegeven had. Direct kregen wij een toestemmend antwoord van de fa. Pannevis en van de fa. Rencker, terwijl de N.V. ~Jaffa” ook wel bereid was den 4en dag te geven, mits een vorm gevonden werd dat toch de dagproductie . gevonden werd, die de firma thans niet kon missen. Met het personeel is daaromtrent nader overleg gepleegd. De fa. de Muinck—Keizer kon nog niet direct een besluit nemen, doch als zij gunstig zou beslissen, dan zou het in elk geval op dezelfde voorwaarden zijn als bij „Jaffa”. Van enkele kleine werkgevers moet nog nader bericht komen, doch deze zijn allen gelegen buiten Utreclit, behalve één, n.l. de Apparatenfabriek v.h. Julius Pintsch. Daar schijnt de geheele vacantieregeling zelfs niet aan die van den Metaalbond te voldoen. Het personeel lijdt daar zoo aan zelfvoldaanheid, dat men het niet noodig achtte van zulke afwijkingen kennis te geven aan de besturen. Zouden de menschen, die op deze fabriek werken, nu niets gehoord of gezien hebben van de zaak, welke zich rondom hen afspeelt ? Kom, kom, een beetje meer oplettendheid is toch niet te veel gevorderd. Laten we nu hopen, dat ook het antwoord van de fa. Muinck—Keizer gunstig is, dan kunnen we toch zeker zeggen, dat het principe van den 4en vacantiedag te Utrecht in zijn geheel gewonnen is. We gaan weer als steeds verder werken aan de verbetering van de arbeidsvoorwaarden van de arbeiders, terwijl wij van U vragen om mee de organisatie te helpen versterken. Dat is het beste argument hetwelk wij bij de verdediging van de gestelde eischen kunnen gebruiken. Brieven over den schoolstrijd De waarde van handtekeningen. In Castricum (N.H.) werd bij het Gemeentebestuur een aanvrage ingediend tot medewerking aan de stichting vaneen „Christelijke” school. Na de indiening namen 14 ouders hun handtekening terug. Een kommissie, bestaande uit Burgemeester, de beide Wethouders en de Gemeentesecretaris, deden aart deze 14 ouders de volgende vragen; 1. Waarom hebt gij de bedoelde lijst geteekend ? 2. Waarom hebt gij nader verklaard uw handtekening als niet getekend beschouwd te wil len zien? Ziehier dan een uittreksel van het officieel verslag van de vergadering dezer kommissie: „No. 1 verklaarde, dat hij zelf op een biezondere school geweest was en daarom