Scheepsbouwuitslagen Een onzer leden vroeg inlichtingen over het schrijven vaneen dek en het verschil van midzeeg en zeeg inde zij. Wij laten hieronder de gevraagde inlichtingen inde vorm vaneen artikeltje volgen. De zeeg of zeeglijn geeft het verloop van de deklijn inde zijde in verticale richting, m.a.w, de deklijn naar hoogte gemeten. Het verschil in hoogte van het dek aan de voorsteven en op het laagste punt inde zijde is de zeeg-vóór; het hoogte-verschil tussen het achterste punt en het laagste punt is de zeeg-achter; het gemiddelde van die twee waarden is de gemiddelde zeeg. Deze waarden moeten vooraf bepaald worden. Het verloop van de deklijn van voorsteven tot laagste punt inde zijde, tot achter, wordt als volgt vastgelegd. Men tekent een horizontale lijn van ± 18 c.M. en haaks daarop een lijn van 64 m.M., waarop de volgende afstanden vanaf de horizontale lijn zijn afgezet: 1,4, 9, 16, 25, 36 en 49 m.M. De punten op de verticale lijn worden allen verbonden met het andere eindpunt van de horizontale lijn. Nu berekent men de vóórzeeg en de

achterzeeg op zodanige schaal, dat de voorzeeg wat kleiner is dan 64 m.M. Is de vóórzeeg b.v. 1.50 M. en de achterzeeg 0.80 M„ dan kiest men schaal 1 ; 25, dus vóórzeeg 60 m.M. en achterzeeg 32 m.M., past deze af tussen de horizontale lijn en de bovenste schuine lijn en trekt verticale lijnen door de gevonden punten A en B. De afstand A B wordt in 2xB gelijke delen verdeeld en door de doelpunten worden verticale lijnen getrokken, die de schuine lijnen op 49, 36, 25 m.M. enz. snijden. De afstanden van die snijpunten tot de horizontale lijn, vermenigvuldigd met de gekozen schaal (hier; 25) geven de hoogten van de deklijn boven de horizontale lijn door het laagste punt van het dek. De deklijn in het midden ligt overal een kleine afstand bóven de deklijn inde zijde. Deze afstand is de dekrondte. Men maakt op het tekenbord (en later op de spantenvloer) een dekmal als volgt. Zet horizontaal de grootste scheepsbreedte uit; trek op het midden een

halve cirkel met de dekrondte als straal; verdeel de om trek van de halve cirkel, en de middellijn, en de scheepsbreedte in 8 gelijke delen. Verbind de overeenkomstige punten van omtrek en middellijn en zet de lengten van de verbindingslij ntj es verticaal boven de verdeelpunten der scheepsbreedte uit. Trek door de zo gevonden punten de dekbalklijn. In vóór- en achterschip wordt de scheepsbreedte kleiner en daarmee ook de dekrondte. Wil men op een gegeven punt in vóór- of achterschip de dekrondte weten, dan zet men op de dekbalk-lijn de betreffende scheepsbreedte uit en verbindt de snijpunten dooreen horizontale lijn. De afstand der gebogen dekbalk-lijn boven deze horizontale lijn is de dekrondte op de gegeven plaats. Zet men de dekrondten boven de zeeg-in-dezijde uit. dan vindt men de zeeg in het midden. M. B.

VRAGENBUS VRAAG 33; In het weekblad Electra heeft enige maanden geleden een beschrijving gestaan over het aansluiten vaneen 3-phase-draaistroommotor op éénphase wisselstroomnet met behulp vaneen condensator. Ik heb een 3- phasemotor 220 V., welke ik in ster of in driehoek kan schakelen, maar ik heb maar een éénphase aansluiting. Volgens de schakeling en de beschrijving moet de motor circa 80% van het vermogen afgeven bij ongeveer gelijkblijvend toerental (1400). Het volgende wilde ik graag weten: 1 . hoe groot moet de condensator zijn bij ster- of bij drlehoekschakeling? 2 . hoe zwaar moeten de smeltveillgheden zijn? 3 kan ik zo’n condensator zelf maken en hoe moet ik hem samenstellen? ANTWOORD: In No. 1 en 2, jaargang 1936 van Onze Gids, is reeds de eénphase aansluiting van draaistroommotoren door ons besproken en ineen grafiek de benodigde condensatorcapaciteit aangegeven. Voor het geval, dat deze nummers niet in uw bezit zijn delen wij u gaarne mede, dat voor uw motor een condensator met een capaciteit van 125 microfarad en voor een bedrijfsspanning van 220 volt wordt vereist. De motor kan met smeltveiligheden van 10 A worden beveiligd. Het zelf vervaardigen vaneen condensator van zo grote capaciteit is ondoenlijk. Zulke condensatoren kunnen alleen worden vervaardigd in fabrieken waar men beschikt over isolatie-impregneerinrichtingen en wikkelmachines voor het opwikkelen van isolatie en metaalbekleedsels. Er bestaan dan ook verschillende fabrieken die zich speciaal op het vervaardigen van condensatoren hebben toegelegd. Daardoor is het mogeiijk geworden om condensatoren tegen vrij billijke prijs te vervaardigen.

lets over het indicateur-diagram en de indicateur

Een indicateur is een toestel om iets te indiceren, d.w.z. aan te geven. De bierbedoelde indicateurs zijn die, welke gebruikt worden voor het nemen van indicateurdiagrammen bij stoomwerktuigen. Zoals algemeen bekend verondersteld mag worden, bestaat een stoomwerktuig in principe steeds uiteen cylinder met zuiger. De turbine neemt als roterend stoomwerktuig een speciale plaats in. Wel is het mogelijk de turbine als een soort zuigerstoomwerktuig te beschouwen, doch het ligt niet inde bedoeling hierop nauer in te gaan. Een indicateurdiagram is voorgesteld in figuur 1 en bezit een horizontale en een verticale as (abscis en ordinaat). De horizontale as geeft de door de zuiger afgelegde weg (de slag) aan en de verticale as de druk. Daar nu arbeid een product van kracht en weg is, is het door het diagram omsloten oppervlak een maat voor de door de machine per slag ontwikkelde arbeid Het zal dus duidelijk zijn, dat het verkrijgen vaneen indicateurdiagram van veel gewicht is. Het toestel waarmede dit diagram wordt verkregen, de indicateur, bestaat uiteen zuigertje Z. dat zich nauwkeurig passend ineen cylindertje C bewegen kan. Op het zuigertje Z drukt een veer (de indicateurveer) V. Een aan het zuigertje Z verbonden stangetje S werkt via enige hefboompjes H op de schrijfstift T. Onder deze schrijfstift bevindt zich een blaadje papier, dat op een trommel (de indicateurtrommel) R is gespannen. Wanneer we nu de ruimte onder het zuigertje Zin verbinding brengen met de ruimte boven of onder

de zuiger van. het te onderzoeken stoomwerktuig (in fig. 2 slechts schematisch en vereenvoudigd weergegeven) dan zal, mits de veer goed gekozen is, het zuigertje en daarmede de schrijfstift een beweging maken, waarvan de grootte steeds evenredig is met de druk, die inde arbeidscylinder heerst. De stift neemt dus ieder ogenblik een stand in, die overeenkomt met de kracht, welke op de zuiger van het stoomwerktuig wordt uitgeoefend. Verbinden we nu de trommel R op zodanige wijze met het stoomwerktuig, dat het blad papier in gelijke mate onder de schrijfstift door beweegt als de zuiger zich inde cylinder verplaatst, dan zal de schrijfstift bij iedere stand van de zuiger de bijbehorende druk aantekenen en de kromme lijn van figuur 1 zal het gevolg zijn. Deze verbinding kan bestaan uiteen koord (het indicateur-koord), dat de verkleinde beweging van bv. de kruiskop van de machine mede maakt. De verkleining van de beweging is nodig, omdat anders het indicateurdiagram even lang zou worden als de arbeidscylinder. Figuur 2 toont een vereenvoudigde voorstelling vaneen stoomwerktuig met aangesloten indicateur. Door middel van de kraan K kan de indicateur met de deksel- of met de bodemzijde van de zuiger verbonden worden. Het is natuurlijk zonder meer mogelijk de indicateur toe te passen voor werktuigen aangedreven door andere gassen of dampen dan stoom, b.v. lucht, terwijl ook diagrammen van compressoren en pompen evenals van b.v, stoomhamers, etc. genomen kunnen worden. J. H. W. H.