Voor de Metaalbewerkers
De jeugd van toen en nu De jeugd van thans en die van 1898, van 40 jaar geleden, zou er, op allerlei gebied, groter tegenstelling denkbaar zijn? Eén jaar na de kroningsfeesten, in 1899 dus, ging de schrijver van deze regelen, die ineen kleine stad in Zuid-Holland woonde, in het veel grotere Den Haag werken. Hij was toen zestien jaar oud en werkzaam in het z.g. burgerbedrijf. Z’n aanvangsloon bedroeg er cent per uur, maar daarvan moest 60 cent per week af voor een „werkmanskaart”, die nodig was om elke dag van z’n woonplaats naar Den Haag en terug te reizen. Werktijd: van ’s ochtends zes tot ’s avonds half acht, onderbroken door schafttijden van 85—9 uur, van 12—1 uur en van s—s£ uur. Dat laatste kwartier werd doorbetaald. Er werd dus twaalf uur per dag gewerkt gedurende vijf dagen. Op Zaterdag eindigden wij één uur vroeger, om half zeven dus. Tezamen 71 uren per week, maar in feite Waren wij toch veelal genoodzaakt om nog langer te werken. Gedurende de drukke maanden, half September tot half December, tot ’s avonds tien uur. En de mensen vonden dat zeer gewoon. Wij Voor ons moesten dan nog de spoorreizen van en naar Den Haag maken en dat ging 40 jaren geleden nog niet zo snel als tegenwoordig. Voor de feestdagen werd geen cent vergoed, overuren werden met niet meer dan het gewone uurloon betaald en bij ziekte ontving men niets. Op Nieuwjaarsmorgen, -zo ongeveer tegen twaalf uur, kwam het gehele personeel, een man of twaalf, inde zaak bijeen. Dan waren er de baas en zijn zonen en de borrelfles ging rond. Hoe meer die werd aangesproken, des te groter en mooier werden de werkstukken, die men in de loop der jaren zoal gemaakt had. De fantasie kende geen grenzen. En als de voorraad bij den baas uitgeput was, ging de gezamenlijke bemanning een bezoek brengen aan de stamkroeg, waar dan de Nieuwjaarsviering werd voortgezet. Alleen als je boven de zestien was, mocht je, zij ’t dan ook inde kwaliteit van aankomend halfwas, het feest bijwonen. Wij doen zomaar een heel enkele greep uit onze herinneringen om de jongere lezers een indruk te geven van het leven dier dagen. Wat zijn 40 jaren, als je er op terugziet, wel te verstaan; niet als je ze nog voor de boeg hebt. Eigenlijk waren de jonge arbeiders van die tijd vroeg-oude mannetjes, in gedraging, in kleding, in gewoonten. En daarbij moet dan in aanmerking genomen worden, dat we in 1898 in feite op een keerpunt leefden. De nieuwe tijd rammelde aan de deur van het tot dien nog vrij duffe Holland. Op ’t gebied van sport, voor de arbeidersjeugd wei te verstaan, was de athletiek in opkomst, maar dan nog slechts binnen de muren van het gymnastieklokaal. En het aantal deelnemers was hog maar heel gering. Jeugdverenigingen waren slechts bekend inde vorm van Christelijke jongelings- en knapenverenigingen (voor Protestanten) en congregaties (voor Katholieken). Van de laatsten hebben wij geen ervaring, maar naar hetgeen wij er van vernamen, moeten er o.a. kaartspel en biljartspel beoefend zijn geworden. Wij zelf waren lid vaneen Christelijke jongelingsvereniging, waar kaartspel verboden was en overigens slechts domino en damspel beoefend Werden. Maar wij „deden” ook aan declamatie en zelfs &an een soort van imitatie-toneel. Dat werden
dan „samenspraken” genoemd. De teksten waren in de regel afkomstig van Christelijke hoofdonderwijzers of soortgelijke lieden en ze waren achteraf beschouwd stierlijk-vervelend van inhoud. Toch zouden wij niet graag beweren, dat wij er niets geleerd hebben en dat onze daar doorge"brachte uren zonder nut zouden zijn geweest.
Een groot deel van onze jonge tijdgenoten zocht ander vermaak, waarvoor evenwel slechts inde café’s gelegenheid bestond. Nu moeten wij niet zó kortzichtig zijn om van dit alles de schuld aan „het kapitalisme” of aan „de bourgeoisie” te wijten. Want toen in ongeveer dezelfde tijd het rijwiel opgang begon te maken, ging er al direct veel veranderen. „Het kapitalisme” heeft, naast veel kwaads, ook heel veel goeds op z’n geweten, maar daarover zullen wij nu in dit verband niet verder uitwijden. Overigens, ondanks al het kwade, dat de vroegere jongelings verenigingen is toegedicht, kan toch niet worden ontkend, dat zij ook hun deel geleverd hebben van de toekomstige leiders van arbeidersverenigingen. In ons leven hebben wij er velen ontmoet, die evenals wij hun vermogen tot spreken en schrijven daar tot ontwikkeling hebben zien brengen. In feite, kameraden, in velerlei opzicht is het uiterst moeilijk om de jeugd van vóór 40 jaren met die van heden te vergelijken. Zij, die nu de vijftig gepasseerd zijn, hebben meer dan enige
andere generatie het razende tempo van de technische en economische ontwikkeling gadegeslagen. Zij begroetten de electriciteit, het rijwiel, de auto, de vliegmachine om van alle andere ontdekkingen en uitvindingen nog maar niet te spreken. Genoeg zij het te constateren, dat de jeugd van heden naar lichaam en geest er ontzaglijk veel gunstiger voorstaat dan die ten tijde van Wilhelmina’s troonsbestijging in 1898. Vele en velerlei omstandigheden hebben daartoe bijgedragen. En ook wanneer wij niet de ogen sluiten voor veel nadelen aan onze huidige verwarde tijd verbonden, mogen wij met betrekking tot onze jongeren van heden een grote, geestelijke, verstandelijke vooruitgang vaststellen. Bij alle fouten, die onze tijd aankleven, is er voornamelijk één ding, dat de schaal ten gunste van de jeugd van nu doet overslaan. Dat is het gevoel van eigenwaarde, van zelfvertrouwen ook. En dat vooral hebben wij nodig om onze plaats inde samenleving op te eisen. Na 40 jaren staat onze jeugd geestelijk en lichamelijk veel beter toegerust om zich in allerlei opzicht te laten gelden. Zij danke dit voornamelijk aan de maatschappelijke vooruitgang in het algemeen, maar in niet mindere mate aan de strijd, die sedert 1898 door de arbeiders zelf gevoerd is om zich een gunstiger plaats aan de levensdis te veroveren. En onze jeugd moet daarmee voortgaan in het voetspoor, dat een oudere generatie achter zich liet.
Ontdek uw stad Tentoonstelling te Rotterdam. Men schrijft ons: Wie Rotterdam bezoekt, zal zeker op verschillende plaatsen de woorden „Ontdek, uw stad” lezen. Er zullen misschien nog mensen zijn, wie deze woorden eerst nu voor het eerst opvallen en zij zullen zich zeker afvragen, wat hiermede wordt bedoeld. „Ontdek uw stad” is een interessante tentoonstelling, welke door Rotterdamse jonge werklozen is opgebouwd. De populariteit welke zij in korte tijd ook buiten de stad heeft verkregen, ligt echter inde eerste plaats inde originele en smaakvolle wijze, waarop de verschillende taeziens- en wetenswaardigheden van Rotterdam naar voren worden gebracht. Het valt dan ook niet te verwonderen, dat reeds meer dan 75.000 mensen hier een bezoek brachten, welke allen even enthousiast waren. Zelden heeft een dergelijke tentoonstelling zo’n groot aantal bezoekers getrokken. Steeds meer mensen uit alle delen van het land komen op deze originele wijze Rotterdam „ontdekken”. Wij kunnen hier onmogelijk de vele bezienswaardigheden op deze tentoonstelling vermelden, echter willen wij niet nalaten, enkele van
de belangrijkste te noemen. Op de tentoonstelling vinden wij maquetten van de verschillende woningtypen, uitbreidingen en recreatie-oorden. Het is zeker de moeite waard, om de bevolkingspyramide eens nader te bekijken. Het ventilatiegebouw van de toekomstige Maastunnel, geheel in koper uitgezaagd, is zeker wel de mooiste maquette welke hier wordt geëxposeerd en ieder heeft hier dan ook buitengewoon veel belangstelling voor. Naast de ontelbare bezienswaardigheden, imposante bouwwerken, musea, bedrijven, havenwerken, enz., treffen wij een plattegrond van Rotterdam aan, waarop door middel vaneen schakelrad alle tramroutes stuk voor stuk kunnen worden verlicht. Als bijzondere attractie noemen wij een vliegtochtje boven Waalhaven. Alleraardigst is ook de voorstelling van de Coolsingel van 50 jaar geleden en de moderne boulevard van thans. Tenslotte wordt de aandacht nog gevestigd op de omgeving van de stad, voorgesteld dooreen aantal fraaie maquetten en een vijftigtal bijzonder mooie verlichte foto’s Een bezoek aan „Ontdek uw stad”, gevestigd aan de Schiedamsesingel 55, zal uw uitstapje naar Rotterdam zeker tot een van de aardigste herinneringen maken. Moge deze korte uiteenzetting uw interesse voor deze mooie tentoonstelling hebben opgewekt.
Uit de Jeugdgroepen
Rotterdam (L. B.) Het is dezer dagen 10 3 aar geleden, dat onze vrienden A. J. Elsinga en P. A. Barm. thans resp. jeugdleider en penningmeester der groep, aan het groepswerk deelnamen, terwijl het over enige maanden ook 10 jaar zal zijn, dat zij deel uitmaken van het jeugdgroepbestuur. Een en ander heeft bij de kern van onze leden de gedachte gewekt dit dubbele jubileum ineen enigszins feestelijke bijeenkomst te vieren. Wij nodigen nu reeds alle jeugdleden uit hierbij aanwezig te zijn. De juiste datum zal in het volgende nummer worden bekend gemaakt, doch zal vermoedelijk een Zaterdagavond zijn einde September of begin October.
Op verzoek van verschillende meisjes hebben wij inde komende winter zoveel mogelijk de Vrijdagavond vrij gehouden. De agenda is nu als volgt: ledere Maandagavond: repetitie mandolinegroep. ledere Dinsdagavond: repetitie R. R. Ramblers bij Windhorst. ledere Woensdagavond: repetitie lekenspelgroep. Dit laatste met uitzondering van Woensdag 28 September in verband met het huwelijk van W. Gardien, Behalve de Ramblers repeteren tot nader order alle groepen inde jeugdherberg, Oosterkade 20. Wij stellen weer pogingen in het werk om een rhythmische
dansgroep voor de meisjes op te richten. Alle gegadigden gelieven zich te melden aan bovenstaand adres of bij Mien Boers, Jan Kobellstr. 33, Rotterdam-W., waar men zich ook kan melden wanneer men interesse heeft voor de mondorgelgroep. Verder willen wijde komende winter wat meer aan ontwikkelingswerk doen dan dit inde afgelopen winter het geval was. Over de juiste wijze zullen we met jullie nog overleggen. Wel is waar is de zomer practisch afgelopen, doch dit behoeft geen bezwaar te zijn nog even over kamperen te spreken. Wij willen eens uitzien naar een ander kampeerterrein dan wij tot nog toe in Oostvoome bezitten. Ideeën of wensen worden door ons in dank aangenomen, zodat wij inde zomer van 1939 weer een goed kampeerseizoen kunnen hebben, volgens de wensen van de grote meerderheid.