De hand. blijve aan de ploeg

Althans voor wat het uiterlijke betreft heeft ons Nederlandse volk zonder al te grote bewogenheid de gebeurtenissen van na de 9e Mei over zich heen laten gaan. Wat in het innerlijke van de mensen leeft, onttrekt zich grotendeels aan uiterlijke waarneming. De mens heeft, en dat is maar goed ook, een groot aanpassingsvermogen en schikt zich in hetgeen onvermijdelijk is. De zucht tot zelfbehoud is elk normaal individu als een stuk geestelijke erfenis meegegeven en dat geldt evenzeer voor onze gehele volksgemeenschap. Vandaar het streven naar herstel, naar wederopbouw. Inde veel kleinere gemeenschap van ons bondsleven willen wij dat ook. Wij zijn er tot nog toe voor in staat geweest. De gehele structuur van onze Bond heeft trouwens niet geleden. Wij hadden op 10 Mei het contact met al onze afdelingen op één na verloren, maar die toestand heeft niet zo heel lang geduurd. We schrijven nu 1 Juni en kunnen constateren, dat de gemeenschap met al onze afdelingen hersteld is en dat overal gedaan wordt wat in deze dagen als eerste plicht wordt verlangd. Onze grootste afdeling Rotterdam, met haar meer dan tienduizend leden, is het meest gehavend. Niet een storm was het, die over haar ging, maar een orkaan. Ons bondsgebouw aldaar, dat in 1931 was gebouwd, is geheel vernietigd en met hem zijn gehele inventaris. Alleen wat veilig weggeborgen was ineen fabricaat van Lips’ Brandkastenfabriek, heeft de vuurproef glansrijk doorstaan. Wat dat betreft: leve de firma Lips! Het archief van de afdeling ging geheel verloren en ten bondskantore te Amsterdam heeft ons personeel hard en vele extra-uren moeten werken om Rotterdam van het nodige te voorzien. Een taak, die overigens nog niet gereed is. Een gelukkige omstandigheid is, dat wij hier in Amsterdam in het bezit waren van alle gegevens, die nodig zijn om de afdeling weer te laten functioneren. Onze afdeling administratie had en heeft de handen meer dan vol om alles te laten marcheren. Het aantal aanvragen tot machtiging voor het

verstrekken van werklozenuitkering, is buitengewoon groot, maarde krachten zijn aanwezig om als het moet, bergen werk te verzetten. De leden van ons personeel komt stellig een extra woord van lof toe voor de betoonde bereidheid tot aanpakken. Overigens hebben ook de personelen en de bestuurders van vele onzer afdelingen een veelbewogen tijd achter de rug en zitten nog dagelijks tot over de oren in het werk. Van alle kanten wordt een beroep gedaan om hulp aan bondsmakkers, die deze behoeven. Hulp inde vorm van geld, maar evenzeer inde vorm van adviezen. Gelukkig zijn wij in staat om aan alle reglementaire verplichtingen te voldoen en daarnaast ook nog wat hulp te verlenen, waarop geen reglementaire aanspraak bestaat. Onze hoop is gevestigd op een stevige afname van de werkloosheid, waarnaar zowel door eigen als door de bezettingsautoriteiten ernstig gestreefd wordt. Wij gaan door met ons werk, voorzover de omstandigheden dit toelaten en met inachtneming van de voorschriften van autoriteiten. Ook nu nog heeft onze Bond een belangrijke taak te vervullen en tot ons grote genoegen hebben wij mogen ervaren, dat onze besturen der afdelingen aan activiteit niet hebben ingeboet. Een herhaald, dringend beroep doen wij op onze leden om de Bond trouw te blijven, in welk verband wij mededelen, dat zelfs nu nog nieuwe aanmeldingen voor het lidmaatschap binnenkomen. Zolang ons dat mogelijk is zullen wij ons blad in zijn oude vorm, zij 't ook verminderd tot acht pagina’s, laten verschijnen. De wijze, waarop wij voor enige jaren de krant hebben veranderd, maakt het ons gemakkelijk de band met de leden en hun huisgenoten te behouden. Wanneer wij in deze tijd een vergelijking maken met vorm en inhoud van andere organen van vakverenigingen, valt die zeer in ons voordeel uit. Wij handhaven onze technische, alsmede onze voor de familie bestemde rubriek en gaan voort met onze illustratieve verzorging. En dat alles inde hoop, dat de hechte band, die er immer tussen bondsleiding en leden was, behouden zal blijven.

Examens 1940 van de V.f.V. Zij, die wensen deel te nemen aan dein Juli en/of Augustus a.s. te Amsterdam, Brunssum (L.), Groningen en Rotterdam te houden monteurs-examens voor het Sterkstroom- of voor het Zwakstroomdiploma, kunnen zich daartoe uiterlijk tot 10 Juni a.s. schriftelijk aanmelden op formulieren welke, met de gedrukte voorwaarden voor deelname, na 30 Mei a.s. verkrijgbaar zijn bij de Gemeente-Electriciteitsbedrijven en bij de Gemeente-Telefoonbedrijven te Amsterdam, Den Haag en Rotterdam; bij de Ambachtsscholen te Apeldoorn, Assen, Breda, Doetinchem, Groningen, Hoogeveen, Leiden, Tiel, Utrecht en Wageningen; te Brunssum aan de Staatsmijn Hendrik; te Enschede bij de Electrische Bedrijven; te Haarlem bij het Gemeente Electriciteitsbedrijf;

te Hengelo bij het Twents Centr. Stat. v. Elec. Stroomle vering; te Hilversum bij de Gemeente-Lichtbedrijven; te Zwolle bij de N.V. Electriciteitsfabriek IJsselcentrale. Of schriftelijk aan te vragen bij den Adm. Gedelegeerde der V.E.V., Tesselschadestraat 1, Amsterdam-W. De Zwakstroomexamens vinden uitsluitend te Amsterdamplaats. Examen electro-installateur De examens ter verkrijging van het V.E.V.-Installateursdiploma worden bij voldoende deelname te Amsterdam en Groningen gehouden. Aanmeldingsformulieren zijn tot 10 Juni a.s. verkrijgbaar aan de Ambachtsschool te Groningen en bij den Adm. Gedelegeerde der V.E.V., Tesselschadestraat 1, Amsterdam-W.

Het verbod van stopzetting van de arbeid en ontslag van arbeiders in ondernemingen De opperbevelhebber van Land- en Zeemacht heeft de volgende verordening afgekondigd: Artikel 1. Het is na 27 Mei verboden: a. de arbeid ineen onderneming blijvend of tijdelijk stop te zetten, of de arbeidsduur te verminderen tot minder dan 36 uur, of b. gedurende een tijdvak van dertig achtereenvolgende dagen 25 of meer arbeiders ineen onderneming, al of niet tegelijkertijd te ontslaan, zonder hiertoe vooraf schriftelijke vergunning te hebben verkregen van of namens den directeur-generaal van de arbeid. Aan deze vergunning kunnen voorwaarden worden verbonden. Artikel 2. 1. Het verzoek om vergunning moet worden gericht aan het districtshoofd der arbeidsinspectie en bevat de redenen voor het verzoek en vermeldt het aantal en de soort van arbeiders, die door voldoening aan het verzoek geheel of gedeeltelijk buiten werk zullen komen. 2. Op het verzoek wordt zo spoedig mogelijk beslist. Artikel 3. Het hoofd of de bestuurder van de onderneming, die in het tijdvak van 10 tot 28 Mei 1940, hetzij de arbeid inde onderneming heeft doen stopzetten, hetzij 25 of meer arbeidskrachten in zijn onderneming al pf niet tegelijkertijd heeft ontslagen, geeft daarvan kennis aan het districtshoofd van de Arbeidsinspectie voor 3 Juni 1940, schriftelijk. Hij vermeldt daarbij de redenen van het gedane ontslag of van het stopzetten van de arbeid, en het aantal en de soort van arbeiders, die als gevolg van het stopzetten van de arbeid of het ontslag buiten werk zijn gekomen. Artikel 4. Deze verordening treedt in werking met ingang van 28 Mei 1940. VOOR DE MILITAIREN De vergoedingen aan kostwinners worden doorbetaald Voor overledenen voorlopig nog veertien dagen (N.V.V.) Het Departement van Defensie maakt, in overeenstemming met den Duitsen bevelhebber in Nederland, het volgende bekend; De burgemeesters behoren met het uitbetalen van de kostwinnersvergoedingen door te gaan. Vele personen, aan wie kostwinnersvergoeding is toegekend, bevinden zich thans ineen andere gemeente dan waar zij vroeger vergoeding ontvingen. Dezen zullen zich veelal tot den burgemeester van hun verblijfplaats wenden om uitbetaling van vergoeding. De burgemeester kan daartoe overgaan, als belanghebbenden voldoende duidelijk maken, dat zij recht op de vergoeding hebben. Hij dient der gelijke personen er op te wijzen, dat wie zich in deze aan oneerlijkheid of misbruik van vertrouwen schuldig maakt, streng gestraft kan worden. De burgemeester, die de uitbetaling doet, moet den burgemeester van de gemeente, waar de uitbetaling tevoren plaats had, zodra mogelijk inlichten. Ten aanzien van overledenen gaande burgemeesters voorlopig veertien dagen door met het uitbetalen van vergoedingen aan de verwanten. Nadere voorzieningen kunnen spoedig worden verwacht. Burgemeesters-comptabelen kunnen, voor zo ver nodig, geld ter goede rekening ontvangen. Andere burgemeesters kunnen op hun aanvraag een voorschot ontvangen van 90 procent van het bedrag, hetwelk door hen is uitbetaald en nog niet met het Departement van Defensie is verrekend.