53e Jaargang Nummer 19 Verschijnt efke veertien 'dagen Zaterdag 2 Oct. 1948

de Metaalbewerker

UIIG. VAN DE ALG. NED. METAALBEWERKERSBOND, Red. D W. v. HATTEM, HEMONYLAAN 24, AMSTERDAM-Z JeL 27858-20821

LOJ tjL'J iziii %\ \'••• :J A p"H! ;\ I * \ >■ Me, ******* *'>/*. rv*/ // – % x -r: • tt&'v/ * * »/ \ : f : * : : ; : : . : r ♦> A\ Efio v, A m : rr-V: k# JÉPi —l • «■'t A i—.«#♦** » * ♦s. :,j | : ;f\« *A *. Y e.\ ayr.ji . ; ..: : *r; : – •

x (C. W. v. W.) „Vandaag is de nieuwe Grondwet plechtig afgekondigd”, zegt de omroeper van de nieuwsberichten en wij realiseren ons, dat daarmede „Indonesië” officieel zijn intrede heeft gedaan in de staatsrechtelijke termen en het begrip „Indië”, door velen nog maar al te graag, ook na de tot standkoming van de republiek, bij wijze van demonstratie gehanteerd, inde ban is gedaan. „Volgens de berichten zou in Indonesië de communistische republiek zijn uitgeroepen en de Luitenant Gouverneur-Generaal v. Mook vertrekt in verband hiermede morgenvroeg”, zegt de berichtgever verder. En opnieuw worden wij ons pijnlijk bewust van de grote tragedie, die juist op deze historische dag een nieuwe climax heeft bereikt. De stem gaat verder en verhaalt van het laatste rapport van Bernadotte, zijn testament, waarin hij een hartstochtelijk beroep doet op, de Verenigde Naties om het heilige land voor verdere vernieling te bewaren. En dan komen de dagelijkse berichten over de zoveelste conferentie in Moskou, over de spanning in Berlijn en over de stakingen in Frankrijk en minutieus als de nieuwsdienst onder alle omstandigheden nu eenmaal is, volgt dan nog een herhaling van het weerbericht, dat voorspelt

dat het kouder wordt en dat er regen op komst is. Ook zonder deze toevoeging zijn wij ons de kilte om ons heen wel bewust geworden, want dit soort van nieuws zijn wede laatste tijd wel gewend geraakt. Wij lazen onlangs een bitter gestemd artikel vaneen strijder uit het verzet, die nog eehs de revue liet passeren hoe wij tijdens de bezetting hebben geleefd op onze verwachting, dat na de oorlog alles anders en beter zou worden en die zijn ontgoocheling over de ondervonden teleurstel-

llng formuleerde inde vraag „of dan alles voor niets was geweest”. En toch, ondanks de weinig bemoedigende aanhef zijn wij dit artikel niet begonnen om ineen even pessimistische toon te eindigen. Want de titel ervan zegt al, dat wij over onze Bond wilden schrijven en over de

plaats die zij te midden van dit geweldige wereldgebeuren inneemt. De aanleiding ligt voor het grijpen; wij staan aan de aanvang vaneen nieuw seizoen. De herfst doet zijn intrede en naar oude traditie is dit de tijd voor het inluiden vaneen nieuwe propaganda-actie. Meer dan de traditie handhaven, is het dit keer feitelijk niet, want de formidabele groei, die ook na het bereiken van de 60.000 is blijven aanhouden en die ons op het ogenblik vèr over de 63.000 leden heeft gebracht, maakt een speciale actie niet nodig. Het is het bijzondere karakter van deze, onze, vorm van propagandavoeren, die de aandacht trekt, waar wij met trots op willen wijzen. Sinds October 1946, toen wij begonnen met de actie „Smeedt één blok!”, is ons ledental met ruim 18.000 toegenomen en het gaat nog in hetzelfde tempo voort. Dit is ggen „actie” inde zin van wat in het spraakgebruik onder dit woord wordt verstaan: een voor betrekkelijk korte tijd oplaaiende activiteit, al hebben wij deze hoogtepunten van tijd tot tijd nodig; dit is het resultaat van de permanente, rusteloze en niet aflatende wil tot overtuigen en getuigen, waarop de meest botte afweer afstuit en die tot succes moet leiden en heeft geleid. Het is het werk van mensen die, als de Indonesiërs, weten wat de vrijheid waard is, die, als na Gandhi opnieuw

een strijder voor vrede en recht door moordenaarshanden valt, de belofte afleggen dat zij zijn werk zullen voortzetten en die zich in hun strijd voor een menswaardig bestaan niet van de zelf gekozen weg laten afdringen. Dit is onze kracht, waarop wij trots zijn en het is onze sterkte, die ons verantwoordelijkheid oplegt, naar buiten en naar binnen. Naar buiten om door de macht van het aantal ons willen tot uitdrukking te brengen, naar binnen door ervoor te zorgen, dat allen, die bij ons zijn, ook weten wat wij willen, waardoor wij onze innerlijke kracht vergroten. Sterk zijn wij, maar nooit sterk genoeg zolang nog duizenden buiten onze rijen staan en zolang niet alle leden bondgenoten zijn. Sterk moeten wij zijn, omdat wijde kilte, die ons omvat, willen verwarmen met ons idealisme. Sterk zullen wij zijn als wij temidden van de moeilijkheden, die ons omringen, onze eigen weg gaan. Daarom zal dit onze nieuwe propaganda-actie zijn: dat wij allen, die bij ons horen en die bij ons zijn, hechter aanéén smeden in één sterke bond! ZO STERK ALS STAAL!!

Een kameraad j*aat heen! Op de verschijningsdatum van dit nummer wordt er door de afdeling Den Haag een afscheidsreceptie gehouden ter gelegenheid van het feit, dat ons aller vriend Hannes Baart, voorzitter van de afdeling en bezoldigd bestuurder van de Bond, zijn loopbaan als zodanig beëindigt. In het volgende nummer zullen we nog gelegenheid geven over deze receptie en de grote bijeenkomst voor de leden en hun vrouwen of verloofden op 6 dezer, te schrijven, thans echter reeds eer} woord onzerzijds. Hendrik Johannes Baart werd op 6 Mei 1884 te Leiden geboren. Voor wie zich eens even de ogen moet uitwrijven in verband met dit Hendrik Johannes, zij opgemerkt, dat deze volgorde van de aanvang al een vergissing was. Het had Johannes Hendrik moeten zijn. Over de oorzaak van deze vergissing ligt de sluier der discretie. En och, wat doet het er ook toe. Vergissen is menselijk en vader Baart was niets menselijks vreemd. Inde practijk is het tóch Hannes geworden, omdat een zo zoete naam als Hendrik bij een figuur als Hannes niet zou hebben gepast. Uit de geboortedatum blijkt, dat onze collega met zijn vertrek vèr over tijd is. De desbetreffende bepaling in de rechtspositie luidt, dat een bestuurder met pensioen .gaat in het jaar waarin hij 60 wordt en Hannes is nu ruim 64. Toen ons land bevrijd werd, was hij de 60 dus reeds gepasseerd. De Bond kon hem echter bij de wederopbouw van onze organisatie niet missen en verzocht hem nog een poosje te blijven. En thans moest hem worden verzocht te gaan want Baart is ondanks zijn leeftijd nog een gezonde stoere kerel, met een levenslust en een werkdrift als vele jongeren mochten hopen te bezitten. Lag het aan hem, hij zou het werk, waaraan hij zo zeer verknocht is, nog niet laten rusten! Maar er is nu eenmaal een tijd van komen en van gaan en Hannes is toch reeds recordhouder. Want geen der collega’s! die vóór hem inde „ruststand” traden, bleven zó lang. (Vervolg op pag. 2).