1 E C H N I S C H E RUBRIEK

Het opmeten van de spoed bij een scheepsschroef II Daar de gegoten schroef niet altijd geheel zuiver is past men deze berekening op enkele plaatsen van het zelfde blad toe, steeds met een andere straal en vergelijk aan de uitkomsten Door middel, van de gekregen uitkomsten krijgt men dan de gemiddelde spoed die als „de’ spoed wordt aangegeven. Inplaats van op hetzelfde blad kan men ook de andere bladen kiezen. Bij het hierboven behandelde is uitgegaan van de veronderstelling, dat de spoed van de schroef overal even groot is, wat het meeste voorkomt. Hoe, kleiner de straal genomen wordt, des te kleiner is ook het gedeelte van de omtrek, zodat we toch dezelfde spoed krijgen, al schijnt het door de grotere steilte van de schroeflijn alsof de spoed groter is. Een ander middel om de spoed te meten is in fig. 3 aangegeven Hierbij legt men weer de schroef op de besproken wijze op de grond en slaat in het asgat een pen met verdikking, waarom het stuk C met een naaf kan draaien. Op de verdikking van de pen is een verdeling in graden aangebracht. Op C bevindt zich een verschuifbaar stuk, zoals bij een stokpassei toegepast wordt. Hierin bevindt zich een in verticale richting verschuifbare pen. Men laat de pen inde stand A op het blad neer. De straal, waarop de pen staat, is dan bijv. R, In deze stand staat de graadverdeling op nul Men draait nu stuk C overeen hoek van 30 graden in stand B: laat de pen zakken en meet het verschil op. Een hoek van 30 graden is 1/12 van de omtrek vaneen cirkel. Indien de pen C 1/12 van de om trek, is gedraaid, moer ook de af gelegde weg inde richting van de as dus 1/12 van de spoed zijn (zie het behandelde bij de schroefbout). Op welke straal we ook meten, steeds krijgen we dus met de pen hetzelfde verschil, dat dan 1/12 van de spoed bedraagt. De gehele spoed is dan zeer gemakkelijk te berekenen. Aangenomen is ook hier, dat het blad overal dezelfde spoed heeft. Door middel van de diverse uitkomsten krijgt men dan „de” spoed. Een bezwaar van deze methode is net zuiver afzetten van de hoek van 30 graden Bij de eerste het zuiver bepalen van het gedeelte omtrek. De gevonden of berekende waarden zijn dan ook altijd meer of minder benaderde waarden Ten slotte, na het behandelde, nog de vraag wat eigenlijk de =poed vaneen schroef is. Evenals bij een bout is dit de weg inde asrichting bij èén omwenteling afgelegd als de schroef ineen vaste massa bewoog en dit zou dan ook de weg zijn

door het schip afgelegd. Aangezien het water geen vaste massa is, treedt er dus verlies op en zal de afgelegde weg kleiner zijn. Dit bedrag wordt wel de slip genoemd Met net oovenstaande nopen we (het was op verzoek van enkele lezers) op eenvoudige wijze iets omtrent de scheepsschroef en het opmeten van de spoed te hebben behandeld. We zijn ons bewust niet volledig te zijn geweest; maar we hopen toch dat door deze behandeling het inzicht in deze kwestie beter Is geworden. F. B.

l "■■'ï boekbespreking | Materialenleer voor lassers, door Ir F. G Halang. Deel I, uit de lastechnische bibliotheek. 60 bldz., 30 tekeningen en foto's. Prijs f 2,25 ing. Uitg. van Nijgh en Van Ditmar N.V., Rotterdam – s Gravenhage In het algemeen verdiept een tasser zich niet veel inde eigenschappen en samenstelling van de materialen die hij te lassen krijgt Meestal wordt hij door eryarine wijs. Toch kan hem veel narigheid bespaard worden, indien hij wat meer op de hoogte is van de eigenschappen en samenstelling van het materiaal dat hij te lassen krijgt. Bovengenoemd boekje geeft in zeer eenvoudige vorm in hoofdstuk I een behandeling over ongelegeerd-, gelegeerd- taaggelegeerd constructie-, laaggelegeerd nikkel-, chroomnikkel- en chroommolyodeenstaal. Laag- en middelmatig gelegeerd mangaanstaal Hoog gelegeerd chroomnikkelstaal. Hooggelegeerd mangaanstaal. De bereiding van ruw-ljzer, gietijzer en staal. De smederij, walserij en ijzergieterij vindt men kort en overzichtelijk in hoofdstuk II De invloed van bijmengselen oo de lasbaarheid van ijzer en staalsoorten is voor de lassers een belangrijk hoofdstuk. dat in belangrijkheid gewonnen zou hebben indien hier evenals in hoofdstuk V enige voorbeelden waren opgenomen. Hoofdstuk IV. waarin de moeilijkheden, die tijdens het lassen kunnen ontreden, besproken worden, komt er wel heel armoedig af. De warmte-behandeling van lasconstructies in hoofdstuk V is voor zeer vele lassers van veel betekenis, omdat dit maar al te vaak wordt nagelaten. De metaalbeschrijving met microscoon (metaallografie) behandeld in hoofdstuk VI, geeft ter verduidelijking vele microfoto’s waarvan het jammer is, dat de vergrotingsschaal niet is opgegeven. In het tweede deel wordt behandeld de niet-ijzeren metalen: o.a. de bereiding van koper, aluminium en magnesium, het koper, aluminium, magnesium en hun legeringen met de laseigenschaopen daarvan. Deel ITI geeft verschillende machinale beproevingen van de las. zoals trek-, buig-, hardheids-, kerf- en vermoeiingsproef. terwijl het onderzoek van de structuur. magnetograflsch röntgenologisch en door etsen niet vergeten is Ineen aanhangsel worden nog enige natuur- en scheidkundige begrippen, warmtehoeveelheid. temperatuur, warmte 'geleidbaarheid, uitzettinsrscoëfficiënt, belasting, spanning en arbeid behandeld. Voor de aankomende- en vakman-lasser een boekje om aan te bevelen. H. St.

STICHTING: ZEGELFONDS LOODGIETERS- EN FITTERSBEDRIJF

/ (S.) Inde Staatscourant van 30 Juni 1949, Nr 125. is de nieuwe beschikking —- dd. 27 Juni 1949 van het College van Rijksbemiddelaars gepubliceerd ter zake het verstrekken van zegels dienende om het loon te vergoeden, hetwelk de werknemer derft over de vacantiedagen, waarop hij recht heeft ingevolge artikel 12 van de Regeling van lonen en andere arbeidsvoorwaarden voor het Loodgietersen Fittersbedrijf en over de Algemeen erkende Christelijke feestdagen welke niet op een Zondag vallen, genoemd in artikel 11 van bovengenoemde loonregeling, vastgesteld bij beschikking van het College van Rijksbemrtddelaa rs van 24 December 1947, gewijzigd 8 November 1948. Deze nieuwe beschikking, die in het algemeen gelijk is aan die, welke geldende was van 1 Juli 1943 t/m 30 Juni 1949, geeft ons aanleiding op enkele onderdelen daarvan nader in te gaan. Door de nimmer aflatende werkzaamheid van het bestuur van het zegelfonds is het aantal verkochte zegels in het boekjaar 1948/1949 ruim 47.000 groter geweest dan in het boekjaar 1947/1948. Steeds meer werkgevers en werknemers gaan het belang van het verstrekken van zegels inzien en waarderen. Het gevolg hiervan is, dat de administratiekosten, die uitsluitend door de werkgevers worden bekostigd, naar verhouding minder zwaar

gaan drukken. Konden de administratiekosten met 1 Juli 1948 van 6 % op 5 % worden verminderd, met ingang van 1 Juli 1949 kon deze lijn worden doorgetrokken en gebracht worden op 4 % der zegelwaarden. Het is wel eens vóórgekomen dat werkgevers tijdens perioden, waarin de werknemer ten gevolge van ziekte of een hem overkómen ongeval geen arbeid kan verrichten. geen zegels verstrekten. Zij motiveerden dit aan de hand van het feit. dat de werknemer bij ziekte een uitkering ontvangt van 80 % van zijn loon plus 89 % van de zegelwaarde. Dit is inderdaad het geval, maar is louter een gevolg van de bepalingen der ziektewet, waardoor de zegels als loon worden beschouwd. Dit geldt trouwens ook bij vrij-wonen. Het vrij-wonen wordt getaxeerd en bij zijn loon opgeteld en van het aldus gevormde totaal-loon ontvangt de werknemer bij ziekte 80 %, terwijl hij niettemin vrijwonen behoudt. Ja maar, zeggen deze werkgevers, het zijn er gelukkig maar enkelen, in artikel 4 van de beschikking staat, dat de werknemer recht heeft op een zegel van de volle waarde, indien hij ten minste vier .dagen en op een zegel van de halve waarde, indien hij minder dan vier dagen, doch ten minste één dag ineen kalenderweek heeft gewerkt. Hierop door bordurende, zeggen zij dan, werkt een werknemer dus helemaal niet, dan

behoeven wij geen zegel te verstrekken. Deze bepaling moet men echter zien in verband met het bepaalde in artikel 3 lid 3, waar bepaald is. dat de werkgever slechts vrijgesteld is van de verplichting tot het verstrekken vaneen zegel in geval van werkloosheid. In alle andere gevallen het staat er uitdrukkelijk bij vermeld, is de werkgever verplicht een zegel te verstrekken. Het bepaalde in artikel 4 houdt dus kennelijk verband met korter werken ingevolge werkloosheid. De noodzakelijkheid om zegels te verstrekken bij ziekte en ongeval springt duidelijk in het oog als men er rekening mede houdt dat in die branches, waar de vacantiedagen en de Christelijke feestdagen worden doorbetaald aan de werknemer die na ziek te zijn geweest juist weer aan het werk is gegaan of zou gaan als, de vacantie genoten wordt over die week zijn loon krijgt doorbetaald. Is de werknemer tijdens de vacantie ziek, dan krijgt hij zijn vacantie volgens het bepaalde inde vacantleregeling op een ander tijdstip in het lopende kalenderjaar. Deze bepaling staat ook inde Regeling van lonen en andere arbeidsvoorwaarden voor het loodgieters- en Fittersbedrijf (art. 12 lid 11). Het verschil zit ’m alleen in het feit dat de loodgieterspatroons de kosten, verbonden aan de doorbetaling van vacantie- en feestdagen, door het verstrekken van zegels uitsmeren over het gehele jaar en er alleen voor aangeslagen worden over de weken dat de werknemer in zijn dienst is. De verplichting zegels te verstrekken heeft, zolang het zegelfonds bestaat, voorgezeten. Waar echter ia de reeds meer

genoemde loonregeling inde artikelen 11 en 12 sprake is van „uitbetalen van het loon” en inde beschikking terzake het verstrekken van zegels niet bepaald was, dat deze beschikking, ten opzichte van de loonregeling praevaleerde, was het vrij moeilijk dwingend op te treden, omdat hier alles afhing van het inzicht van de betreffende kantonrechter. Dit nu is voortaan uitgesloten. Inde nieuwe beschikking is in artikel 3 lid 4 uitdrukkelijk bepaald, dat alleen door het verstrekken van vacantiezegels de werkgever aan zijn verplichting ingevolge hei bepaalde inde artikelen 11 en 12 van de loonregeling kan voldoen. De regeling terzake het verstrekken van vacantiezegels is van de allergrootste betekenis voor het zgn. losse personeel, voor de werkgevers, die veel met las personeel moeten werken en in perioden van onvoldoende werkgelegenheid. Zij kan echter alleen tot haar recht komen bij algemene toepassing. In wezen is het zegelfonds eed stuk geconsolideerde solidariteit en wij rekenen dan ook op de medewerking van al onze leden-loodgieters. * ♦ ♦ AFDELING AMSTERDAM 60 JAAR Onze afdeling Amsterdam behoort tot de oudste afdelingen van de Bond. Als we over de geschiedenis van de Bond spreken of schrijven, dan is dat niet mogelijk zonder daarbij aandacht te besteden aan het „roerige” Amsterdam. Vanouds heeft Amsterdam zich gekenmerkt door vooraan te staan inde strijd voor de ontvoogding van de arbeidersklasse en wij behoeven daarbij slechts te herinneren aan mannen als Domela Nieuwenhuis en Troelstra, maar ook aan J. Oudegeest en H. Polak. Ook is Amsterdam bekend door' de spoorwegstaking (1903) en de strijd tussen „anarchisten” en „modernen”. De strijd tussen de „Synd. Federatie” (N.A.S.) en onze vakbeweging. Ook door de grote stakingen voor het minimumloon en de langdurige loodgietersstrijd voor de vacantie, door de stakingen bij de Ned. Dok- en Scheepsbouw Maatschappij en „Werkspoor” e.a. heeft de afdeling Amsterdam in het middelpunt van de Bond gestaan. De afdeling Amsterdam werd de 21ste April 1889 opgericht onder de naam van „Verbetering Zij Ons Streven”. Het vaandel daarvan is nog steeds in het bezit der afdeling. De herdenking van het 60-jarig bestaan, waarop we nog terugkomen, zal dit jaar plaatsvinden. Het afdelingsbestuur heeft echter gemeend dat het gewenst is de geschiedenis van de afdeling eens te doen beschrijven en vond daartoe de oud-redacteur -van ons vakblad, G. v.d. Houven bereid, „’t Begon op Oostenburg” is de titel van het belangwekkende boek, dat een omvang van 144 pagina's heeft. Het formaat Is 24 x 16 cm. Op de bekende, kernachtige wijze is de schrijver er m geslaagd de geschiedenis van de afdeling boeiend te beschrijven en naast het gedenkboek, uitgegeven bij het 50-jarig bestaan van de Bond, is dit boek van grote betekenis. Verlucht met meer dan 10 pagina's, foto’s en tekeningen wordt het door de belangstellenden in één adem uitgelezen. Door de ouderen met trots over de resultaten van de onafgebroken gevoerde strijd voor de verheffing van de arbeiders, door de jongeren met warme belangstelling' en tot lering en scholing. Vooral voor de jongeren voorziet dit boek ineen behoefte en telkenmale zal de lezer verwonderd zijn over de overeenkomst tussen de E.V.C.-strijdwijze thans en de reeds lang verouderde strijdwijze van de „federatie”-mannen van vóór 50 jaar. Dit boek wordt aan alle leden van de afdeling Amsterdam, benevens de bondsraadsleden gratis aangeboden Verder krijgen alle afdelingen van onze Bond een exemplaar voor hun bibliotheek. Daarnaast zullen er ongetwijfeld vele leden in het land zijn, die dit boekwerk willen bezitten. Laten de belangstellenden hiervan opgave doen aan hun afdelingssecretaris ter plaatse. De prijs van dit boek, dat een handelswaarde heeft van meer dan ƒ 2,50, bedraagt voor de leden slechts ƒ I.—. Leden, die het boek wensen te ontvangen, bestellen dit vóór 15 Augustus a.s. bij de secretaris hunner afdeling en deze laatsten geven hun totale bestelling daarna direct door aan het secretariaat van de afdeling Amsterdam, gevestigd P. C. Hooftstraat 163, Amsterdam (Z.>. Latere opgaven kunnen niet worden aanvaard, daar de oplage dan wordt vastgesteld. Zorgt er dus bij te zijn!

6