Nog een winstdelingsregeling DE KON. NED. HOOGOVENS EN STAALFABRIEKEN.

(N.C.J.L.) Het is al weer geruime tijd geleden, dat wij in dit blad over bovengenoemd bedrijf schreven. En de lezers zullen toen wel eens de indruk hebben gekregen, dat dit bedrijf zich overwegend kenmerkte door stakingen aan de lopende band, dan inde ene afdeling en dan ineen andere. Het was toch inderdaad zo. dat dooreen vrij sterke personeelstoeneming, onder wie zeer veel ongeschoolden, die veelal afkomstig waren uit diverse losse beroepen, voor de E.V.C. de weg open lag om over alles en nog wat moeilijkheden te ontketenen. En gezien haar opdracht om tot elke prijs de opbouw van het Nederlandse bedrijfsleven te stagneren, moet gezegd worden dat zij hiervoor haar bijdrage aan het Hoogovenbedrijf heeft geleverd. Dat hierbij de arbeidersbelangen niet in tel waren, hebben ook andere door de E.V.C. ontketende conflicten wel bewezen. Maar het was zelfs voor deze „organisatie”, met al haar misleidend gedoe, op den duur niet mogelijk een toestand van permanente onrust te handhaven. Naast stakingsmoeheid openbaarde zich tevens wat meer begrip voor het praktische werk van onze Bond, dat in samenwerking met onze Unle-partners, ondanks alle E.V.C.-misbaar, regelmatig voortgang vond. Veel steun is daarbij ondervonden vaneen verhoudingsgewijs betrekkelijk kleine groep geheide organisatiemannen uit de drie bonden. De laatste staking vond plaats in Augustus 1947 en wel bij de hartader van het bedrijf, de afdeling hoogovens. Deze staking vond weinig weerklank bij het personeel. Ook niet bij de E.V.C.- leden uit de andere afdelingen. De E.V.c.-leiding hield zich aanvankelijk op de achtergrond, maar dat spelletje was wat al te doorzichtig. Die staking is voor de betreffende, arbeiders en de E.V.C. een ernstig échec geworden en er is wel lering uit getrokken. Het zal voor een ieder duidelijk zijn, dat de hierboven geschetste toestand uitermate ongunstig was om bepaalde vraagstukken van enige importantie aan te vatten, laat staan tot een behoorlijk einde te brengen. Maar ook de behandeling van allerlei zaken, voortspruitende uit de werkzaamheden die in dit bedrijf over meer dan 500 functies verdeeld liggen, had dikwijls geleden door die vertroebelde sfeer. Hierin is gaandeweg door de toestand van meer rust in het bedrijf, een belangrijke verbetering gekomen. Toen kon bijvoorbeeld ook het vraagstuk van het te grote aantal losse arbeiders worden aangepakt. De volgende cijfers spreken voor zichzelf: 30 Juli 1947: Aantal vaste arbeiders 3100; aantal losse arbeiders 821. 30 Nov. 1949: aantal vaste arbeiders 484l; aantal losse arbeiders 420. fn deze cijfers weerspiegelt zich tevens de toegenomen bedrijvigheid. Het bedrijf heeft de laatste jaren een belangrijke uitbreiding ondergaan en het stemt tot voldoening dat daarbij ook bijzondere aandacht is geschonken aan de schaft-, bad-, was- en kleedgelegenheden. Ook de voortdurend» propaganda voor veilig werken en het steeds weer zoeken naar mogelijkheden om dit te bevorderen, zijn sociale maatregelen van de eerste orde. Voorts o.a de verbetering van de pensioenen. Wij willen ons nu verder beperken tot een aangelegenheid, die einde November 1949 haar beslag kreeg, nl, de totstandkoming vaneen winstdelingsregeling. Het is bekend, dat bij de onderhandelingen over de C.A.O. in het voorjaar van 1948, het vraagstuk van de winstdaling een punt van diepgaande bespreking inde Vakraad heeft uitgemaakt. Bij verschillende bedrijven is deze aangelegenheid toen in studie genomen en zo voor en na hebben. beslissingen hieromtrent het licht gezien. Het lag inde lijn der ontwikkeling, dat ook bij het Hoogovenbedrijf een winstdelingsregeling zou komen, maar daarvoor was naast het overwinnen van vele moeilijkheden, ook een gunstig klimaat nodig. Een samenloop van omstandigheden, deels voortspruitende uit wettelijke voorschriften kreeg tot gevolg, dat er vrij veel tijd kwam te liggen tussen een mededeling aan het personeel inzake het uit de winst 1948/49 voor personeelsbelangen gereserveerde bedrag en het moment, waarop de definitieve mededeling omtrent de winstdeling kon volgen. Die situatie vroeg geduld en vertrouwen. Het eerste werd wel op een zware proef gesteld; de E.V.C. en „De Waarheid” hebben nog weer eens op ouderwetse manier hun best gedaan om de zaak overeind te krijgen en vooral het vertrouwen te ondermijnen. Het personeel is er niet ingetrapt, maarde stelselmatige ophitsing bracht toch weer in sommige afde-

lingen de nodige onrust te weeg. De totstandkoming van deze regeling, die naast het algemene karakter wat dit soort regelingen kenmerkt, verder is afgestemd en aangepast op de voor dit bedrijf geldende verhoudingen, vormt een belangrijke bijdrage inde primaire arbeidsvoorwaarden van het Hoogovenpersoneel. Dit moet toch inde allereerste plaats voor onze leden in dit bedrijf een aansporing zijn, om hierop de aandacht te vestigen van de ongeorganiseerden. En deze zouden verstandig doen en daarbij een morele plicht vervullen door toe te treden tot onze Bond. Democratie in het Zuiden (H.W.L.) Voor de propagandaavond van het N.V.V. op 5 Januari 1950 te Helmond, zijn nogal wat weerstanden te overwinnen geweest. Het aantal leden, aangesloten bij het N.V.V., is in Helmond nog klein, hoewel deze plaats een zeer belangrijk centrum van metaal- en textielnijverheid is. Om aan de vergadering van 5 Januari de nodige bekendheid te geven, wilden we o.a. een grote advertentie plaatsen inde „Helmondse Courant”. Maandag 2 Januari werd deze advertentie telefonisch aangeboden. De inhoud luidde als volgt: N.V.V. Openbare vergadering te Helmond op 5 Januari 1950 inde zaal van Restaurant v. Vilsteren, Markt 20. Spreker: Ad. Vermeulen, secr. N.V.V. Onderwerp „Lonen en Prijzen.” Toegang vrij! Debat vrij! De advertentie werd geaccepteerd. Bewijsnummer zou ons toegezonderi worden. Wie schetst echter onze verbazing, toen ons na een kwartier telefonisch werd medegedeeld, dat deze advertentie niet geplaatst kon worden. Waarom niet? Ja. dat zouden we zelf wel weten. De „Helmondse Courant” was een katholiek dagblad en dan, die mijnheer Vermeulen was toch die man van uh van Genève? ’tWas eigenlijk gewoon gek, dat wij dit alles niet begrepen, maar men zou de zaak nog weer even met de redactie bespreken, Na een kwartier werd ons echter opnieuw medegedeeld, dat het hun wel erg speet, maar men kon de advertentie toch heus niet opnemen. Maar propaganda zouden wij toch maken. Onze Helmondse makkers verspreidden inde arbeiderswijken een manifest en ehige districtsoestuurders deden hetzelfde bij de Helmondse fabrieken. De vergadering was een succes. Ruim driehonderd mensen luisterden aandachtig naar de rede van Ad. Vermeulen, waarop een geanimeerde discussie volgde. -Er wordt in Helmond over onze beweging gesproken. We gaan verder!

„HART” MODELBOUWCLUB

Jaren geleden heeft een groepje uit de werknemers van W. C. ’t Hart & Zn, Instrumenten en Apparatenfabriek N.V. te Rotterdam een club opgericht van modelbouwers, waarin ieder die daar voor voelde zijn hobby naar persoonlijke smaak en voorkeur kon uitleven. In die tijd werd er in ons bedrijf ’s Zaterdagsmorgens niet gewerkt en de Modelbouwclub kreeg toestemming die ochtend te beschikken over machines, stroom en materiaal. Er werd van alles gemaakt: schaalmodellen van stoommachines, motoren, compressors, locomotieven enz. Na de bevrijding moest de vrije Zaterdagmorgen worden af geschaft en beperkte de Modelclub haar activiteit tot één avond per week. Door de kortere werktijd en mede door het feit dat verschillende leden ’s avonds door studie bezet waren, werden de mogelijkheden aanzienlijk beperkt. Dit was aanleiding voor de Modelclub te overwegen op welke manier de, leden in staat gesteld konden worden zelf in het bezit te komen van machines en wel iv de eerste plaats vaneen draaibank. (Het ideaal overigens van elke modelbouwer). Kapen was, vooral gezien de prijzen, uitgesloten. Na rijp beraad werd besloten dat de Modelbouwclub zelf draaibankjes voor haar leden zou gaan maken. Aanvankelijk werd een. zeer eenvoudig type uitgekozen. De draaiers onder de modelbouwers hadden hiertegen direct het bezwaar dat dit type zo weinig overeenkwam met een normale draaibank waaraan zij dagelijks werken. Eender technici, zelf ook lid der club, construeerde toen een machine, die aan de allerhoogste eisen voldeed. Het bedrijf stelde materiaal, gietwerk enz. ter beschikking en handhaafde haar toezegging dat de club na bezette tijd gebruik mocht maken van de machines en verdere fabrieksapparatuur Vol enthousiasme werd gestart met 12 man en er Wérden 14 draaibankjes opgezet. Daar de club bestond uit draaiers, fraisers, bankwerkers, technici enz., werd besloten dat niemand aan zijn „eigen” bank zou werken, maar allen aan de gehele serie. Zodoende kwam aan elke machine het speciale vakmanschap van alle leden ten goede. Gezamenlijk heeft de club pl.m. 8200 vrije uren, verdeeld over 3i jaar, aan deze gedurfde onderneming besteed. In die

periode zijn er vanzelfsprekend heel wat ups en downs geweest. De teamgeest bleek echter altijd sterk genoeg om de moeilijkheden te overwinnen en het werk tot een goed einde te brengen. Zonder goede teamgeest zou het niet mogelijk zijn geweest zo lang met onverminderd enthousiasme door te zetten. De stemming inde club wordt bijv. getypeerd door het volgende. Eén der leden viel uit door ziekte en moest ineen sanatorium worden opgenomen. Zonder meer werd zijn aandeel inde werkzaamheden onder de overige leden verdeeld en uitgevoerd. Ook hem kan nu e. n bankje worden overhandigd. Modelbouw is een vorm van vrije tijdbesteding ivelke wij o.i. zoveel mogelijk móeten aanmoedigen. In het onderhavige geval is het te zien als voortvloeiend uit het beroep van de deelnemers. Het is voor hen een unieke gelegenheid hun vakkennis uitte breiden en meer universeel te maken. De onberispelijke afwerking bewijst met welke toeivijding er aan is gewerkt Uit erkentelijkheid voor verleende steun zal de club 2 draaibankjes aan het bedrijf aanbieden welke inde productie voor klein-precisiewerk zullen worden opgenomen. Het ligt inde bedoeling van de dun op de ingeslagen weg voort te gaan, vermoedelijk thans niet als afzonderlijke club doch als onderdeel van de Personeelsvereniging. Technische gegevens van de draaibankjes: totale lengte 910 mm tussen de centers 300 mm centerhoogte 105 mm grootste draaidiameter 215 mm Voorzien van dubbelwerk, draadsnijinrichting en afzonderlijke voeding, geschikt, zowel voor het snijden van TOdraad als voor metrische draad, omkeerbare draairichting. Aantal snelheden 16, nl. van 30—1500 per min. . Minimale voeding 0,01 mm. Aantal voedingen 2, maximale doorlaat van de hcofdspil 20 mm, verdeelinrichting op hoofdspindel. Voor deze bijdrage, welke ons via het bestuur van de afdeling Rotterdam werd toegezonden, willen wij gaarne plaatsruimte beschikbaar stellen, daar wij met deze soort van vrije tijdbesteding van harte instemmen. Redactie.

IN HET ZONNETJE

H. SNOEK—LEEUWARDEN (dK. Jr.) Sinds 1903 lid van de vakbeweging, sinds 1904 lid van de partij, reeds 20 jaren lid van de VARA, lid van het Instituut voor Arbeidersontwikkeling en al 38 jaren achter elkaar meegezongen inde Arbeiderszangvereniging „De Dageraad”. Ziehier een opsomming van de socialist in hart en nieren Harmen Snoek uit Leeuwarden. En deze 71-jarige bondsmakker voegt aan deze opsomming toe; „Eerlijk gezegd zie ik er tegen op om met werken op te houden, want wanneer ik dan van mijn pensioentje moet leven, dan moet ik voor al die verenigingen bedanken. En dat is nu juist een stuk van mijn leven.” Man en vrouw, 71 en 70 jaar, en nog steeds elke Dinsdagavond naar de zangvereniging en dat al 36 jaren. Vindt u het vreemd, dat zij ereleden van „De Dageraad” zijn? Harm Snoek kan gezellig vertellen, vooral over die ouwe tijd. Hij verhaalt ons van Troelstra en van de massale bijeenkom-

sten, welke hij heeft bezocht. Boeken haalt hij te voorschijn en in het tweede deel van Troelstra’s Gedenkschriften staat een foto van de oude Zandstra met baard, die heel vroeger ook metaalbewerker was en met wie hij nog inde Bestuurdersbond heeft gezeten. En zo komen we vanzelf op het werk van onze Bond terecht. In 1903 werd hij, de loodgieter, lid van

het NAS, doch in 1903 ging de plaatselijke afdeling op de fles. Maar in November 1906 werd met 7 man een groepje opgericht, waarvan hij secretaris werd, en dit groepje werd al spoedig de afdeling, thans ruim 500 leden tellende

Precies 25 jaren heeft hij deel uitgemaakt van het bestuur, nl. tot 1931 en wel als eerste en tweede secretaris en als voorzitter. „Strijd gevoerd, zeg je? We hebben hier ellendige jaren meegemaakt, veel stakingen in 1914—'18, toen hier nogal wat Belgen waren en in 1920—’30 en veel werk-

loosheid meegemaakt.” Met die ellendige jaren bedoelde onze vriend Snoek ook, dat de arbeiders vroeger nogal verslaafd waren aan de sterke drank. Acht jaren was hij tevens bestuurder van de L.8.8. Bij zijn afscheid als bestuurder kreeg hij voor zijn vele werk, . voor onze Bond verricht, een stoel van de leden, welke hij ons nog met trots toont. Ondanks het feit, dat hij juist de strijd van vroeger heeft meegemaakt 72 uren werken per week voor 50 cent totaal en dan tot 7 uur ’s avonds, daarna op pad voor de Bond tot elf uur en weleens tot... half drie ’s nachts is hij altijd met de socialistische beweging meegegroeid en volgt hij nog de huidige ontwikkeling op de voet. Zag hij vroeger zijn vrouw en kinderen heel weinig, thans nu de kinderen zijn getrouwd —■ gaat hij tezamen met zijn vrouw al vele jaren achtereen Zondags vissen. Ja, ook zijn vrouw is een reuze liefhebster van vissen! Mogen wij van. deze plaats af dit socialistisch echtpaar nog vele gelukkige jaren toewensen in het „rooie” Leeuwarden, een prettig as. 45-jarig huwelijksfeest en... een goede vangst op de vis-Zojidagen!

9