BIJ DE KLOKKENGIETERS IN HEILIGERLEE

DE TAAL DER KLOKKEN Het laatste nummer van ons bondsorgaan verschijnt op één na de laatste dag van het jaar 1950 en wij willen deze jaargang uitluiden met een klokkenreportage. Als er iets tot de mensen spreekt, dan is het wel het luiden van klokken. Wij behoeven niet eens ver in onze herinnering terug te gaan om het klokkengelui aan te duiden als de taal der vrijheid. Want wie herinnert zich niet meer hét klokkengelui op 5 Mei 1945 als teken, dat wij weer in v r ij hei d konden leven, dat wij ons weer mens en voelden en geen opgejaagde viassa, die van honger en ellende verkommerde. Het geluid van dé nog overgebleven torenklokken op die bevrijdingsdag ontroerde ons tot in ons diepste wezen, zoals ddt zo vaak geschiedt als wij er naar luisteren. Wanneer de mens naar zijn laatste rustplaats gebracht wordt,, gaat dat eveneens vaak gepaard met de klank van de klok. Wij beseffen het bijna niet meer, maarde klok is de begeleidster van vele mensenkinderen, van Hun geboorte tot hun dood. En waar men ook komt, ineen provinciestadje of ineen wereldstad of op het platteland, overal ter wereld luiden en spelen de klokken. Welke huidskleur de mens ook heeft, de taal der klokken wordt verstaan. als een blijde of vertroostende stem. Wij behoeven maar óp het tijdstip van de jaarwisseling te luisteren naar de klok, ivelke zal luiden, of het carillon, dat zal spelen, uitdragende deze éne gedachte, die heden ten dage ons allen bezighoudt, hl, liét ,„V r e d e o p Aa r d e!” Er wordt dagelijks over gesproken, doch alleen deze taal der klokken kan ons hopelijk. nog ontroeren Moge een ieder deze taal bij het inluiden van het jaar 1951 duidelijk verstaan!

Op een hoogte van 60 meter bespeelt de beiaardier Vander Hoeven het carillon van de Westertoren te Amsterdam, waarvan u enkele klokken op de voorpagina ziet , ' ,

Nastrijken van de binnenkom en het aanbrengen van het klepeloog in deze kern. 'Soel aardig om te toeten, dat men in elke klok 3 octaven, 1 kleine terts en 1 kwint Nelke alle zuiver volgens speciale stemvorken worden bepaald. Aan elke klok is dus een persoonlijk cachet verbonden.

De heer A. H. van Bergen bespeelt een carillon dat zich op het dak van de fabriek bevindt op zijn nieuwste uitvinding, het vianó-klavier.

..een deel vaneen carillon,, bestemd voor Canada......

Het maken van de buitenmantel vaneen zeer zware klok van ongeveer 6000 kg.

De klokkengieter en musicus A. H. van Bergen is een klok aan het afstemmen.

' '«en van de klokken worden deze de juiste toon gebracht.

7