DE METAALBEWERKER.

Dankend voor Uwe opname. Het Bestuur van den Utrechtschen Metaalbewerkersbond. Men ziet, waarde lezer, dat ook in Utrecht, bij een beetje goeden wil, de organisatie wat vermag, en ik meende, door deze feiten nog eens te releveeren, bij te dragen tot meerderen bloei en versterking der organisatie. Naar ik vernam, is Utrecht niet meer wat ze geweest is, maar rik ben heilig overtuigd, dat ze dezen tijd wel weer te boven zal komen, maar dan hoort daar ook bij dat men alle laksheid moet laten varen. Verplicht gevoel ik mij nog te zeggen, dat bovengenoemde overwinningen te danken zijn: ie. aan het manmoedige optreden der organisatie en ten ze aan J. Oudegeest welke in die dagen onze vereeniging trouw ter zijde stond. J. Hoorenman. ISuttenlanb, Opgepast. Niet ver van onze grenzen, in het Roergebied, is de arbeid in opstand, 230.000 mijnwerkers, staken den arbeid. Wat het gevolg kan zijn, is nog niet te zeggen. Echter wij zeggen tot onze lezers: houdt nauwkeurig alles bij wat over deze staking door de arbeidersbladen geschreven wordt. Ons Duitsche broederorgaan roept zijn duizenden leden reeds op ter vergadering om den steun te bespreken. Er moet, zeggen zij, extra gecontribueerd worden. Ook het «Correspondeuzblatt* van het Duitsche N. A. S. roept in kernachtige taal de arbeiders op te steunen. Het blad zegt «de algemeene werkstaking« was onvermijdelijk. Ook het bestuur van het N. A. S. dringt er reeds op aan te steunen, hoewel de internationale steun nog niet is aangevraagd. Wij zeggen met het bestuur N. A. S.: wi] behoeven daarop niet te wachten. Bondsbroeders! leggen wij onze offerpenningen andermaal op het' altaar der internationale solidariteit. Redactie. Btnnenlanb. Goed zoo! De Rotterdamsche vereeniging van koperen blikwerkers zal voortaan berichten enz. aan ons blad inzenden. Waar blijven de andere Rotterdamsche vereenigingen ? Komaan, allen dit voorbeeld gevolgd! In ons jaarboekje is de afdeeling Apeldoorn niet opgenomen. De afdeeling verzoekt dit alsnog in het vakblad te vermelden. Adres is: W. SCHUIL, Zwolsche weg L 261. Nog steeds komen er aanvragen om jaarboekjes. Wi kunnen er niet aan voldoen. Een volgend jaar maar vroeg en meer bestellen is ons antwoord aan de teleurgestelde vragers. Aan het Bestuur en de leden van Onderwijzersen Arbeidersvereenigingen Z. S. Het volksonderwijs in Nederland gaat moeielijke tijden tegemoet. Niet alleen, dat het reeds op een tamelijk laag peil staat, indien de plannen der kerkelijke regeeringspartij verwezenlijkt worden, dan dreigt het nog dieper te zullen zinken. De uiterste , krachtsinspanning van allen, die goed volksonderwijs een eerste vereischte vinden voor een goed volksbestaan, zal noodig zijn, om dat gevaar af te wenden. Maar niet alleen moet een achteruitgang voorkomen trachten te worden, het wordt meer dan tijd, dat er krachtig gewerkt worde aan eene verheffing van ons volksonderwijs. Onder welke leuze moet daarvoor de strijd aangevangen worden? Dat is de vraag, die ik in mijn brochure «Algemeene Volksschool of Vrije Scholen«? behandeld. Op grond van het belang, èn van het kind, èn van de maatschappij, kom ik tot het besluit, dat de algemeene volksschool de eenige school is, waarin de algemeene volksjeugd kan opgeleid worden tot ontwikkelde, zedelijke menschen. Ineen afzonderlijk hoofdstuk «lets over schoolgebouwen« geef ik eene-beschrijving van eenige der nieuwste algemeene volksschoolgebouwen in Duitschland en Zwitserland. Goede scholen en goede onderwijzers zijn zeker de beide hoofdvereischten voor goed degelijk onderwijs. Zeer juist wordt dit uiteengezet ineen voor de Parijsche wereldtentoonstelling in 1900 uitgegeven werk «Monographs on Education in the United States«, door Murray Butler, professor inde philosophie en paedagogiek aan de «Columbia University« te New-York. Inde aflevering over scholenbouw zegt de o. a.: «Het schoolhuis is een onbedriegelijk kenteeken voor den stand van het onderwijs inde gemeente, waar het staat. Het is eene belichaamde geschiedenis van de onwetendheid of wijsheid, van de armoede of den rijkdom, van de spaarzaamheid of de offervaardigheid van hen, die het bouwden en onderhielden*. Het is daarom, dat ik ’t van groot belang achtte, in mijne brochure iets mee te deelen omtrent de moderne schoolgebouwen in Duitschland en Zwitserland. Ter verduidelijking van het woord heb ik er een aantal afbeeldingen van zulke scholen (reproducties van photo’s) aan toegevoegd,- De prijs is 20 cents per exemplaar. Bij minstens 6 ex. ineens genomen, wordt de prijs voor leden uwer vereeniging xo cents per exemplaar (franco).

Ter verspreiding onder autoriteiten en ouders stel ik den prijs op y1 ct. bij minstens 50 ex. ineens besteld. J. W. GERHARD. Amsterdam, ’s Gravesandeplein 25. Tijdgebrek en plaatsruimte verhindert ons deze brochure grondig te bespreken. Redactie. INGEZONDEN. Naar aanleiding vaneen correspondentie, in het lithografisch vakblad voorkomende, meen ik goed te doen hierover iets te vermelden. Uit die correspondentie blijkt, dat de firma’s «Verwer* en de vennootschap «Woud en Schaap* met elkaar telefoneeren, indien een werkman van de eene fabriek wil na: r de andere Hieruit kunnen de arbeiders leeren en vooral de niet-vereenigden. * ❖ * Van «Verwer* nog dit. Het lootjesstelsel is zeer wreed. Dubbele boete krijgt men voor verzuimden lijd. Het ziekenfonds is eveneens onbillijk. Verschillende staaltjes van willekeur zijn reeds voorgekomen. Zoo noodig wil ik wel eens meer daarvan schrijven. Ik hoop dat dit voldoende is, om gezamenlijk te probeeren daarin verandering te brengen. ♦ ♦ ❖ En nu nog iets aan den smid-chef, Hos, van de fabriek Woud en Schaap. Meermalen hebt gij reeds van uw brutaliteit doen hooren, maar nu gij een jongen van 17 jaar een klap hebt gegeven, wil ik dit niet onder mij houden. Denk er om baasje, er zijn er die ook haudenjeuk krijgen. Als ge nog eens zoo iets doet, komt ge bedrogen weg, dat verzeker ik u. Wees dus gewaarschuwd. Gij hebt er nu om gelachen, doch dat kon u wel eens verleerd worden. Als de firma ook van dit schrijven geen nota neemt, komt het voor een groot deel ook op hunne rekening als er ongeregeldheden gebeuren, en stellig dat komt er van. Ik weet wel dat Hos ook een verrader is, maarde patroons moeten zorgen dat een vechtpartij tusschen werklieden niet door hem in de hand gewerkt wordt. Arbeiders, gij die daar met Hos werkt, houdt hem op een afstand. Op welke wijze, dat moet gij zelf kalm overwegen. Krommenie. Observator. Waarde Redactie! De vriendelijke toon der noot, welke gij plaatst onder het artikel «Metaalbewerkers! Wapent ü«, deed mij eerst van critiek ontzien, temeer, waar blijkt dat de redactie spreekt uit ervaring en dus met den toestand, voornamelijk de loonregeling, bij Stork op de hoogte kan zijn. Ook uw artikel in no. 2 1905 over de vrijheden bij Stork geeft mij niet de minste aanleiding er wat af te dingen of bij te doen; hoewel dit schrijven een heel anderen geest ad ;mt tegenover Stork dan uw vorig onderschrift. Daaarmee wil ik niet constateeren dat gij Stork verheerlijkt, integendeel, doch een beetje mindere verheffing over die hooge loonen bij Stork had van onze redactie verwacht kunnen worden. Zij schermt daarin met verbeterde machines en inrichting der werkplaatsen en tracht daarmee aan te toonen, dat het werk wat vlugger wordt klaargemaakt, en dus .... moeten de loonen, naar evenredigheid der productie, verlaagd worden. En hierin, redactie, kunnen wij misschien blijven verschillen, ik meen bij vermeerdering van productie moet het loon verhoogd worden, en nu kunt gij antwoorden, maarde machines brengen die vermeerdering, heel juist, maar zij moeten voor ons verbetering brengen. En dit is nu ook het geval bij Stork, daar worden de tarieven verlaagd, en zegt men, ook onze redactie, aan ’t einde van ieder jaar wordt het winstaandeel verdeeld onder de werklieden, en wel zoo: naar hetgeen hij dat jaar heeft afgeleverd. Dit is de fout. Ware ’t dat ’t winstaandeel gelijkelijk over alle arbeiders werd verdeeld, dan kon men zeggen, het is een voordeeltje voor de werklieden, doch nu niet. Daarbij mag het echter het eerste jaar b.v. een voordeeltje zijn bij deze nieuwe regeling, het zal ons later blijken een tariefregeling te zijn, erger dan ’t thans bestaande, zij ’t dan onder anderen vorm. X. * ♦ * Inden laatsten tijd voert men veel aan en vooral omtrent tariefregeling, de verbeterde machines, doch het verwerken van het materiaal, wat inden laatsten tijd nog al eens voorkomt, niet meer is zooals vroeger, daar zwijgt men van stil, en zij die onder het stukwerksysteem gebukt gaan, voelen dat maar al te veel. X. Mijn betoog kwam hierop neer, dat er bij Stork geen loonsverlaging had plaats gehad. Neen, er is meer ontvangen door de werklieden dan voorheen. Ik ben het met dit schrijven wel eens. Ik heb mij echter verzet tegen de verkondigde meening, dat er loonsverlaging plaats had gehad en dat stond in des schrijvers eerste artikel. Ei.ferink, Waarde Redactie! In het redactioneele gedeelte van no. 2 1905 komt een berichtje voor aangaande het verzenden van ons vakblad aan hen ovei wien zij schrijven. Het komt mij wenschelijk voor, dat dit steeds gedaan wordt door H. B. of redactie. Er kunnen in onzen bond, (en dat is hem niet kwalijk te nemen) vreesachtigen zijn of bang bij het op de post brengen dooreen hielenlikker verraden te worden. Dit kan meebrengen, dat zoo iemand het nalaat, ook dat ’t bij sommigen in het vergeetboek raakt en onze bond moet zich overal in kunnen verantwoorden, ook in dezen, want men kan ons allicht voor de voeten werpen:

men laat het mij niet weien en daar kunnen wij voor wezen. Dankend, A’dam 22-i-’os. S. H. De tyrannieke mijnheer Driessens alhier heeft mij geslachtofferd Hij treedt op als techniker aan de papierfabriek van de heeren K. Schenk en Zonen te Apeldoorn. ledereen die een beetje gevoel bezit, komt in verzet tegen dezen mijnheer, maar dan gaat het hun gelijk mij, eruit. Eenigen tijd geleden stond de fabiiek stil wegens reparatie, evenwel konden wc allen aan het werk blijven. Hierbij nu was het, dat ik hem attent maakte op zijn meer dan ergerlijk, onmenschelijk optreden. Ik vroeg hem of hij baas was, want daar hadden wij niets van vernomen. Jawel hoor, daar begon hij uil te varen. Ja. socialist, voorman van de arbeiders; jij moest je schamen, dat je niet voor je patroon opkomt. Ik gaf hem bescheid, door te zeggen: ik schaam mij niet als socLlist en bewijs mij dat ik mijn plicht als machinistütoker niet doe. Ik doe mijn werk net zoo goed als mijnheer het zijne.- Schamen moet mijnheer zich als hij aan zijn verleden denkt. Natuurlijk was dit onzen slavendrijver te veel: hij zeide ook direct tegen de anderen: jullie laten je opruien van dien rooien do?tder. Nette taal voor een «mijnheer*. Ik voelde direct dat mijn ontslag nu in aantocht was. Hij negerde en vitte met een ij ver, een beter werk waardig. Zijn bedoeling was dat ik van zelf zou gaan. Het was echter winter, waar zou ik heen in dezen tijd van werkeloosheid en crisis. Ten einde raad, heeft hij den patroon weten te bewegen, dat deze mij op 13 December mij ontslag gaf, met 6 weken vooruit opzegging. • Doel van den heer Driessens was: mij op staanden voet er uitte krijgen, en natuurlijk daardoor honger. Gelukt is het u mij er uitte krijgen, maar honger is er nog niet. Ik ben georganiseerd èn de organisatie zal u laten voelea, wat die kan. Wij zullen bekend maken, wat voor man gij zijt en waart te Leeuwarden. De zelfbewuste arbeiders protesteeren tegen individuen als gij zijt. Tot later. M. Schiphorst. Voorzitter der afdeeling Apeldoorn. (*) Onze vrienden te Leeuwarden willen zeker wel behulpzaam zijn in hetgene S. in dit schrijven bedoelt. Driessens' was daar directeur der stroocartonfabriek. Redactie. Geachte Redactie! Heden ontving ik het jaarboekje, en om niet uitte wijden over al het nuttige wat er in staat, wenschte ik toch uitdrukking te geven aan het gevoel van waardeering voor het artikeltje van N. v. Hinte uit Leeuwarden: Hoewel de persoon mij onbekend is, hoop ik dat de «bondsleden* dat «gevoel* eens zullen krijgen, wat mij al jaren bezield'heeft, en al ben ik het niet in alle onderdeel en eens, in hoofdzaak geeft hij in dit sclioone artikeltje weer, hoe een «vakbond* zijn moet. «Een vakbond is de zaak der vakarbeiders; dat dit de metaalbewerkersbond dit jaar moge worden*. Uw medestrijder W. J. S. Krommenie 21/1 1905. Vergun mij een kleine plaatsruimte in ons vakblad. Bij voorbaat mijn dank. Aan de niet-leden! Al ruim een jaar geleden is hier een vakvereeniging opgericht en nog zijt gij geen lid. Hoe komt dat? Weet gij soms iets anders om den toestand te verbeteren. Gij weet toch wel, dat ge alleen niets gedaan kunt krijgen. Die bewijzen zullen u wel bekend zijn. Dus als ge verbetering wenscht te krijgen, dan zult gij u vereenigen moeten. Want als ge van verre blijft staan, dan komt er niets van. Ik weet wel de een wacht op den ander, maar daar komen wij niets verder mee. En dan nog de leden te verwijten, dat zij geen verandering inde toestanden brengen. Maar dat is de schuld niet van de leden. Maar juist van de niet-leden, want daar is het wachten op. En als er soms leden inde vakvereeniging zijn, die met den strooppot loopen, dan is het uw plicht om op de huishoudelijke vergadering te komen en dat bekend te maken, want een lid die met den strooppot loopt, moet bekend gemaakt worden, altijd als het rechtvaardig is, want iemand er voor uitte maken, dat gaat bost, maar dan wensch ik ook dat u zoo goed wil zijn om daarvoor de bewijzen te leveren. Hopende dat gij, niet-leden, op den eersten Februari tegenwoordig zult zijn, om daar de bewijzen te leveren en tevens u als lid op te geven voor de afdeeling. De vergadering is bij den heer Altink, in (Je Volksleeszaal. C. Adres-verandering. Het adres der afdeeling Utrecht is: CH. v.d. BILT, Kapelstraat 92 bis. Het adres der vereeniging van koper- en blikwerkers te Rotterdam is M. VAN DOORN, Var; der Leckstraat 5. Het adres der afdeeling Zaanstreek is: K. KAT, Wijver, Westzaan.

12