I JIJ Om h©t oroot GGGUIcI

Ons kwetsbaar hart moet zoveel slagen opvangen, dat het te kwijnen begint. Het raakt vermoeid en moedes loos. Het heeft reeds lang geleerd, dat het niet veel schoons verwachten mocht en dat de tijd, die komen ging, niet zo heel veel glanzender zou zijn, dan het dofste verleden. Een mens kan het niet laten om zijn levensnü te verbeelden als op de grens van schaduw en licht, en als we ons lieten gaan, dan hielden we de lamp der verwachting hoog boven onze hoofden: de toekomst zou beter zijn. Nu storten alle coulissen ineen, en we turen tegen zo’n grauwe toekomst op, dat we schromen verder te gaan. Loont het leven de moeite geleefd te worden? Er is een evangelisch woord, dat vroeger misverstaan, thans velen dierbaar is ge. worden: „Zalig de wenenden want ze zullen getroost worden.” Er bestaat een heilige droefheid, die verbonden is met God, omdat ze treurt om de schennissen van zijn Rijk en deze droefheid draagt zijn troost in zich als het rotsvast ver. trouwen, niet alsof alles vanzelf weer beter zal worden, maar de stelligheid dat ook dit wereldwijde lijden niet ver. geefs zal zijn. In mateloos verdriet zet zich een nieuwe orde door. Vraag niet meer, maar buk het hoofd: zo staat de tragische mens in de orkaan van deze agische mens m ryo.

P, . , , , Dit is niet de droefheid der wanhoop. Wie nergens meer op rekent, heeft het respect der goddelijke Werkelijkheid in zich verstikt. Noch de droefheid der werkloosheid. Deze bedreigt ons allen en toch werd zij niet zalig gesproken, Het mag soms lijken, of de ideeën, die deze wereld bewegen, alleen maar krach, tig groeien, als ze uit de volstrekte zede. loosheid opstijgen. Kunnen edele gedach. ten aan de wereld geen gestalte meer geven? Het geloof lijkt verschrompeld en men legt de handen in de schoot en

wijdt zich hoogstens nog aan zijn pers sooniuk heU. Vergaten we dan, dat wij gezamenlijk ingescheept zijn? Wij blijs ven allen varen of zinken gezamenlijk, Zeker is wel, dat de nobele mens niet de kracht op brengen kan en de vitaliteit, die sommige moderne dynamisehe bes wegingen voortbrengen. Het vertrom wen ontbreekt in de zegevierende kracht van het goede. En toch beleeft ook dit zijn stille triomfen en we vergaten danks baar te zijn, als we zagen, dat het kapis talisme verloor, dat oude antithesen ins eenstortten en kansen opkwamen tot nieuwe broederschap.

„et Boze triomfeert met veel gerucht, overwinning is dikwijls kwalijk bevochten. Er is een vesting, de geweh de vesting van het men, bet geweten, en daar. bekommert het zich nauwelijks. Boze is al tevreden met meelopers en wat het betekent eehte aan. hangers te hebben. Als men maar bèta. jjd is, dan komt de rest vanzelf. En zegt het eeuwig boek: „Het rijk je hartekamer kunnen plannen gesmeed worden, die vorm Rijk onder de mensen. geheimzinnige werkplaats be. hand van den Eeuwigen Mees. oprechten leerling der liefde. tt- ontstaat dan wat men zedelijke * ’ r ■ i 4-u A grootheid noemt, of zielegrootheid en deze zal de tocht der mensheid door de benalpn

In de angsten van deze tijd, waarin we beducht aan de luidspreker luisteren naar telkens nieuwe gruwelen en we een dag, dat er niets gebeurd is, als een gapende leegte ondergaan, is het zaak op deze wilde golfslag dan toch het gevoel van veiligheid en geborgen.zijn te kun. nen koesteren. De geduldige heeft de adem der grote dingen, die langzaam gaan, die ruisen op een verborgen stroomkracht en die men slechts ziet be.

wegen, als men op die plaats van zijn bestaan vertoeft, waar de Eeuwigheid onze tijd aanraakt. De waarlijk geduldis ge laat zijn oordeel niet bepalen door welken propagandaminister ook. Hij weet, dat de fronten van het opreehts menselijke zich zelden dekken met de fronten partijen en de grenzen der landen. In Sodom en Gomorrha leefden rechtvaardigen en toen Niniveh dreigs de onder te gaan begon het boete te doen en vond Genade,

Het grote geduld is lijden en wachten, Het lijdt, omdat de Eeuwige Normen geschonden worden en daaraan mensens gekwetst raken; het lijdt rneer om slechtheid der misdadigen dan om onschuldig lijden der dat kinderen van den Vader, zich. schiepen, zie dat vervult geduldigen inens met ontzetting, tranen weet hij, gedroogd zullen worden. En hij het eeuwige boek gelezen, dat geduld zijn ziel moet bezitten. ij wac .

lijdensweek Alle herinneren zich nu het kruis groten Duider Alleen al daarom zal waehten kon en j,eduld had als overwinnen en zal komen, omdat het oninogelijk mens te denken, die alle edele en grote eigenschappen van den mens m harmonie be.

, i Ons geloof is wel zo dat het vertrouwen kan in het gigantisch spel der moderne tegenstrijdigheden, omdat zijn zekerheid daar ligt. Een kruis roept de gedachte op aan de verrijzenis. Lijden en wachten: het is de formule van het grote geduld. Hoe breder de schaduw van het kruis valt over een mensengene. ratie, hoe stralender zal de Zondag der Verrijzenis zijn. Het goede leven in den mens wil vertrouwen en vertrouwd zijn. RENE.

stem aan Colijn’s afzichtelijk werkloosheidsbeleid hebben zij voldoende getuigenis af gelegd, welk bolwerk zij vormden voor het Nederlands geldkapitalisme. Onvervaard schreef dan ook de heer Briët:

„De misgreep in Juli van het vorig jaar, toen Rooms-Katholieken en Sociaal-Democraten het kabinet lieten vallen, had ook ten gevolge, dat een van de weinige Nederlandse staatslieden van internationale betekenis, n,l. de heer Colijn, niet meer aan de regering des lands kon deelnemen.”

Na deze blunder van eerste grootte ~ nu wij door de prachtige keuze van De Geer een minister van Buitenlandse Zaken (minister Kleffens) hebben, waar een Colijn niet aan tipt mogen vele anderen volgen. Tot welk geestelijk peil zouden deze en dergelijke ongesplitste neutraliteitspaladijnen het Nederlandse volk eigenlijk willen neerdrukken? Zouden zij willen, dat dit volk de ogen sloot voor de misdaden van Jodenpogrom en concentratiekamp? Dat dit volk niet de walging ondervond voor de dictatuur en haar uitlopers? Dat het dit van dezelfde waarde ging achten als het Engels parlementair systeem. Dat het de overweldiging van Polen en Tsjecho-Slowakije als toevallige, onontkoombare, ten slotte misschien aanvaardbare gebeurtenissen ging beschouwen? Nog eens: welk laaghartig, bang, gewetenloos, zonder-zinvoor-goed-of-kwaad volk zouden zij van Nederland willen maken?”

Uit een interview met Ignazio Silone

In een interview, dat Silone in de zomer van 1939 aan Clement Greenberg toestond en dat in het herfstnummer van het Amerikaanse tijdschrift „Partisans Review” gepubliceerd werd, lezen wij het volgende: „Indien er oorlog uitbrak tussen Italië en Frankrijk, welk van deze beide landen zoudt u dan begunstigen?” „Tunis.”

„Hoe bedoelt u dat?” „De wereld is op ’t ogenblik in twee grote fronten verdeeld: het ene bestaat uit de conservatieven, d.i. uit de democratische landen en andere aanhangers' van de collectieve veiligheid; het andere uit de revisionisten of fascisten. Geen van deze beide fronten is in staat, de vrede of de oplossing van de oeconomische en politieke problemen, waarvoor de wereld staat, tot stand te brengen. De ware vrede hangt af van de snelheid, waarmee een derde front opgesteld wordt, van de snelheid, waarmee de revolutionnaire arbeiders van de gehele wereld hun politieke autonomie terugveroveren en de strijd om het kapitalisme ten val te brengen weer opnemen. Dit derde front bestond vroeger in de vorm van een revolutionnair Rusland en strijdende arbeiderspartijen in andere landen, maar op ’t ogenblik bestaat het alleen nog maar potentieel, als mogelijkheid.

Uit het interview nemen we nog een ander belangrijk gedeelte over. „Als u van vrijheid spreekt”, vraagt de interviewer, „bedoelt u dan socialistische vrijheid?” Hier volgt het antwoord van Silone;

„Ja, ik beschouw het socialisme als een van nu af onontbeerlijk element voor een regime van ware vrijheid d.w.z. van vrijheden, concreet en werkelijk, niet formeel en „constitutioneel”. Maar ik beschouw de vrijheid niet als een noodwendig, natuurlijk en van tevoren vaststaand gevolg van het socialisme; ik zie oeconomie, politiek en cultuur niet zo mechanisch aan elkaar verbonden en uit elkaar voortvloeiend als de Marxisten dat schijnen te doen. Net zoals we zeer van elkaar verschillende politieke regimes hebben, die uit de gemeenschappelijke bodem van de kapitalistische productie voortkomen, juist zo is Rusland een waarschuwend voorbeeld, hoe op de basis van de staatssocialistische productie een kanibalencultuur ontstaan kan, een cultuur, die veel lager staat dan die door de burgerlijke democratie geschapen was. Socialisme bevrijdt ons van een vijand van de menselijke vrijheid, maar het kan ook nieuwe vijanden voortbrengen, die de geschiedenis in het verleden niet kent. En er bestaat geen formule, die ons voor deze nieuwe vijanden behoeden kan, geen automatisch mechanisme, geen constitutionele garanties. Er bestaat niets, dat mensen dwingen kan, vrij te zijn. Gelukkig maar!