Is dit het ware Rusland?

Het boek van den heer Dallin is vol statistieken en zorgvuldige analyses. Het is zeer onverkwikkelijke lectuur. Wij hebben verscheidene personen, die Rusland uit de eerste hand kennen en studie gemaakt hebben van Russische aangelegenheden, gevraagd, commentaar te leveren op de voorstelling van zaken van den heer Dallin.

Een schrijver werpt de vraag op of Dallin’s beschrijving van de groep der dwangarbeiders wel geheel nauwkeurig is, op grond van het feit, dat het buitengewoon moeilijk, zo niet onmogelijk is, de cijfers te toetsen, en op grond van de noodzakelijkheid, rekening te houden met het in de Sowjet-Unie zeer gewone verschijnsel van de gedwongen of half-gedwongen volksverhuizingen, wanneer men over dwangarbeid spreekt.

Een ander verwacht, dat het aantal dwangarbeiders waarschijnlijk gestegen zal zijn tengevolge van représaille-maatregelen tegen Oekrainse collaborateurs. Allen zijn het er over eens, dat we de feiten nu eenmaal niet kennen noch begrijpen.

Weer een andere commentator, die gedurende enige tijd in Rusland gewoond heeft en uitzonderlijke mogelijkheden gehad heeft voor observatie, vindt, dat het beeld, dat de heer Dallin voor ons opwerpt, het perspectief uit het oog verliest, op een wijze, die niet anders dan schadelijk kan zijn.

„Ik heb vaak getracht te analyseren, wat het is, dat mij zo aantrekt in verband met Rusland, maar zonder veel resultaat. Het is een gewoon verschijnsel bij hen, die daar enige tijd hebben doorgebracht. Ik denk, dat het ten dele het gevoel van een geweldige vitaliteit is, die ons daar schijnt te omringen. Ten dele zijn het de ontstellende tegenstrijdigheden, die men tegenkomt in alles wat er gebeurt. En dan is er het boeiende proces van samensmelting van de hoofdstroming der Russische historie met de uit het Westen geïmporteerde communistische wereldbeschouwing, en al het onderzoek der harten, dat ermee verbonden is. Deze samensmelting is nog steeds zo nieuw, dat de veranderingen plaats grijpen met verbijsterende snelheid, en men geheel verdiept raakt in het gadeslaan van dit proces. Maar het boeiendst van al is het Russische volk, ondanks de kunstmatige hinderpalen, die gesteld zijn op de weg, waarop men met dit volk in aanraking zou kunnen komen. Het zijn eenvoudige mensen, vriendelijk en edelmoedig van aard, nieuwsgierig, behulpzaam, luimig, en, over het geheel genomen, volkomen onbedorven. Zij aanvaarden met fatalisme de dingen die buiten hun macht tot beheersing liggen, en tezelfder tijd hebben zij de vaste overtuiging, dat zij allen gezamenlijk de macht bezitten, alles te beheersen. Zij hechten niet veel aan wereldse goederen en koesteren grote verachting voor het laag-bij-de-grondse materialisme en commercialisme van de burgerlijke wereld. Het gevolg hiervan is een frisheid, die een sterke aantrekkingskracht uitoefent.

„De keerzijde van dit beeld is een bureau.cratie die hoogtij viert. De Russen weten, dat hun bureaucratie langzaam is, omslachtig, onbekwaam, en de kracht mist tot initiatief en tot het nemen van besluiten, en zij schelden er even hard op als welke vreemdeling dan ook. Maar dit is één van de prijzen, die men betalen moet als men de dingen in allerijl tracht te

doen. Bureaucratische formaliteiten hopen zich op, indien het mensenmateriaal dat de administratieve machine vormt niet goed genoeg is om de dingen op de vereiste wijze te doen, als gevolg van zijn aangeboren aard. Daarom is den Russischen ambtenaar gedurende generaties geleerd, dat zijn opperste plicht is: de voorschriften te gehoorzamen. Bij iedere andere vorm van administratie zou het uitgestrekte, naar alle richtingen verspreide, achterlijke Russische Rijk reeds lang geleden uiteengevallen zijn. Met andere woorden: de aard van iedere Russische administratie, welke dan ook, wordt voorgeschreven, niet door de gril van een paar dozijn of een paar duizend mensen, maar door de taak, die ze te verrichten heeft en de gesteldheid van het menselijke materiaal met behulp waarvan ze moet werken. Het is dit ganse complex van problemen, verbonden met mijn grote genegenheid voor de gewone Russen, wat mij zozeer aantrekt.

„Ik weet niet wat Dallin’s bronnen zijn, en het is best mogelijk, dat hij in staat is waar te maken wat hij zegt. Maar ik herken een zeker gedeelte ervan als eerwaardige oude koeien uit de sloot. Het schijnt mij toe, dat hij in het geheel geen poging doet om te begrijpen waarom sommige der dingen, waar hij bezwaar tegen maakt, gebeuren. Er is inderdaad veel wreeds in Rusland, maar dat is er ook in Brits-Indië en in andere delen van het Britse Rijk; dat is er ook in Amerika, waar nog tot voor kort arbeidersstakingen met geweld werden gebroken, en waar de negers slechts weinig democratische rechten hebben; dat is er ook in Spanje en in Zuid-Amerika; en in Griekenland. En op Java schijnen we goed op weg te zijn, ertoe gedwongen te worden een vreemd gezag te herstellen.

„Al deze dingen zijn verkeerd net zo verkeerd als wat dan ook, dat in Rusland gebeurt, en voor vele daarvan zijn wij zelf verantwoordelijk. We doen wat we kunnen

om deze misstanden recht te zetten, en van tijd tot tijd protesteren we er tegen. Maar in de eerste plaats trachten we te begrijpen waarom ze plaats grepen, en hoe we kunnen helpen op de beste wijze. En dit is een manier om de problemen te benaderen, die maar al te vaak ontbreekt, als we trachten iets te doen ten opzichte van Rusland. Er geschieden daar dingen, die verkeerd zijn, en die niet verontschuldigd kunnen worden, en die om de een of andere wijze van moreel protest roepen. Maar als dat dan moet gebeuren, dan is daarbij uiterste nederigheid en zeer grote mate van kennis voorwaarde. Natuurlijk is er waarheid in wat Dallin zegt, maar hij is in hoge mate eenzijdig, en we mogen er ons niet van af maken door de andere zijde van de kwestie stilzwijgend voorbij te gaan. Tenslotte, de ondervinding is de beste leermeesteres. In de vorige oorlog stortte Rusland smadelijk ineen, en tegen het einde ervan was de regering algemeen gehaat door het hele land. In deze oorlog boden de Russen, het verschrikkelijkste leed ten spijt, effectief weerstand aan een veel sterkere en gevaarlijkere Duitse aanval, en de regering kwam uit deze strijd te voorschijn met een zeer vergroot prestige en een versterkte reputatie. Waarom? Indien Dallin’s voorstelling van zaken ook maar enigermate de waarheid benadert, dan is het hele geval volkomen onverklaarbaar.

„De allereerste taak van iedere regering is: te regeren binnen het morele en historische raam waarin zij zich geplaatst ziet. Het heeft geen zin voor ons, te wensen, dat het raam, waarbinnen de Russen het moeten zien klaar te spelen, een Britse of Westeuropese structuur vertoonde. En elke beoordeling, van die premisse uitgaande, is niet ter zake dienende. Wat van veel groter belang is, dat is de bestudering van het Russische bestel, en ik kan niet inzien hoe het mogelijk is morele critiek uit te oefenen op de handelingen van groepen van personen, ter onderscheiding van de daden van individuen, tenzij tegen deze achtergrond gezien. Ja, het lijkt mij zowel gevaarlijk als misleidend, dit te doen.”

Uit mijn grootste zonden Ontbloeit soms ’t hoogste goed.

Aan mijn diepste wonden Ontvloeide ’t zuiverst bloed.

God heeft mij gegeven Tweespalt van goed en kwaad.

Vreemd zijn zij verweven In alle woord en daad.

Niemand kan hen scheiden: Slechts menselijke waan.

Geketend aan hen beiden Moet ik mijn wegen gaan.

Uw wil stelt mij geschonden, O God, in ’s levens vloed.

Waar wordt door mij gevonden Steeds nieuwe levensmoed^

Ik leg in Uwe handen Mijn twijfel en mijn nood.

Eens zullen zij verbranden Op ’t altaar van den dood.