Levensovertuiging en politiek

De a.s. verkiezingen

Er zijn weer verkiezingen in het zicht. Er komt een wijziging van de Grondwet aan de orde en dat maakt Kamerontbinding nodig. Hier en daar wordt 7 Juli reeds genoemd als de vermoedelijke dag, waarop de verkiezingen zullen plaats hebben. Het laat zich aanzien, dat veler gemoederen door de verkiezingsstrijd in heftige beweging zullen worden gebracht. Het de moeite waard om stil te staan bij de belangrijke positie, welke de Partij van de Arbeid in ons volksleven inneemt. Van de zijde van de Protestants-Christelijke partijen, n.l. de A.R. en de C.H. partij, zullen in de naaste toekomst ongetwijfeld tal van aanvallen op de Partij van de Arbeid worden gericht.

Het standpunt van de F. v. d. A.

De Partij van de Arbeid omvat personen van zeer verschillende levensovertuiging. Men vindt onder hen Protestants-Christelijken, Rooms-Katholieken en Humanisten. Die verschillen worden geen ogenblik verdoezeld. Integendeel, er wordt verwacht, dat de betrokkenen in de Partij duidelijk van hun levensovertuiging zullen doen blijken. Dat wordt beschouwd als een verrijking van het leven der Partij. Vandaar dat er drie werkgemeenschappen zijn, waarin de gelegenheid bestaat zich ook in eigen kring te bezinnen. Toch is er in de partij een heöhte eenheid. Maar de binding wordt 'hiet gevonden in de levensovertuiging, maar in de gezamenlijke strijd voor dezelfde practische doeleinden, n.l. die van het demiocrajtisch-soclallisme. In die strijd voor het democratlsch-socialisme ontlenen alle drie groepen hun inspiratie aan een eigen levensovertuiging. Het feit, dat dit zo is, toont dat er in onze nationale politiek een geheel nieuwe figuur is opgetreden, welke daar vroeger onbekend was. Men kan trachten deze nieuwe figuur, de z.g.n. doorbraak te loochenen, maar dan wordt alleen maar de werkelijkheid miskend.

Het standpunt der christelijkpolitieke partijen

Geheel anders het standpunt der christelijk-polltieke partijen. Wanneer men hun beginselprogramma leest, dan ziet men, dat zij een aantal beginselen hebben opgesteld, waarop zij hun Volgelingen verenigen. De binding wordt dus in de levensovertuiging gevonden. Op grond van die levensovertuiging trachten zij tot bepaalde practisch-politieke oplossingen te komen. Zoals men hieruit ziet, zijn de Partij van de Arbeid en de christelijk-politieke partijen eikaars antipoden. De Partij van de Arbeid verenigt hen, die, vanuit een verschillende levensovertuiging, dezelfde practisch-politieke irtoeleinden nastreven; de christelijk-politieke partijen verenigen hen, die, vanuit eenzelfde levensovertuiging, beproeven bepaalde practisch-politieke oplossingen te vinden.

VINCENT VAN GOGH SMART

Het gevaar van „christelijke beginselen”

Juist als Christen heb ik thans de overtuiging, dat de christelijk-politieke partijen

gevaarlijk handelen met het opstellen van „Christelijke beginselen”. Het zijn per slot van rekening producten van menselijk denken, ook al heeft men de bedoeling ze te ontlenen aan Gods Woord, zoals dat in de Bijbel tot ons komt. In de practijk nemen deze beginselen telkens weer de plaats in van Gods Woord. Terwijl toch alleen dat Woord van God onze enige grondslag mag zijn!

Deze door mensen opgestelde beginselen worden bovendien aldus gehanteerd, dat de christelijke partijen verwachten, dat ieder Christen ze zal onderschrijven. Het geloof van hem, die dit niet doet, wordt al spoedig gewantrouwd. Men begrijpt bij de Christelijke partijen helaas niet, dat deze partijen zich hier een oordeel aanmatigen, dat alleen aan Qod toekomt. Hier werkt door de verderfelijke invloed van de antithese-gedachte: ~wie bij ons komt, behoort

tot de Christenen, wie niet komt, behoort daar niet bij.”

Behoudend en vooruitstrevend Er is nog een ander bezwaar tegen het standpunt der ehristelijk-politieke partijen.! Wanneer de binding in de levensbeschouwing schuilt, dan betekent dit geenszins, dat omtrent de practisch politieke doelemden gelijk wordt gedacht. In de ehristelijkpolitieke-partijen is dat dan ook nooit het geval geweest. Het gevolg was steeds een ernstige belemmering van de sociale vooruitgang. I

Hoezeer (lit feit wordt miskend, blijkt nog weer eens duidelijk uit de rede van een zo scherpzinnig iid der Eerste Kamer als Prof. Anema. In de vergadering van 11 Februari iL.zeide hij:

„In elke partij vindt men meer behoudende eii meer geavanceerde, meer statische