ld en Taak volheid. / Psalm 24 : 1 j/

ONAFHANKELIJK WEEKBLAD VOOK EVANGELIE EN SOCIALISME

VERSCHIJNT 50 MAAL PER JAAR 50STE JAARGANG VAN ~DE BLIJDE WERELD”

Zaterdag 25 October 1952 Nrss

Redactie: ds J. J. Buskes Jr ds L. H. Ruitenberg dr J. G. Bomhoif

Redactie-Secr.: Roerstraat 48® Amsterdam-Zuid Telefoon 24386 p/a dr J. G. Bomhoflf

Vaste medewerking van prof. dr W. Banning J. Hulsebosch H. van Veen dr M. V. d. Voet ds H. J. de Wijs Mej. dr M. H. v. d. Zeyde e.a.

mentent per jaar ƒ 5,—; halfjaar f 2,15; kwartaal J 1,50 plus f 0,15 incasso. Losse nrs f 0,15; Postgiro 21876; Gent. giro V 4500; Adm. N.V. De Arbeiderspers, Hekelveld 15, Amsterdam-C; Postbus 800

Wij benijden onze voorgangers

Men moet ons maar vergeven, dat onze gedachten de laatste tijd nogal eens vijftig jaar teruggaan. Wij staan aan de vooravond van de herdenking van de oprichting van de „Blijde Wereld”, nu een halve eeuw geleden. In Leeuwarden op zaal De Jong, in Bentveld, in het A.G.-gebouw zullen wij bijeenkomen en dankbaar zijn om wat die vier dominees, die rooie rakkers, toen begonnen zijn.

Zij begonnen een krantje. Een weekblad. Ze geloofden in de macht van het gedrukte woord. _ Die macht gebruikten ze om het socialisme te verdedigen en om de christelijkheid te geselen. Zij deden dat in een tijd, waarin het sociaal onrecht grof, zéér grof was. En de kerk slaperig, zéér slaperig.

Zij geloofden in de macht van het gedrukte woord. Zij wisten, dat in de gezinnen van Friese slovers, van idealisten en van gekneusden hun bittere taal hoop gaf. Want dat zwart-op-wit gaf zekerheid, vastheid, vertrouwen.

Intussen: ook dat is veranderd. Het vertrouwen op het gedrukte woord''is minder magisch geworden. Het gedrukte woord, vooral wanneer het van de rotatiepers komt, heeft een andere functie gekregen. Of beter: het heeft er een functie bij gekregen, ni. die van de ontlading. Hoeveel Wordt er niet geschreven ter wille van de ontlading, óf om te lachen öf om te vloeken. Niét om te weten of om inzicht te krijgen.

Onze voorgangers vijftig jaar geleden vochten met hun woord voor ontrechte mensen. Zij vochten tegen de kapitalistische maatschappij. Wij, hun nazaten.

willen datzelfde doen met hetzelfde middel. Maar dat middel is minder efficiënt geworden, want het wordt tegenwoordig voor alles gebruikt. Luister naar wat mij dezer dagen diep schokte. Juist op het terrein waarop wij ons bewegen, nl. op het terrein van het gedrukte woord.

Daar krijg ik „De Telegraaf” van 18 Oct. in handen. Ik lees, wat Pasquino schrijft. Nu moet gij niet denken, dat deze heer een Spanjaard of een Italiaan is. Integendeel. Hij is als Nederlander ingeschreven. Deze heer moet elke dag iets anders beweren dan een ander. Een vermoeiende bezigheid om éénmaal per 24 uur drie-kwart kolom origineel te zijn. En dan nog wei in „De Telegraaf”.

Ditmaal schrijft hij naar aanleiding van het gevai-Lages. Over de behandeling van de gratieverlening in de Tweede Kamer. En meer in het bijzonder over wat het K.V.P.-lid Peters daar gezegd heeft. Men zal zich dat herinneren. De heer Peters is tegen de doodstraf, want hij heeft voor het vuurpeloton gestaan. Op het allerlaatste ogenblik werd hij gered. En deze ervaring men kan zich indenken, hoe diep deze in het leven ingrijpt zou de heer Peters wensen aan alle gezagsdragers, die zo gemakkelijk met de doodstraf omgaan.

Nu schrijft Pasquino over deze aangelegenheid. Het is ons niet bekend hoever deze heer het in de oorlof gebracht heeft. Tot voor, of zelfs in de nabijheid van een vuurpeloton zeker niet, anders zou hij iets getemperder geschreven hebben, na de woorden van de heer Peters te hebben aangehaald. Hij schrijft nl.: „Aangezien ik niet

minder christelijk wil zijn dan hij (nl. dan het Kamerlid Peters), houd ik de opmerking achterwege, dat ik in de contemporaine geschiedenis vafi ons ontredderd vaderland vele gezagsdragers ken, wie ik niet alleen deze ervaring gun, doch wier executie men in het belang van ons land nog iets verder had kunnen doorvoeren.”

Bezie deze zin nóg eens, lezer. Het luidt bedenkelijk. Deze schrijvende heer houdt dus vanwege pure christelijkheid de opmerking achterwege dat hij Nederlanders kent, gezagsdragers nog wel, waarvan hij het jammer vindt dat ze niet óók door de Duitsers voor het vuurpeloton gezet zijn èn doodgeschoten. Hij schrijft, dat hij dat niet wil zeggen. Hij is dus niet te vervolgen. Hij komt, na de eerste keer dat hij uitgleed, niet meer voor de rechtbank. Hij zal wel wijzer wezen. Hij laat de opmerking dat hij méér lijken had willen zien, immers achterwege...

Ondertussen gnuift de abonné en de handelsreiziger in de tweede-klas-coupé om de moed, de onafhankelijjkheid, de liefde voor het ontredderd vaderland van deze nijvere held, die zo slim is om niet te vervolgen te zijn voor wat hij wel schrijft, nl. dat er nog niet genoeg schoten geknald hebben. Hij heeft er geen namen bij vermeld. Misschien prepareren terreurbenden zich ook hier als in Duitsland op een opruiming. Zij kunnen bij Pasquino van „De Telegraaf” navraag doen. Die weet nog wel namen van wie vergeten zijn tussen 1940 en 1945.

Zie, deze heer en wij van „Tijd en Taak” gebruiken woorden. Het is het geleidemiddel, waar Bruins en Winkel zo’n vertrouwen in stelden. Als ik echter bedenk, dat deze heer dagelijks datzelfde geleidemiddel gebruikt, als wij, dan realiseef ik mij, dat er ergens iets scheef is.

Het is er een teken van, dat het woord gedevalueerd is.

Dat maakt het laten drukken zwart-opwit er niet voornamer op.

Wij benijden haast onze voorgangers van voor 50 jaar.

Toen schreven de Pasquino’s ten minste nog niet. L. H. R.