/ den Heer I behoort de aarde l en haar \ volheid. N. Psalm 24 ; 1 /

fyd en Taah

VERSCHIJNT 50 MAAL PER JAAR – SISTE JAARGANG VAN „DE BLIJDE WERELD”

Zaterdag 5 December 1953 Nr. 48 Redactie: ds.J.J. Buskesjr. ds. L. H. Ruitenberg dr. J. G. Bomhoff Redactie-Secr.: Roerstraat 48’ Amsterdam-Zuid Telefoon 724386 p/a dr. J. G. Bomhoff Vaste medewerking van prof. dr. W. Banning J. Hulsebosch H. van Veen dr. M. V. d. Voet ds. H.J. de Wijs Mej. dr. M. H. v. d. Zeyde e.a.

WA-; »*-ƒ2,75; W.«V t,5Oph.SOM ».». U«, n„ f0.,5-, 2<576; Cm. H,. V4SOO-. Ai™. N.V. D. HM..U 15, A™«.rimA:; P.*. 800

‘Land van goede hoop’

Er is een boek verschenen, dat deze titel draagt. Ik ken het niet, maar vernam uit een recensie, dat het handelt over Zuid-Afrika, en dat de schrijver zijn titel koos niet omdat de zuidpunt Kaap de Goede Hoop heet, maar omdat het land thans zoveel mogelijkheden biedt. De recensent is daarvan niet- helemaal overtuigd, en laat zich de verzuchting ontvallen: „Wij zouden zo graag gewezen worden op een land van belofte, op een land van goede hoop. Want daaraan hebben wij behoefte te midden van de narigheden van het dagelijks bestaan.”

Dit zinnetje bracht mij aan het piekeren. Begrijp ik de recensent goed, dan zoekt hij te midden van de landen der wereld er één, dat hem zou kunnen inspireren als „een land van belofte”. Blijkbaar is Zuid-Afrika dat niet voor hem—het rassenprobleem met de door Malan gevolgde rassenpolitiek zal hem verhinderen om Zuid-Afrika tot hoopgevend voorbeeld te stellen. Blijkbaar is het evenmin Sowjet-Rusland, of de Verenigde Staten van Amerika al gebeuren er in die landen met hrm felle dynamiek dingen genoeg die boeien... Zelfs Israël heeft de recensent blijkbaar niet de overtuiging kunnen geven, dat daar door geestdriftige toewijding en harde arbeid „een land van belofte” wordt geschapen, een .eeuwenoude, nimmer gebluste hoop wordt verwerkelijkt. Misschien moet men zelf Jood zijn en ergens deze droom van het zionisme mee dromen, om in het huidige Israël land van belofte te kunnen begroeten.

Maar zo pieker ik verder is de recensent ook niet bezig met het onmogelijke, met zoiets als een vierkante cirkel? Welk concreet land, welke concrete verwerkelijking kan ooit de vervulling van de droom zijn? Het blijft immers steeds mensenwerk, en dus gebrekkig en onvolmaakt, en het wordt in de huidige situatie mee beïnvloed door de grote wereldpolitiek, waarop vooral kleine landen bitter weinig invloed hebben (Israël!). En voert het ver-

langen om ergens ter wereld een land van goede hoop te vinden, mij eigenlijk niet op een verkeerd spoor, dat eindigen moet in teleurstelling en wanhoop? Let op de menselijke getuigenissen van communisten, die het land van belofte dachten te vinden in Sowjet-Rusland, en door de harde feiten zijn teleurgesteld... blij ven zij erkennen, dat er enorme dingen gebeuren. Het land van belofte, waarna ons heimwee uitgaat, blijft utopie, droom, verwachting. Wie de vervulling verwacht ergens door mensen, vergist zich. Bovendien: juist voor hem, die behoefte heeft aan een goede hoop te midden van narigheden van het dagelijks bestaan, moet het éérste zijn: op de plaats waar hij staat, in de gegeven narigheden enz. werken en rechten, wetend van een belofte. „Het land van belofte” dragen wij in ons en hebben wij waar te maken op de plaats waar wij staan... al zal het ons nooit restloos aan die plaats binden.

Bij het piekeren over „het land van goede hoop” kom ik onverbiddelijk terecht bij de Bijbel. Eerst bij die stukken uit de ballingschap, waarin het hartstochtelijk heimwee naar „Jeruzalem” brandt (en de rijkdom van dat woord is alleen voor een gelovige Jood te peilen): „Eer ik U vergete, Jeruzalem, eer vergete mijnrechterhandzichzelf.” Thans, 24 eeuwen later, staat wel vast als 'historisch feit, dat het dat handjevol heimwee-bezeten ballingen is geweest, dat de toekomst van het Joodse volk heeft gedragen. Prof. Beek vertelt in zijn prachtige boek: Wegen en Voetsporen van het O. T. van een Joods geleerde en denker uit de 12e eeuw na Chr. in Spanje, een zekere Halévi: een begaafd man, zeer rijk en in aanzien bij de Joden en niet-Joden. Deze man zingt hartroerende Sionsliederen, waarin hij verklaart, dat het stof op de Sion hem meer waard is dan al het goud van Spanje. Hij verlaat de veiligheid van Spanje en begeeft zich op een ongewisse pelgrimstocht. Wij weten niet, wat er van hem geworden is, maar een legende zegt, dat hij Jeruzalem nog in de verte gezien heeft. Toen werd hij.

terwijl hij één van zijn Sionsliederen zong, op de weg door een Arabier verslagen... „Het land van goede hoop” is in eerste instantie een zaak van geloof, d.w.z. het behoort principieel tot een andere orde dan die de mensen maken met hun handen, tot een andere orde dan die van de economische, sociale en politieke machtsstrijd. Dan betekent het ook oneindig veel meer dan menselijke romantiek: het poneert de heilige normen, waaraan het leven op deze aarde, onder de mensen in hun veranderende maatschappijen en. culturen, hebben te voldoen; de normen van gerechtigheid en goede trouw, van barmhartigheid en vrede. En het inspireert tot gestage arbeid aan en met het harde en weerbarstige materiaal, dat mensen nu eenmaal zijn. Het zal daarom nooit enige menselijke werkelijkheid Zuid-Afrika, of de Verenigde Staten of Rusland of zelfs Israël tot de uiteindelijke vervulling van „de goede hoop” proclameren, maar weten van bezoedeling ook bij nobel pogen, van verstrikt raken in onrecht ook bij het zoeken naar recht. Maar óók en dat moet misschien thans in Europa en in Nederland met grote nadruk worden gezegd en gedaan hij zal om „de narigheden van het dagelijks bestaan” niet gaan twijfelen of wanhopen: „de goede hoop” is een realiteit, is de laatste en diepste realiteit van het leven.

Ik zeg dit éérst als gelovige. Maar het heeft directe betekenis voor mij als socialist. Niet zoals menigeen ten onrechte denkt; dat ik nu een stelletje concrete oplossingen bij de hand heb: voor het oorlogsvraagstuk, voor dreigende economische crisis, voor socialistische integratie van Europa. De concrete vraagstukken worden er in eerste instantie misschien alleen moeilijker door: want er zijn normen, die wij niet straffeloos veronachtzamen. Maar in alle geploeter en getob om „de narigheden van het dagelijks bestaan” weten wij met dezelfde zekerheid als omtrent het zonlicht in donkere dagen: „het land van goede hoop” is de diepste realiteit.

Het wordt aanstonds Kerstmis. De Oecumene zegt tot de wereld van nu: er is hoop.

Omdat God met mensen Eén wordt. W. B.