De woordenzee, de nuchterheid en de openheid

Misschien vindt u het maar een matig genoegen om zo’n vijf, zes weken na dato een verslag van indrukken onder ogen te krijgen van de conferentie van de internationale bond van religieus-socialisten van 14 tot 19 Augustus in Frankfort a.d. Main. Mijn enige, overigens niet geldige verontschuldiging is dat het zeer zeker tijd, veel tijd moest koste’n om op te duiken uit de immense woordenzee, die ons overspoeld heeft. Want zo was het met deze conferentie, die als thema had: de verantwoordelijkheid van christenen en socialisten tegenover Europa. Gaat u zelf maar na: Eigenlijk vijf volle vergaderdagen. 12 referaten van in ieder geval zeer deugdelijke lengte. En de discussie, die veelal weer een zeker soort vrij lange referaten opleverde. Verder tijdens die vijf dagen nog een avond en morgen gewijd aan laat mij zeggen de interne zaken van de internationale bond. Eén middag een zeer plezierige ontvangst door de stad Frankfort in het stadhuis, met de nodige toespraakjes en antwoorden. Twee middagen vrij, echt vrij om te wandelen. Of te slapen. Of allebei, al naar de behoefte. En ten slotte een uitstapje naar Wiesbaden en Wiesbaden-Schierstein om daar het dertiende referaat te ondergaan.

Wat de referaten betreft: vier stuks handelden over de situatie van het socialisme in Europa, vier over de situatie van het protestantisme in Europa, drie over de situatie van het rooms-katholicisme in Europa, één over de taak van de religieussocialisten en één over het democratische socialisme in het tegenwoordige Duitsland.

U zult na deze korte opsomming, dunkt mij, er geen bezwaar tegen hebben, dat ik niet probeer een uittreksel te geven zo, dat in verkorte vorm de gehouden lezingen worden voorgeschoteld. Alvorens toch iets te zeggen over die zaken, die na de worsteling om op te duiken uit de woordenzee zijn blijven hangen, moet het me van het hart dat deze conferentie, de eerste van dit soort in Duitsland na 1933, hoe goed ook georganiseerd en hoe goed ook verlopende, naar de methode een onding was. Het is niet juist uren lang te moeten luisteren naar vele en lange lezingen en dan ook nog te proberen een gesprek te hebben door weer anderen de katheder te laten beklimmen. Bovendien was beslist onvoldoende voorzien in de moeilijkheden tengevolge van de meerdere talen en de eentaligheid van meerderen.

Ondanks dat zijn een paar dingen toch wel zeer duidelijk geworden. Vooral dit dat het socialisme heeft afgerekend of anders moet afrekenen hiermee, dat het zich heeft voorgedaan als een surrogaatgodsdlenst met een wereldbeschouwing zo, dat men regelrecht meende voort te marcheren naar het paradijs volgens de wetten die deze mars zo moedig en zo zeker maken. Pas nu deze verandering In het socialisme zich voltrekt, Is het mogelijk op nuchtere basis de juiste tegenstander, vijand zelfs te zijn van liberalisme en kapitalisme, die hun paradijs na jagen ten koste van mensen. Bij dat „ten koste van mensen”, daar begint deze vijandschap. Daar is ook de basis van wat nuchter en practlsch gedaan en voorgestaan moet worden door het socialisme nu.

Wereldbeschouwingen en wetten, paradijsjes en andere dromen komen daar niet bij te pas. Behalve die nuchterheid komt daar bij te pas een voortdurende bezinning op wat de mens is, werkelijk is ais persoon en als gemeenschapswezen in de maatschappij zoals die nu is. |

Op dezelfde wijze is ook wel duidelijk geworden dat het protestantisme in Europa overal, zij het soms op zeer verschillende wijze, zich bezig is te vernieuwen. Er is een grote mate van openheid gekomen voor juist die dingen in de samenleving, die de mens wel moeten vernielen en die lange tijd zonder meer door de kerken niet herkend zijn, bezig als ze waren met het heil van de ziel van het zondige individu en met de krampachtige poging door het hu-

welijk met kapitalisme en liberalisme de macht over de zielen groot te houden. De echtscheiding in dit stuk van zaken heeft de handen vrij gemaakt, heeft de openheid gegeven nodig om op te komen, echt en waarachtig, voor Gods liefste schepsel, de mens. Dat daardoor een geheel nieuwe verhouding tussen kerken en socialisme mogelijk is, is duidelijk.

Een hoogtepunt in de conferentie was zeker het moment, dat aan de orde kwam hoe om deze zaken, de openheid en de nieuwe verhouding, ook geworsteld wordt binnen de rooms-katholieke kerk. Zakelijk en strijdbaar, solidair en critisch, met een hartverwarmende gloed werd ons deze worsteling voorgedragen. Ofschoon men als buitenstaander zeer voorzichtig moet zijn, meen ik toch te mogen zeggen hoe ik overtuigd ben dat deze worsteling én voor de r.k. kerk én voor het socialisme van verstrekkende en heilzame betekenis is.

Tot zover wat feiten en lijnen in zake deze conferentie. Graag schrijf ik een volgende keer nog iets over een paar lijnen en over een paar zaken het religieus-socialisme zelf betreffende.

SJ. BIJLEVELD

Hier Hleinsherke

In Juni had het Vlaamse tijdschrift „Socialistische standpunten” een conferentie belegd om alles eens door te praten, zoals het heet. Het bleek, dat daar een probleem in het bijzonder de aandacht vroeg: de verhouding tussen godsdienst en socialisme, Besloten werd, in de herfst speciaal dit onderwerp aan de orde te stellen.

Zo waren ditmaal op 24 en 25 Sept. 30 Nederlanders naar Kleinskerke getogen.*Wij waren een staalkaart van democratischsocialistische mogelijkheden: humanisten, zo-maar-niksen, protestanten van verschillende richtingen, rooms-katholieken. Wij werden daar ontvangen in een gebouw in de duinen. Torenhof geheten, 10 km van Oostende, dat onmiddellijk onze jaloersheid zou opgewekt hebben, wanneer wij er niet bij bedacht hadden, dat deze prachtige gelegenheid van sociaal toerisme een teken van een nóg erger verzuiling is, dan wij in Nederland gewend zijn. Hier immers komen, als ik goed begrepen heb, alleen de militanten van de Belgische Socialistische Partij, de gezinnen van de socialistische vakbeweging, de „vooruitziende vrouwen”. Hier, op dit ontheiligde erf van Vlaanderen, zal geen rooms-katholiek, die de aanwijzingen van zijn bisschop volgt, zich wagen. Ruim, verzorgd, gezellig was het er, en de ontvangst was hartelijk.

Deze conferentie werd belegd door het nieuwe tweemaandelijkse tijdschrift in Vlaanderen „Socialistische standpunten”, dat thans zijn tweede jaargang heeft lopen, Officieel los van de partij, maar, als ik goed begrepen heb, in goede verstandhouding met haar leiding, wil het bijdragen tot de doordenking van de nieuwe vraagstukken, waar deze oude beweging mee te maken

Hoezeer dit in een 'behoefte voorziet, bleek uit de deelname. Er waren totaal 220 deelnemers.' Want het ging over de godsdienst. Nu moeten wij hieruit niet concluderen, dat dus de godsdienst in Vlaanderen zo veel

dieper geworteld is dan in Nederland. Laten wij nuchter zijn: de godsdienst is daar wel een heel stuk in de sfeer van h.et conflict der machten getrokken. Sterker nog dan hier. De soms emotionele betogen over de gedragingen en de uitingen van kapeiaan en bisschop met de hele hiërarchie daartussen; of, erger nog, de dwangmiddelen, die de CVP waar zij de meerderheid heeft, gebruikt om het „geloof” te beveiligen, waren voor ons protestanten niets nieuws, maar wel pijnlijk. En het was, of de eigenlijke vragen, n.l. die van het mens-zijn, die van vormgeving aan geestelijke overtuigingen ook in staatkundig opzicht, in de emotionaliteit van het verzet tegen geestelijke dwang niet aan de orde konden komen.

Nu is dat voor Hollanders makkelijk te zeggen. Ook voor ons was deze bijeenkomst uitermate belangrijk, omdat wij leerden, hoe onze problemen op het punt van socialisme en geloof, in een andere omgeving en met een andere traditie ook een andere oplossing vragen. Wij hebben het voordeel, dat de godsdienst in Nederland niet alleen en zelfs niet voornamelijk een roomskatholiek stempel draagt. De godsdienst in Vlaanderen is: de dorpspastoor, de CVP, de bisschop, het klooster. En de uitstraling daarvan. In Nederland, met z’n in de vergadering als groot voordeel gevoeld! verdeeld, althans geschakeerd protestantisme maakt, dat dieper kennis van ’t verschijnsel godsdienst mogelijk is. Apostolair zou, van r.-k.-gezichtspunt uit, er eigenlijk alles aan gelegen zijn: een sterk protestantisme te wekken. Het zou de r.k. geloofsbeleving ten goede komen. Wij hebben, mede door het protestantisme, bovendien een jarenlange training in het discussiëren over godsdienstige vragen. En tenslotte: de doorwerking van het „religieus-socialisme”, van de wijze van benaderen der geestelijke vragen, door Bentveld in toepassing gebracht, heeft ons gevoeliger gemaakt voor schakeringen en voor achtergronden. Zonder al deze invloeden is de doorbraak bij ons ondenkbaar.

Maar nu zit men in België met een schoolstrijd, die hartstochten opwekte, verhardingen teweegbracht, overwinningen deed vieren en nederlagen grommend deed incasseren. De kiem van de strijd ligt op godsdienstig vlak. Maar géén houding is onvruchtbaarder om de godsdienst te benade-