Aarzeling en angst

Als u dit artikel onder ogen krijgt, is de uitslag van het Saarreferendum al geen nieuws meer. Vooral de Geneefse conferentie vraagt dan de aandacht, en met haar de vele problemen van wereldpolitieke aard. Dat neemt niet weg, dat het „noodlottige votum”, zoals het Franse blad „Le Figaro” de uitslag van de stemming in Baarland betitelde, ook zijn schaduw over Genève zal werpen. De keuze van"de Baarlanders tegen het Europese statuut en du.4 eigenlijk vóór wederaansluiting bij Duitsland, heeft nl. de werking van een breekijzer: het zwakke fundament van de Westeuropese samenwerking is er door ontwricht. Als er nu een storm opsteekt, bestaat de kans dat het gehele bouwsel ineen zal storten.

Achteraf bezien is het gebeurde in het Baargebied bijzonder leerzaam. De Westeuropese regeringen hebben van de Baarlandse bevolking gevraagd een besluit te nemen, waartoe zijzelf voorlopig niet durven overgaan, nl. het besluit tot europeanisatie. Het Baarland is zo lang men kon hopen op een gunstige regeling daar de verontschuldiging geweest voor de eigen onmacht tot voortgaande Europese integratie.

Nu de stemming een overduidelijk „neen” te zien gegeven heeft, zullen de moeizame besprekingen tussen Duitsland en Frankrijk opnieuw en nu onder veel moeilijker omstandigheden moeten worden hervat.

Een geluk bij dit ongeluk is, dat ook de Fransen op het ogenblik wel de onmogelijkheid inzien van zonder meer terug te keren tot de oude toestand in het Baarland. Daarmee heeft Parijs nl. tot kort voor de stemming gedreigd. Waarschijnlijk zal voor de overgangsperiode, die nu na het aftreden van de acht jaar oude regering-Hoffmann is ingegaan, een ambtenarenkabinet worden gevormd. Gezien de uitslag zal het daarnaast nodig zijn om de volksvertegenwoordiging te vernieuwen. Aan pro-Duitse partijen immers, die 'tot nog toe geen vertegenwoordigers hadden, zullen verdere politieke rechten moeten worden gegeven.

Maar ook als deze maatregelen worden genomen, blijft er één probleem onopgelost, nl. dat van de economische banden van het Baarland. Bij de komende onderhandelingen zal Frankrijk zich tot het uiterste inspannen om de huidige binding van het belangrijke Baarland aan de Franse economie te handhaven. Frankrijk heeft echter alleen een kans om daarvan iets te verwerkelijken, wanneer er voor de Frans-Duitse economische vraagstukken een Europese oplossing wordt gevonden. En juist dat is nu veel moeilijker dan enige jaren geleden.

Voor de Russische onderhandelaars te Genève is het gebeurde van veel waarde. Al hebben de Westelijke regeringen duidelijk gemaakt, dat zij zich niet door de Baarkwestie uit elkander zullen laten drijven, toch blijft het feit bestaan, dat hun positie aan de conferentietafel ernstig is verzwakt. Naast de spanning tussen Griekenland en Turkije over Cyprus, naast de onrust in het Midden-Oosten, is er nu dus ook al geen eensgezindheid meer in West-Europa. Dat alles moet zijn gevolgen hebben.

De Duitse hereniging bijv. komt nu in

een heel ander licht te staan. Een Duitsland, dat ook de beschikking krijgt over het Baarland, vormt indien het kan bewapenen in de ogen van menige Fransman een potentiële bedreiging. De mogelijkheid van een herenigd, maar niet bewapend Duitsland is voor de Russen op het ogenblik dan ook een geducht lokaas.

En het is de vraag of men daar in West-Duitsland zo afwijzend tegenover staat. Alleen de kring rond kanselier Adenauer heeft de Westduitse herbewapening in Westelijk verband met overtuiging verdedigd. De socialisten zijn bekend om hun oppositie ertegen. Aangenomen kan worden, dat het grootste deel van de Duitse vluchtelingenpartij langzamerhand ook geneigd is om de hereniging primair te stellen.

Daar komt bij, dat de uitslag in Baarland de nationalistische gevoelens in Duitsland sterk heeft aangewakkerd. Door dit succes worden de Duitsers nog zelfbewuster dan zij al waren. Het zal kanselier Adenauer, wiens prestige door de uitslag van het Saarlandse referendum duidelijk is

aangetast, moeite kosten om zijn coalitie in het gareel te houden.

West-Europa is niet meer het zelfbewuste geheel van enige jaren geleden. Er is twijfel, aarzeling en angst. Angst, dat Duitsland waar het nationalisme nog welig tiert opnieuw zijn kansen zal grijpen. Dezelfde angst, die vroeger tot de merkwaardige bondgenootschappen heeft geleid als bijv. tussen Frankrijk en de Sowjet- Unie.

Als dat echter het loon moet zijn van de ontspanning, dan weten wij hoe weinig die waard is: even weinig als de halve, onoprechte en dientengevolge tot mislukking gedoemde Europese samenwerking van het

laatste jaar. West-Europa moet zich niet uit angst tot Rusland wenden. Evenmin als het zich uit angst tegen de Sowjet-Unie moet keren. Er is heel wat nodig om voor ons werelddeel een werkelijke Europese politiek tot ontwikkeling te brengen, die ons van de angst kan bevrijden. Het wordt tijd, dat wij daarover eens grondig gaan nadenken. H. VAN VEEN

Fakkeldragersdag

Al weer een week geleden werd de Centrale Fakkeldragersdag van de Partij van de Arbeid gehouden. Meer dan duizend kaderieden van die partij waren naar Utrecht gekomen om eerst ’s ochtends in kleine groepjes verspreid over de hele stad onder leiding van een minister, kamerlid of partijbestuurder een aantal actuele vragen te bespreken, zoals: Welke gevolgen zal een fusie KVP—KNP hebben? Moeten we nog aan een geleide loonpolitiek vasthouden? Het was een bijzonder origineel idee, nu eens geen massabetoging te houden, die toch eigenlijk van weinig waarde is. Natuuriijk, het kan een hartverwarmend gevoel zijn met veel geestverwanten samen te luisteren naar één of meer redevoeringen van vooraanstaande mannen. Maar het blijft meestal zo passief, een gesprek had men eigenlijk veel liever gewild, een gesprek dat. veel directer en ingrijpender kan zijn dan een stem uit de verte.

Het werd een succes. Meteen bij het begin al, was er een stemming van „we zullen dit varkentje wel eens even wassen.” Twee uur lang werd er intensief gediscussieerd, terwijl een rapporteur de belangrijkste opmerkingen en de conclusies in het kort opschreef. Die werden later verzameld, gelezen en door mr. Burger ’s middags in zijn rede verwerkt. Men was algemeen enthousiast over deze werkwijze. Ook de ministers en kamerleden, die nu eenmaal door hun functie het gevaar lopen dat ze het contact met de kiezers min of meer verliezen.

In Tivoli had de grote vergadering plaats. Nog tijdens de koffiemaaltijd kwamen er sprekers aan het woord. De KWG-er Tans en de PCWG-er Kleywegt gaven beiden een persoonlijk getuigenis, waarom ze als christen socialist waren. Zij maakten diepe indruk. Ondertussen scharrelden voortdurend fotografen en cineasten met schelle lampen rond, die speciaal dr. Drees, maar ook de sprekers op het podium met hun activiteiten belaagden.

Max van Praag en zijn gezelschap, die op het ogenblik een verkiezingstournée door het land voorbereiden, vermaakten de zaal er tussendoor met hun liedjes. Toen kwam mr. Burger aan het woord. Met een enorme vaart voorzitter Vermeer hield hem telkens een papier voor met woorden als „Denk aan de klok!” behandelde hij de punten, die ook ’s och-

tends al waren besproken. Via de glimlach van Rusland en de geleide loonpolitiek, die al door de NW-voorzitter Oosterhuis was besproken, kwam hij aan de fusie van de KVP en de KNP. Ja, de KVP moest het bijzonder ontgelden. Nu de KVP zich niet meer met de naam progressief tooien wil, zoals ze dat deed vlak na de oorlog, mag ze zich wel gaan noemen in de nieuwe spelling: Konservatief, Voorheen Progressief!

Na mr. Burger sprak dr. Drees zijn bezonnen woorden, en na hem riep voorzitter Vermeer allen op om een faire verkiezingsstrijd zo goed mogelijk te strijden Ja, deze proef, een demonstratiedag te organiseren, die niet alleen een massabetoging is, mogen we zeker als geslaagd zien. Laten we hopen dat men op deze weg doorgaat. Het politieke leven in Nederland zou er door verbeteren. H. E. RUITENBERG

LEESTAFELNIEU WS

Omdat het Kinderboekenweek is willen we u in dit nummer graag een pas verschenen boek over en voor kinderen noemen, dat het lezen en aanschaffen waard is. Eerst een boek over kinderen: Helen Doss: Aan kinderen geen gebrek, vertaling Joh. M. C. Kieviet, uitgave Van Loghum Slaterus, Arnhem 1955, 273 blz. ƒ 8,90.

Een vlot geschreven roman met als hoofdpersonen een Amerikaans jong kinderloos echtpaar, dat begint met één baby te adopteren en dan telkens meer kleine kinderen aanneemt, kinderen die niemand hebben wil, omdat ze van gemengd ras zijn. Tenslotte hebben ze er twaalf, met wie ze in een verwaarloosde dorpspastorie leven van een te klein domineestractement. Maar ze zijn gelukkig en het eenvoudige geluk dat die jonge kinderen geven straalt van het boek uit. Het is een bemoedigende roman en niet alleen omdat het zo hartelijk en met veel gevoel voor humor geschreven is: hier zijn een paar gewone mensen, christenen, die door de kracht van hun geloof een zware taak op zich nemen en die taak volhouden. Mij trof bijzonder de natuurlijke weergave van de gesprekken van de kleuters. Aanbevolen om te lezen en om voor te lezen omdat het zo’n hartverwarmend boek is.

Albert Lamorisse en Jacques Frevert: Bim het ezeltje, vertaling A. Rutgers v. d. Loeff—Basenau, uitgave Ploegsma Amsterdam 1955 ƒ 2,40. Na de fotoboekjes van Bambi, de jonge ree, en Tjeerd, het veulentje, nu een boekje over een ezeltje van een klein eiland bij de kust van Noord-Afrika. De foto’s zijn prachtig en ontroerend. Een mooi prentenboek voor ouderen en zieken om langzaam en dikwijls te bekijken, maar ook een fijn boekje om samen met kinderen van te genieten.