om redding; maar toen ook deze laatste poging mislukt, grijpt hij duikende eene handvol wier en zand, en werpt die in de breede, diepe liaven, terwijl hij uitroept:

Westenschouwen, Westenschouwen,

Het zal u berouwen ,

Dat ge genomen hebt mijn vrouwe.

Westenschouwen zal daarom vergaan;

De toren alleen zal blijven staan.

De voorspelling is vervuld. De,haven begon te verzanden ; zij werd spoedig onbruikbaar; én waar vroeger eene welvarende handelsplaats stond, rollen thans de baren der Noordzee tegen een verlaten strand, terwijl een oude toren, die pas in onzen tijd is afgebroken, de herinnering aan "Westenschouwen levendig hield.

Indien de dorre regtzinnigheid der I7de en 18de eeuw de rijke verbeeldingskracht onzer landgenooten niet zoozeer had uitgedoofd, zou ik u misschien nog wel menige overlevering kunnen mededeelen, in verband met ^le historie van het overoude Zierikzee, waarvan gij den stompen, hoogen toren al in de verte hebt gezien, en nu ook, als de boot wat digt onder het eiland Schouwen heen loopt, meer andere gebouwen goed ontwaren kunt.

De spitse geveltop, niet ver van den sierlijken stadhuistoren, is van een gebouw, dat vroeger een klooster der Tempelridders was, die er in 1312 op bevel van den paus door de stads-arbeiders zouden zijn omgebragt. In gindsche poort zijn nog de steenen kogels gemetseld, die aan het beleg door de Vlamingen in 1304 herinneren. Aan het behoud van Zierikzee hing destijds het behoud van Holland af, dat den ondergang nabij scheen. Den zoon van den goeden graaf Ploris, Witte van Haamstede, wiens heerlijkheid gij in de schoone duinstreek van Schouwen bezoeken kunt, gelukte het de naauw ingesloten vest te ontkomen en te Zandvoort aan wal te stappen.

En om Haamstede drong zich de landzaat bijeen,

En de bloedige strijd werd gestreden ;

En der Vlamingen hoogmoed verging en verdween,

Bij het Manpad met voeten getreden. (*)

(*) Mr. D. J. van Lennep , Hollands Duinzang.