Donderdag, '22 Junij 1871.

N®. "535.

WEEKBLAD VAN HET REGT.

RKGTSKUNDIG NIEUWS- EN ADVEltTENTIE-BLAD.

DRIE-EN- DERTIGSTE JAARGANG.

JUS ET VËRITA8.

Dit blad verschijnt des Maandags en Donderdags, en om de veertien dagen ook des Dingsdags. - Prijs per ƒaargang f 20 ; voor de buitensteden franco per nost met f 1.00 verhooaina. — Prijs der 10 tl 90 / O U.V /. * r 1 Tr> .

J ' * * * ——w, foycu. — uvjuriMjcn , urleven, , franco aan ae Uilqevers.

HOOGE RAAD DER NEDERLANDEN.

BaBSSBSBBKSBaabfl

Openbare alg-emeene vergadering van Katur. tlag, 17 Junij 1§}1.

Ter installatie van de heeren Kr. J. ItA en Mr. J. .8. J U TIKKItïll.IiK. als

Maadsheeren.

Onder voorzitterschap van den President, Mr

F de Gebvis.

Ten twee ure wordt de vergadering door den Voorzitter geopend, llij noodigt den Griffier uit de nieuwbenoemde Raadsheeren binnen te leiden.

De beide heeren worden door den Griffier binnengeleid en nemen plaats tegenover den President.

De Voorzitter verleent het woord aan den Procureur-generaal.

De heer Ad.oolcaat-genera.al Mr. F. F. Karseboom neemt, daar ' e heer Procureur-generaal door ongesteldheid verhinderd wordt tegenwoordig te zijn, het gewone requisitoir, strekkende: 1°. tot het doen voorlezen van de besluiten tot benoeming en van de aeten van eedsaflegging; 2°. over te gaan tot de installatie van de beide benoemde f.eeren; en 3°. dat hem acte zal worden verleend van het door hem genomen requisitoir.

De Voorzitter verleent do gevraagde acte aan den Procureurgeneraal, en verzoekt den Griffier voorlezing te doen van de gemelde «takken.

De Griffier leest daarop voor: 1°. de Koninklijke besluiten van 20 Mei jl., waarbij tot Raadsheeren in den Hoogen Raad der Nederlanden benoemd worden de heeren : Mr. J. Kalit , President van de Arrondissements-Regtbank te Almelo, en Mr. J. J. van Meerbeke, Raadsheer in het Provinciaal Geregtshof in Noordbolland , en zulks in 'e plaats van de heeren Mrs. J. A, Jolles en H. A. Gekadts, tuiden op hun verzoek eervol ontslagen , zijnde de eerste tot Minister v»n Justitie benoemd; en 2U. de aeten van eeds-aflegging, op 9 Junij j'. plaats gehad hebbende.

De Voorzitter, Mr. F. de Gbeve , vat alsnu het woord op en zegt :

li del Hoog Achtbare Heeren 1

De plegtige zitting van heden is gewijd aan de installatie van twee

nieuwe leden ter vervanging van Mr. Jolle Albektus Jolles en Mr. Hendrik Hekman Geradts.

Niet zonder leedgevoel nemen wij afscheid van beiden, hoezeer ook de redenen van hun verlaten van den Hoogen Raad eerbiedigende, ^nauwelijks echter troostten wij ons eenigermate door de benoeming . v»n den kundigen en ervaren Mr. Gerardus Matthes, in de plaats van den Raadsheer Jolles , toen eensklaps de voortreffelijke man '-'■or de vreesselijke, toen hier zoo hevig heerschende ziekte werd Aangetast en weggerukt. En nog was de daardoor ledig gebleven zetel °i)bezet, toen al weder een gevoelige, hoezeer lang voorziene slag °'is trof door het overlijden van den werkzaoien en algemeen geaehten 'Uadsheer Wihtgens.

Doch keeren wij tot de levenden terug en wijden wij eenige oogen-•ikken aan beide uitnemende mannen, die door de nieuwbenoemden 2l'llen worden vervangen.

Zeer verschillend (gijl. weet het) was de oorzaak van beider eervol °titslag. Terwijl toch de e'éu tot zwaarder arbeid werd geroepen, Erlangde de andere rust.

Had Mr. Jolles weleer een toen opgeheven ministeriëlen zetel v<:rlaten, om kort daarop bij ons den schranderen yan Sieiinbekgen t(; vervangen , thans , na negen jaren , achtte hij het pligt de benoeming tot Minister van Justitie te aanvaarden.

Die negen jaren zijn vervlogen ; maar zijn belangrijk aandeel aan •"ize werkzaamheden en onze wederkeerige vriendschap zijn niet uit-

Scwischt.

Steeds gezeten in de kamer voor de behandeling van strafzaken, ''«ar hij geheel op zijne plaats >vas, verdiende de kundige regtsge''*:rde onze bewondering door zijnen ijver en zijne vlugheid. Hoe llsauwgezet ook in de vervulling zijner pligten als Raadsheer, had hij D°g immer tijd over voor studie, voor allerlei wetenschappelijke en P'iilantropische maatschappijen, voor huisgezin en voor gezellig verkeer.

Zulke zeldzame, onvermoeide en vlug werkende mannen voegen bij Innemendheid op een ministeriëlen zetel; voegen vooral aan het ''•ofd van het belangrijk Departement van Justitie.

Hartelijk wenschen wij daartoe aan onzen afgetreden ambtgenoot '"laehtzame voortvarendheid, ondervinding van krachtige inedewer'ng en genoegzamen tijd voor de volvoering zijner grootsche planïi<:t|. Moge het (om niet te gewagen van zoo vele andere noodzakelijke ^•"beteringen) hem gelukken een nieuw Wetboek van Stralregt, _8araan thans door zulke uitnemende mannen wordt gearbeid, tot J':|id te brengen; en, in verband daarmede, de hervorming van het ,-tvangeniswezen, waarvoor hij, de vurige voorstander van de zedelijke ^rbetering der gevangenen, zooveel sympathie gevoelt!

Met 1 April 11. ontstond eene nieuwe vacature door het eervol 'slag van onzen twee-en-zeventig-jarigen ambtgenoot Mr. Hendrik shman Geradts.

'let laatst van 1 798 te Roermond geboren, werd hij, die zijne ■''skundige vorming voornamelijk aan zich zelf had te danken ,

leeds in 1839 benoemd tot Procureur bij de Regtbank te Roermond, doch werd in 18'20 aan de Luiksche Iloogeschool tot Meester in de regten bevorderd. In 1822 aangesteld tot Regter-plaatsvervanger bij genoemde Regtbank, verliet hij in 1831 de regtspractijk ten gevolgo zijner benoeming tot Regter van instructie bij dezelfde Regtbank. sedert doorliep hij alle rangen der magistratuur. In 1841 werd hij Voorzitter der Regtbank te Maastricht, in 1846 Raadsheer in het Hol in .Limburg, in 184S Vice-Preident van dat Hof, in 1853 Raadsheer in den Hoogen Raad.

Te midden zijner veelzijdige werkzaamheden als regterlijk ambtenaar (wier uitnemende waarneming in 1840 door Koning Willem II

WPffl prlronrl I • . , , ,

"" uuur ZIJ nu oenoeming tot Kidaer der orde van den

Neaerlandschen Leeuw) betrad hij in 1848 voor korten tijd het staatkundig tooneel: als lid namelijk van do Tweede Kamer der Statenbeneraal.

Aanleiding daartoe gaven de toenmalige staatkundige verwikkelingen in .Lini urg en het in het naburig Duitschland aangevuurde verlangen van sommigen tot afscheiding van dat gewest van Nederland. Bekend met de tegenovergestelde gevoelens van onzen Geradts , hadden de Provinciale Staten van Limburg juist hem tot Lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal benoemd; en verzette hij zich ten krachtigste tegen die scheiding; onder anderen in eene zeer opmerkelijke rede, den 18 Aug. 1848 in de Tweede Kamer der Staten-Generaal gehouden. Het behoud van Limburg voor Nederland hebben wij voornamelijk aan twee onzer voormalige ambtgenooten, aan den toenmaligen Minister Lightenvelt en aan Mr. Geradts te danken.

Als Raadsheer in den Hoogen Raad onderscheidde hij zich achttien jaren lang door eene voorbeeldige arbeidzaamheid.

In beide Kameis met hem gezeten, heb ik zelden iemand aangetroffen zoo werkzaam en zoo naauwgezet. Al wat uit zijne handen ■ kwam, met name zijne ontwerp-arresten in strafzaken, getuigde van een gezond oordeel en van eene veelzijdige regtskennis. Om het even, of het waren moeijelijke punten van burgerlijk of van strafregt, altijd caf hii de hewn^en van e.p.no toq« 1 j • j:'

•/ — ~ —j - -ww ïtttljiUUUUC JiaUUUUlü UIKICÏ YlJLiUlUK

p.n van oann ,,«,.1 k«1 ~ 1 • , -k . ,. ®

— leiuniicuuc uoicz,cmieia. uaartoe stona nem ten dienste,

zoowel ziine eierene keurige hoekern nlo /i;0 van pnnii

in wier commissie van beheer hij was gezeten , en die aan hem, den

onsnhnt.haran . j i .

—.Mjch.üius.enner, zeer veei neeit te aanKen.

Die opgewekte werkzaamheid verdient te meer loffelijke vermelcang, nu het hem (immers in de laatste jaren) niet altijd vergund was zich te verpoozen te midden zijner veel op hun buitengoed bij

luuiiu vühuüvcuuo £cuüiuü ueueKKingen.

Was het dus wnndftr rlpf. hii r\n .ün^nvanfl^In^n.nr,

——— ) igcii uuuciuuiu,

na veertig-jarige dienst, verlangde naar rust en naar het duurzaam

cfftnnt x'oii n ...

b i, . V ^Ulieiu gezin r uaarbij was het hem eene streelende volaoeninp-. korf-, n« rriïr. . .

nxouucxu, van onzen noning te mogen ontvangen het Kommandeurskrnis d«r i/.-. *1 ö

. . ~ "— * «»* ivi&eii&i uuii.

ogc de brave nederige man nog gedurende eenige gelukkige jaren

.oiuiciiue rust genieten, en moge onze wederzijdsche

ucaicnuig voormuren!

| waart benoembaar. Plaatste de Tweede Kamer u toen

bovenaan op hare nominatie, dadelijk daarop ontdekte zij hare, zeer ligt mogelijke, vergissing. Thans echter verheugde zich de Hooo-e Raad u den eersten op zijne aanbevelingslijst te mogen plaatsen, ter vervulling der vacature , ontstaan door het eervol ontslag van *Mr. Geradts. De Tweede Kamer bleef zich gelijk. De Koning benoemde u!

Op zeer goede gronden mogen wij eene bijzonder gunstige verwachting van u hebben.

Aan de Utrecbtsche Iloogeschool waart gij reeds de gevierde student, de geliefkoosde leerling van wijlen den hoogleeraar Ackersdijck. Na uwe promotie keerdet gij niet terug naar uwe vaderstad Maastricht maar vestigdet u als Advokaat te Utrecht. Het volgend tijdperk van uw leven kenmerkte u als een uitstekend lid van het Openbaar Ministerie. Als Substituut-Officier, eerst te Nijmegen, daarna te Amsterdam, hebt gij uwen goeden naam als grondig regtsgeleerde gevestigd; en wel evenzeer bij de behandeling van strafzaken , als door uwe doorwrochte conclusiën in burgerlijke regtsgedingen. Geen wonder, dat gij, bij de benoeming van Mr. van Lilaar tot Minister van Justitie, in zijne plaats werdt aangesteld als Raadsheer in het Hof in Noodholland. Hoe gunstig uwe ambtgenooten in dat Hof over u dachten, bewees meer dan ée'n hunner ook daardoor, dat zij u aan ons bijzonder aanbevalen. Onder zulke gunstige omstandigheden wenschen wij ons Oollegie geluk met de aanwinst van u als onzen ambtgenoot.

Het heeft den Koning behaagd ter vervanging van Mr. Jolles, na het overlijden van den tot zijnen opvolger benoemden Mr. Gerardus Matthes, tot Raadsheer in den Hoogen Raad aan te stellen Mr. Jacob Ka lef , lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal en

. zjiiLci uur j^rronuisBeuienis-JxegtDanK te Almelo, en, m de plaats yan Mr. Geradts, Mr. Julius «Jacobus van Meerbeke, Raadsheer in het Hof in Noordholland.

Van harte heet ik u beiden welkom. Bij deze gelegenheid viel aan den Hoogen Raad de zeldzame eer te beurt, dat al de aanbevolenen

(Waomnf^a» ... ,

y.»«.vU«w uviv ë.jnouuiij, zij net aan met in dezelfde orde, bij hare, den Koning aangeboden nominatie door de Tweede Kamer der StatenGeneraal zijn overgenomen. Een aangenaam bewijs voorzeker van hoog te waarderen vertrouwen!

Waait gij Mr. Ivaleï bij niemand onzer bijzonder bekend, uwe antecedenten echter en de loffelijke aangaande u afgelegde getuigenissen deden van zelf ons oog op u vestigen. Aan u toch viel de eer te beurt onder den Minister Mr. Dikk Donker Ccrtids van Advokaat te Zwolle in eens te worden benoemd tot Voorzitter der Arrondissements-Regtbank te Almelo. Van deze aanvankelijk niet gemakkelijke taak hebt gij u, tiaar het oordeel van desbevoegden, goed gekweten. Sedert eenige jaren tevens door de kiezers van liet kiesdistrict Almelo geKozen tot lid van de Tweede Kamer der Staten-Genoraal, hadt gij eenen dubbelen last op u genomen. De ondervinding van het bezwaarlijke, beide betrekkingen naar eisch te vervullen, deed u waarschijnlijk reeda voorlang verlangen u geheel aan de regterlijke magistratuur te mogen wijden.

Ik verheug mij voor u, dat die wensch thans is verwezenlijkt. Ij we medeleden trouwens in de Tweede Kamer der Staten-Generaal, uwe meest bevoegde beoordeelaars, hebben u, na eenen eervollen wedstrijd met een onlangs uit hun midden getreden lid, aan het hoofd hunner nominatie geplaatst, terwijl de Koning u tot Raadsheer benoemde.

Wij twijfelen niet, of gij zult u verheugen u weder uitsluitend aan de regtsbedeeling te kunnen wijden. Moogt gij, die, na grondige Studiën aan dft Tkrpr>liter>V.«

liuvgtooiiuvi, UJU UC J actlj Ji.

ui^oefendet, waarschijnlijk eenige voorliefde gevoelen voor de regtspraak

uuigowiji\.ö gouiu^oii, zeer gaarne zuic gij eenter, in piaats van Mr. Jolles, zitting nemen in de kamer voor de behandeling van

Strafzaken . nndpr rlp VOOr7.itt.ino' von nnizon -wroofrlirran Vina."Pi rkv ïrlnnf

r. & » u,»*

K voor mij houd mij overtuigd, dat gij daar met evenveel genoegen zult ziin :i_ _„ir _.„,j . •

-v" ik. zen geuuieuue veie jaren.

En nu nog een enkel woord, meer in het bijzonder gerigt tot u, Mr. Jdlius Jacobus van Meerbeke.

Rpeds hii iTAlo(*QnV,n:,i j . ,

uur vacature , ontstaan door het eervul ontslag van wijlen den Raadsheer Jhr. Me lort , zoude de Hooge Raad het oog op u hebben gevestigd, ware het niet, dat gij toen nog niet

Per nadere voldoening aan het requisitoir van den Procureurgeneraal, verklaar ik Mr. Jacob Kalff en Mr. Julius Jacobus van Meerbeke wettig erkend en geïnstalleerd als Raadsheeren in den Hoogen liaad der Nederlanden.

Voorts wordt den Griffier gelast het Koninklijk besluit hunner benoeming in te schrijven in het daartoe bestemd register.

Kn wordt bepaald, dat van deze plegtige zitting en installatie zal worden kennis gegeven aan den Minister van Justitie.

j.1^ vcizobk. ue nieuwDenoemde Kaadsheeren de voor hen bestemde zetels in te nemen en vervolgens deel uit te maken, do heer Ivaleï van de kamer voor de behandeling van strafzaken, en de heer van Meerbeke van die voor de beregting van burgerlijke gedingen.

Hiermede sluit ik deze algemeene vergadering van den Hoogen Raad der Nederlanden.

Hamer van Strafzaken.

Zitting van den 9 Mei 1871.

Voorzitter, Jhr. Mr. B. tan den Velden.

Schieten met een pistool in iemands kleêben. — Schade.

Moedwil.

li as wei het tweede vereischte tot toepassing vau art. 479, n°. 1 Strafregt aanwezig, waar feitelijk is beslist, dat niet 'is gebleken , dat de dader den wil heeft gehad om op de beschadigde kleederen te schieten, noch dat hij den wil had om die kleederen te beschadigen? — Neen.

De officier van justitie bij de Arrond.-Regtbank te Almelo is req. yan cassatie tegen een vonnis van die Regtbank van den 9 Febr. 1871

111 ZOOVerrfi rfanrKii TT Hidn TT«v,^„n i iu„ -r

——* i-AwiuiiKöuian, lauuuuuwer ie L<angeveen,

gemeente Tubbergen, is ontslagen van alle regts ver volging, ter zake van het hem in de tweede plaats bij dagvaarding ten laste gelegde

en wettig? bewfi7.p.n VPrlrlanMa l'öi'f ir«n 1 T... j • . •

,v"""uiuv vy ucji i ouu. uezes jaars in

de woning van den herbergier G. J. Engbers, te Langeveen, gemeente J ubbeigen, met een pistool moedwillig te hebben geschoten, waardoor de rokken van J. Rik hof in brand zijn geraakt en daardoor aan die kleedingstukken schade is toegebragt geworden.

Nadat te dezer zake d oor den mnrlsfipor TTicr V,nt ~

— —— * —ïii-u rsiomg uit-

gebiagt, heelt de adv.-gen. Smits de volgende conclusie genomen:

hidel Hooa Achtbare F7p.p.rp.n "Prpairlon-t *>« 7y»« t n->

" —-j - b ituuwt i iju vuurxmuing

m cassatie heeft alleen betrekking op het tweede feit, bij het beklaagde

ttcïrinio 1-invinn^/\1 ^ t ^ï a. j?.. .'i 1. , i • -i *

uwuwmciu. uii ïeit oestaat aaann, aat de gereq. in de woning van den herhertrier fJ. .T linn-We — ^ • . ,

—P -uangcvccii , mei. een pistool

moedwillig heeft geschoten, waardoor de rokken van J. Rikhof in brand zijn geraakt en daardoor ann rlio .•„

^ '"vwiiitouuaatu OttiUUC IS

toegeDragt.

De Regtbank neemt dit feit als bewezen aan ; overweegt verder , dat echter niet is bewezen, dat de gereq. zou bedoeld hebben op de rokken van genoemde .1 Rikhof /in*.

. ■=■ - uv-mvn,», uu nat yuuiïuuiue uesuua-

diging alzoo met moedwil zou toegebragt zijn , en ontslaat hem van

. wgwi ui vvigiiig ie uien aanzien.

De heer ren. vermeent Hat. tpri Off AVn > P "p

1 j wu uv.üv etit. •* i v , ii". 1 , ju. iug-

passelijk was en dit artikel dus bij het vonnis geschonden.

iiiccxiiiig niet ueeien.

Art 470 P r> A i ? i ^

—-v. , , „ uüuici^i oiiai tegen nen : *qui, nors les eas prevus

depuis 1'art. 434 jusques et y compris Tart. 462, auront volontairement cause' des dommages aux proprie'le's mobilières d'autrui.»

Uit de woorden, waarin de bepaling is vervat, blijkt, dat men hier te doen heeft met eene V.iiwondere soort vsin overtre^inr* n<aai.k;:

-v -- --- ..... " «ai U1J

zekere doius wordt vereischt, de schade moet zijn toegebragt volon-

tairement, "opzettelijk'/, zoo als de Hollandsche vertaling zegt, zoodat

benaald bil dit. misHriif het ondfiry.oek nnnr rlip infonfïo nnn« u~i. j_.i

1 ° — V — uoai uet uoei

der handeling vereischt wordt.

Bn nu staat in fado vast, dat de gereq. wel moedwillig Zoo als

het vonnis zegt, een pistool heeft afgeschoten, maar tevens'dat niet

gebleken is van eeni(Te hedoelin<r rloovKn .

" ,: , ■. : » "'J coe te brengen :

en bij het ontbreken dus van de volant!:, van het opzet, was art. 4/9 niet tnAnaccolnt TKTr,^v,„,.i. . i. • . r >

trauuwi uc sunaue is toegebragt tegen den wil