door hun optreden naar buiten ook de medeyennooten zullen binden. Het vennootschappelijk vermogen dier firma zal het karakter eener gezamendehandsche gemeensoliap moeten hebben ; d. w. z. de vennooten oefenen geen vrije beschikking over hun aandeel daarin uit; slechts de beheerende vennooten, en na de ontbinding de vereffenaars, mogen er, en alleen voor vennootschapsdoeleinden, over beschikken. De privésohuldeischers van den firmant krijgen dus geen verhaal op het vermogen der vennootschap, doch zullen alleen beslag mogen leggen op zijn winstaandeel en hetgeen hem na vereffening der vennootschap zal blijken toe te komen.

Ook de commanditaire vennootschap mag niet in haar tegenwoordigen vorm blijven bestaan. Volgens schrijver zal zij moeten plaats maken voor eene zoodanige, die zich alleen hierin van de vennootschap onder eene firma onderscheidt, dat een of meer der firmanten tegenover derden niet voor het geheel doch slechts tot op een bepaald bedrag voor de vennootschapsschulden aansprakelijk zijn. Daarnaast is dan wellicht nog plaats voor de z.g. commanditaire vennootschap op aandeelen, waarbij de commanditaire vennooten alleen tot storting van hun inbreng gehouden zijn, zonder eenige aansprakelijkheid jegens derden.

Het uitvoerigst staat Mr. Molengraaff bij de naamlooze vennootschap stil, bij welker regeling een aantal moeilijkheden om oplossing vragen. Het zou te veel plaatsruimte vereischen den geleerden schrijver, die zich trouwens zelf tot het aangeven der hoofdpunten moest bepalen, hierbij op den voet te volgen. Voldoende zij het daarom te vermelden, dat de naamlooze vennootschap der toekomst z. i. niet enkel tot handelsondernemingen moet worden beperkt ; dat de koninklijke goedkeuring bij de oprichting behoort plaats te maken voor maatregelen als vereischte volteekening van het kapitaal e. d.; dat inbreng van iets anders dan geld aan een rechterlijk matigingsrecht onderworpen zal moeten worden; dat aan oprichters en bestuurders een uitgebreide mededeelingsplicht, zoowel ten aanzien van overeenkomsten bij de oprichting getroffen als van jaarlijksche balans en winst- en verliesrekening, behoort te worden opgelegd; en dat de aansprakelijkheid van onderteekenaars van prospectussen en van bestuurders en commissarissen behoorlijk in de wet omschreven zal moeten worden.

In de plaats van de thans in de wet geregelde ooöperatieve vereeniging wil schrijver een nieuwen en ruimeren vorm voor vereenigingen ter bereiking van stoffelijke doeleiden stellen. Een afzonderlijke titel zal daartoe gewijd moeten worden aan die vereenigingen welke, zonder een der reeds genoemde vennootschappen te vormen, zich de voorziening in de stoffelijke belangen harer leden ten doel stellen en als rechtspersoon varianten on t.ft traden.

Ten slotte wenscht Mr. Molengraaff eene afzonderlijke regeling voor alle vereenigingen welke, afgescheiden van stoffelijke behoeften, een gezellig of geestelijk doel nastreven. In plaats van de thans daarvoor vereischte wettelijke 01 koninklijke goedkeuring zou hij eene inschrijving harer statuten in een openbaar register wenschelijk achten.

Schrijver eindigt zijn belangrijke beschouwingen met de ietwat sombere opmerking, dat de nagenoeg volkomen stilstand onzer burgerlijke wetgeving, waarvan de schuld v<Jor een groot deel ligt aan de omslachtige behandeling dei wetsontwerpen in do Tweede Kamer, de kans op eene herziening in den door hem bedoelden geest binnen een atzienbaren tijd zeer gering maakt. Al is er alle reden om aan te nemen, dat deze voorspelling niet overdreven zal bljjken, is de door den hoogleeraar verrichte arbeid tooh allerminst ni*tteloos te noemen, daar de wetgever, wanneer hij eenmaal ue hand aan het werk zal slaan, daarin in elk geval eene uitnemende voorbereiding zal vinden.

De reeks bijdragen wordt besloten met eene Komeinschrechtelijke studie van Mr. J- M. Nap over Usucapio libertatis, zulks naar aanleiding der bepaling van 1.6 D. 8, 2, dat urbane servituten slechts dan door non-usus van twee jaar tenietgaan, indien de eigenaar van het lijdend erf tegelijkertijd „libertatem usucapit". De oorsprong dezer usucapio libertatis wordt door schrijver gezocht in de oude usureceptio servitutis. Oefende de eigenaar van een lijdend erf gedurende^ twee jaren een daarop rustend servituut zelf uit, dan ging dit door non-usus van den eigenaar van het heerschend erf te niet en keerde door usureceptio in handen van den eerstgenoemde terug. Later werd de uitdrukking usurecipere servitutem verdrongen door usucapere libertatem, doch deze usucapio bleet eene zelfstandige instelling, welke met non-usus niets te maken had. Vandaar de onzekerheid of de lex Scribonia, die de usucapio van servituten afschafte, ook op de usucapio libertatis van toepassing was (1. 4 § 29 D. 41, 3).

Onder de Boekbeschouwingen, als altijd belangrijk, neemt die van Mr. Molengraaff over het Nederlandsch Assurantierecht, Brandverzekering, door Mr. J. G. L. ^olst renite, eene eereplaats in.

R. F.

HOOGE RAAD. — BULLETIN

(Strafkamer) .

Voorzitter, Mr. J. J- van Meerbek».

Zitting van Dinsdag, 14 April.

I. Uitspraak gedaan in zake: s

1°. A. v. d. N., tegen een arrest van het Hou te slier-

togenbosch.

2°. J. B. 8., tegen een vonnis van den Kantonrechter te

Tilburg. ,

3°. W. G. S., tegen een vonnis der Rechtbank te sHertogenboseh.

4°. I. A., tegen een arrest van het Hof te Amsterdam.

5°. M. K., tegen een arrest va.n het Hof te Amsterdam.

6°. A. B., tegen een arrest van het Hof te 's Gravenhage.

II. Behandeld het beroep van:

-jo j p. L. M. B., tegen een arrest van het Hof te s Hertogenbosch. Rapp. raadsh. de Pint».

2°. K. G-.. tegen een arrest van het Hof te 's Gravenhage. Rapp. raadsh. Jhr. Feith. rr

3°. G. W., tegen een vonnis der Rechtbank te » Hertogen bosch. Rapp. raadsh. Clant va,n der Mijl!

4°. ,T. J. G.. tegen een vonnis der Rechtbank te Zutphen. Rapp. raadsh. Jhr. van Teylingen.

5°. ,T. A. B., tegen een arrest van het Hof te Amsterdam.

Rapp. raadsh. Jhr. de Savornin Lobman.

6°. Mr. E. R., tegen een arrest van het Hof te 's Hertogenbosch. Rapp. raadsh. Missen.

Adv.-Gen. Noyon concludeert in allen tot verwerping. Uitspraak in sub 1°—5°, 20 April en in sub 6°. 11 Mei.

BENOEMINGEN, VERKIEZINGEN ENZ.

Bij Kon. Besluit van 11 April 1903, n°. 22, is benoemd tot notaris binnen het arrondissement Rotterdam, ter standplaats Rotterdam, M. L. H. de Gastro, candidaat-notaris te Utrecht.

— Bij Kon. Besluit van 14 April 1903, n°. 89, is benoemd tot notaris binnen het. arrondissement 's Gravenhage, ter standplaats de gemeente Oudshoorn. R. van den Berg, candidaatnotaris te Woerden.

— Biji Kon. Besluit van 14 April 1903, n°. 90, is benoemd tot plaatsvervangend griffier van den Raad van Beroep (Ongevallenverzekering) te Rotterdam, Mr. J. A. de Jong, advocaat en procureur te Rotterdam, tevens beëedigd klerk ter griffie van de Arrond.-Rechtbank aldaar.

— Bij Kon. Besluit dd. 14 April 1903, n°. 92, is aan L. Offerha.us J.-Hz.., op zijn daartoe gedaan verzoek, eervol ontslag verleend als kantonrechter-plaatsvervanger in het kanton Goor. onder dankbetuiging voor de als zoodanig bewezen diensten.

Bij Kon. Besluit dd. 14 April 1903. n°. 93. is aan Mr. E.

Dull, op zijn daartoe gedaan verzoek, met ingang van 15 Mei e. k., eervol ontslag verleend als ambtenaar van het Openbaar Ministerie bij de Kantongerechten in het arrondissement Middelburg, voor de kantons Middelburg en Goes, ter standplaats Middelburg.

al ) v ertentie n.

Bij de Uitgevers dezes is verschenen : Dogmatische Rechtswetenschap

DOOR

Mr. M. E. MEIJER S.

Prijs f 9.—.

Bij de Uitgevers dezes is verkrijgbaar :

Be Beroepswet

door

Mr. G. G. VAN Ï)ER HOEVEN.

Deze wel is opgenomen in Mulder's Verzameling van Nederlandsche Staatswetten (oranje uitgave) onder N° 15.

In deze Verzameling verschenen :

N° 1. Wet Nederlanderschap, 2de druk, door Mr. Joh. J. Belinfante.

,, 2. Veiligheidswet.

3. Heffing Invoerrechten.

,, 4. Kamers van Arbeid.

„ 5. Staat van Oorlog en Beleg.

,, 6. Indische Mijnwet.

„ 7. Oplieff. Belemmeringen.

,, 8. Revisiewet.

9. Leerplichtwet, door Mr. Joh. J. Belineaote.

,, 10. Boterwet, door denzelfden.

11. Bevorderingswet voor de zeemacht, door Mr. G. G. van-

der Hoeves.

12. Pensioenwet voor de zeemacht, door denzelfden.

13. Bevorderingswet van de landmacht, door denzelfden.

14. Pensioenwet voor de landmacht, door denzelfden. „ 15. Beroepswet, door denzelfden.

Prijs per deeltje f 0.50.

Losse linnen portefeuilles zijn k f 0.50 verkrijgbaar.

Bij de Uitgevers dezes ziet het licht :

ONT W E HF

tot herziening van de eerste zes Titels van het v i e r d 6 Boek

van het

burgerlijk wetboek

der Koningin aangeboden door de Staatscommissie, ^ ingesteld bij Harer Majesteits besluit van 15 Oct. 1899, n° 45 .

(Uitgegeven mei machtiging van Zijne Eic. den Minister van Justitie.)

Prijs f 1-50.

Bij hen verscheen vroeger:

Ontwerp tot herziening van het B. W. den Koning aangeboden door de Staatscommissie, ingesteld bij Kon.

Besluit van 28 Febr. 1880, n°. 8, 1ste boek met

toelichting, 2 dn geb *

Idem der Koningin aangeboden door de Staatscommissie tot voortzettting der herziening, ingesteld bij Kon.

Besluit van 22 Aug. 1887 n°. 24, 2de boek met toelichting, 2 dn geb ,.4.30

(Uitgegeven met machtiging van Zijne Eic. den Minister van Justitie.)

Prijs f 1-50.

Door de Uitgevers dezes is verzonden het volgend prospectus van :

De Rechtspraak

van den

Centralen Raad van Beroep

in zake 's Rijks-Ongevallen-Verzekering

Periodieke Uitgaaf onder redactie van Mr. W. H. M. Werker

Griffier van den Centralen Raad van Beroep

De talrijke beslissingen, die na het inwerkingtreden der Ongevallenwet. 1901 door het Bestuur der Rijksverzekeringsbank werden genomen, wettigen het vermoeden, dat ook eene omvangrijke jurisprudentie in de beslissingen van de Raden van Beroep zal ontstaan.

Gelijk de rechtspraak der gewone rechterlijke Ooileges zich richt naar die van den Hoogen Raad, zoo zal de jurisprudentie van de Raden van Beroep zeer zeker een richtsnoer vinden in de gewijsden van den Centralen Raad van Beroep.

£>e kennis van de uitspraken van den Centralen Raad mag dan ook van bijzonder gewicht geacht worden voor de velen, die bij 's Rijks Ongevallen-Verzekering betrokken zijn.

Niet alleen voor de leden van de Raden van Beroep en de advocaten, die zich op het optreden als raadsman in Ongevallenzaken zullen toeleggen, doch ook voor de werkgevers en de vakvereenigingen van werklieden, is die kennis noodzakelijk.

Wij hebben daarom besloten over te gaan tot eene uitgave van de Rechtspraak van den Centralen Raad in zake 's Rijks ■ Ongevallen-Verzekering, in welke uitgaven alle beslissingen van den Centralen Raad zullen worden opgenomen. Bovendien zullen in die uitgave de beslissingen der gewone Beroepsraden niet ontbreken, wanneer daarvan voor goed begrip der uitspraken van den Centralen Raad kennis gewenscht is.

Wijl vermeenen. da,t de naam. van den redacteur der uitgave waarborg levert, dat in die uitgave niet zal ontbreken wat daarin thuis behoort en koesteren de hoop, dat zij: juist za.l voldoen aan de eischen der practijk.

Het werk zal verschijnen op onbepaalde tijden, zoo dikwijls de voorraad beslissingen voldoende zal zijn om aan de inteekenaren te worden toegezonden.

De prijs per vel druks bedraagt bij inteekening f0.20. De inteekening is verbindend voor een geheelen jaargang.

Bij de Uitgevers dezes is verschenen :

33 e "W ètgeying

op de

Locaalspoor- en Tramwegen

Wet van den 9en Juli 1900 (Stbl. no 118)

BENEVENS

de krachtens die wet genomen besluiten met Inleiding en Aanteekeningen

door

Mr. J. H. JONCKERS NIÉBOER,

Adjunct-Inspecteur bij de Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen

Prijs f' 1.60.

Bij hen is verkrijgbaar :

H>o Spoorwegwet

door

Jhr. Mr. W. Th. C. VAN DOORN.

Ing. f 3.<25, geb. f 3.90.

Bij de Uitgevers dezes is verkrijgbaar JOAN VAN DEN IIONERT Th/,.

FORMULIERBOEK

der

onderscheidene Aeten behoorende tot de

Burgerlijke Rechtsvordering,

(herzien en verieerderd door Irs. I. Heemskerk ki, en ft, Belinfante)

VIERDE DRUK Omgewerkt, met inachtneming van de jongste wijzigingen in het Wetboek gebracht,

door

Mr. J. A FOEST, Advocaat en Procureur te Amsterdam, Mr. D. E. LIONI, Advocaat en Procureur en Privaat-Docent aan de Universiteit te Amsterdam en Mr. Lod. S. BOAS, Advocaat en Procureur te Amsterdam Prijs : gebonden I' 11.

Bij de Uitgevers dezes is verschenen :

De Politie Staatszorg

door

Jac. van Waning,

Burgemeester van Ouderkerk a/d -IJssel, Hoofdredacteur van de Politiegids

Prijs f 0.60.

(redrukt bij : F. J. BELINFANTE, voorh. A. D. Schi-VKFX-