32. D f5 — f3 T d8 — e8 nemingslust, maar ook nog niets meer,
33. T el x e2 T g7— f7 der jeugdige spelers. Nog echter misten
34. d4 — d5f L c7 — e5 de wloten" de kracht om de soliede
35. L b2 x e5*f T e8 X e5 speeltrant der „boomen" te overvleu35 [) f3 c3 J) ^6 II f5 gelen. Ook zonder op- of aanmerkin-
3?: P e4 d6 Zwart geeft op.
Deze partij illustreert den onder-
TIJDPERK 1885-1898.
In de jaren '85—'90 traden successievelijk een vijftal spelers op den voorgrond, die door hun talent en welonderlegd spel het peil van ons spel belangrijk zouden helpen verhoogen. Spoedig namen zij de plaatsen in, zoo lange jaren reeds door de nestoren uit het vorige hoofdstuk ingenomen.
Twee van hen, namelijk R. J. Loman en Jhr. D. van Foreest, waren reeds een paar maal in de bondswedstrijden uitgekomen, zoo bijv. in 1884, echter nog zonder buitengewoon succès, al beloofde hun agressief spel ook veel voor de naaste toekomst.
Vier van hen vonden hun oefenschool te Amsterdam, destijds en nog lange jaren daarna het centrum van een nieuw, bloeiend schaakleven, dat zich weldra over heel Nederland zou uitspreiden.
Nog in deze dagen worden drie van dit vijftal tot onze sterkste amateurs gerekend, en zullen zij de nationale schaak-eer in het internationale tournooi te Scheveningen helpen hooghouden.
In de jaren '85—90 gold Jhr. D. van Foreest, die na '90 niet meer of hoogst zelden de schaakstukken aanvatte, als onze sterkste schaker. Hij werd in '62 te Haarlemmermeer geboren en leerde daar op 9-jarigen leeftijd het schaakspel van zijn vader. Ernstige beoefening dateert echter van'80 ongeveer. Van Foreest was zich van zijn kracht volstrekt niet bewust, totdat hij eens geïntroduceerd werd op de club „Palamedes" te Wormerveer, en daar 5 partijen speelde en won tegen de beste spelers! Van dien tijd af begon hij ook de theorie te bestudeeren en zijn krachten te wijden aan de problematiek. In '81 werd hij ingeschreven als student in de medicijnen aan de Universiteit te Amsterdam.
In zijn studententijd speelde hij zeer veel schaak, o.a. in'83 reeds met succes tegen den Duitschen meester Leffmann. Later leerde hij veel van Gunsberg. In Mei 89 werd Van Foreest arts en in Augustus van datzelfde jaar vestigde hij zich te Heemskerk en ruim een jaar later te Oosthuizen. In de jaren '85, '86 en '87 won hij driemaal achtereen den eersten prijs in den grooten Bondswedstrijd. In '88 was hij no. 2, terwijl hij van '83 tot en met '89 in het Vereenigd Amsterdamsch Schaakgenootschap telken jare no. 1 uitkwam in den Winterwedstrijd. Hier volgen een drieta' proeven van zijn talent.
Wie zal niet met ons betreuren, dat een dergelijke kracht op nauwelijks 30-jarigen leeftijd voor de Schaakgemeente verloren ging! Neen, toch niet geheel. Nog lange jaren mocht ons Tijdschrift op zijn beproefde medewerking als annotator rekenen!
TWEEPAARDSPEL IN DE NAHAND.
' No. 13. Gespeeld in den grooten Bondswedstrijd te 's Gravenhage 1885.
Wit: L. Benima Zwart: Jhr. D. van Foreest.
1. e2 - e4 e7 — e5 4. P f3 - g5 d7 - d5
2. Pgl — f3 P b8 — c6 5. e4Xd5 P c6 — a5
3. L f 1 — c4 Pg8 — f6 6. Lc4 —b5f c7 — c6