Het volgen van de lessen in de vakken, de parate kennis bevattende, is verplicht.

9. Voor het overige moet de mogelijkheid worden geopend voor het behalen van diploma's in b.v. a. krijgskunde, b. mil. techniek, c. nul. en ander recht, d. lichamelijke ontwikkeling.

In deze vakken worden colleges gegeven, waartusschen een keuze kan worden gedaan.

VIII. Het Verslag van de Leger-eommissie „over de regeling van het Mil. Onderwijs" (Febr. 1924).

1. Er behoort eenheid te bestaan in de opleiding van de a.s. beroeps- en van de a.s. verlofsofficieren.

De vorming van elk dier categorieën moet op dezelfde grondslagen berusten.

2. De voren bedoelde gewenschte eenheid wordt verkregen door de beroepsofficieren te recruteeren uit de leerlingen van de verlofsscholen.

3. Er zijn twee groepen van jongelieden, die voor beroepsofficier in aanmerking willen komen, te onderscheiden: zij, die zich reeds jong hebben voorgesteld officier te worden, en zij, die zich op de verlofsschool tot de militaire loopbaan als carrière aangetrokken zijn gaan gevoelen.

Voor beide groepen wordt vereischt: einddiploma H.B.S. 5 of Gymnasium of daarmede gelijkgesteld getuigschrift.

■4. De S.V.O. wordt dus een soort proeftijd. Geen vrees dat toeloop van adspirant-beroepsofficieren zal verminderen. Die toeloop wordt door andere factoren beheerscht, met name door de positie van den beroepsofficier, in vergelijking met die in andere betrekkingen.

Bovendien is van beteekenis het groote voordeel, dat eeneizjjds de Staat ongewenschten kan uitsluit en en anderzijds jongelieden nog tijdig van loopbaan kunnen veranderen.

5. Voortbestaan C.S. werd steeds verdedigd ten behoeve van de recruteering van het officierskorps in de koloniën. Niettemin meent de Commissie, dat het door haar voorgestane stelsel geen bezwaar zal opleveren voor de aanvulling van het Ind. ofiicierskorps.

6. Er zijn 2 richtingen denkbaar: de eene, opleiding van alle a.s. beroeps- en verlofsofficieren te zamen aan de K.M.A.; de andere, behoud van de verlofsscholen, doch deze desnoods onder I.M.O.

De Commissie verkiest verre de in de 2e plaats bedoelde richting.

7. Voor de S.V.O. is internaat noodig.

8. De opleiding tot verlofsofficier wordt dus tevens onderbouw voor de verdere vorming tot beroepsofficier, welke bovenbouw kan worden genoemd.

Bovenbouw: 2 jaren.