Art. 4i.

Vervolg,

Desgelijks zal als verboden invoer aangemerkt worden het circuleren in eene binnenwaart1:che strekking van impostsubjecte specien, tusschen de uiterste grenzen van het Rijk t en de eerste kantoren op de grenzen geplaatst, anders dau langs de daartoe aantewijzen wegen . ten ware op eene voldoende wijze mogt kunnen bewezen worden, dat zulks alleen uit onkunde van de bestaande wetten mogt hebben plaats gehad.

Art. 42.

Consignatie, cautie, of wacht, in allen gevalle vereischt.

Geen invoer te lande van dusdanige specien zal immer moeien plaats hebben, dan onder het steilen van cautie, het consigneren van penningen. of wel het ten koste der invoerders médegeven eener wacht, wanneer zij aan de twee andere vereischtea niet kunnen voldoen.

Art. 45.

Ue losplaats is op het naaste kantoor op de binnen-linie,

Voor den invoer te lande zal het naaste kantoor dii' indirecte belastingen op binnen de tweede linie gelegen altijd tot losplaats worden aangewezen, ten ware de aangebragte goederen binnen de twee linien moesten verblijven, als waaneer de plaats der eerste aangifte tevens als losplaats zal worden aangemerkt.

Art. 44.

Terugreize, aan den voerman veroorloofd, wanneer hij de goederen in hei entrepót wil aocn opslaan.

Bijaldien de plaats der bestemming verder is dan die der lossing, zal de voerman, welke wenscht terug te keeren en des?.e!fs lading over te geven, niet behoeven te wachten naaf het arrivement van hel bewijs van deb:tering van deu zeehaa-" delaar, koopman of pai'tikulier. dien Let ingevoerde &aj;gaat,

Bs öiu