j | ^ | ' % ^
nten. j gaan. . Tarra. Bijzóndere bepalingen.
HOUT (vervolg). > 1 ' • ' • -
I '
Staken, gaarden, ftok-rijs, en alle , - . ,
ander plantsoen of groene plan- : .
ten van hoephout. , iopCt. Verbod*-''
TT Uitg.de 40 bos /-.j. J
Hoepen. . • Ofioo®ftuks. xop<-t. ƒ o.y 1
1 - j J ' < : - V > i < ' g
—■ van roodenrijs. • iopCt. verbod5!
gemaakte willigen hoepen. verboden, verbod^ * • »
füikerbakkers hoepen. iopCt. verbod • ;
I (
Duigen. • 3pCt. iip O' t f
(haring-). 3pCt. verbode' I
Klompen of halsblokken. 5PCt. i-lpC1''
Rijsbezeins. T.R. Verbod-"| . v« 11
y Wrakken en överblijffels van ge- ; ,1
ftrande fchepen. . T.R. | . v J , y I
Alle onbewerkt hout, deelen en $
planken, zich in genaufrageer- , . , >
de fchepen bevindende. , 3pCt. J : t : 1;
■ 5
Fijn werkhout, notenboomen planken , palmhout en pokliout daaronder begrepen. 2pCt. 3pC£' ( >i:
. . f . | ■ tr j
■
I ! I I
■v
i