deu 3Jen October 1816, op den ophef der Konvoijeu en Licenten ; de wet van den 15dou September 1816 op den in- uit- en doorvoer van impost-si|bjacte sgecien; de \yel van den 15'lc" September 1816, houdende algemeëné bepalingen op den ophef der Indirecte Belasiingén, mitsgaders de amplialien en alteratien in voorschreven wetten gemaakti bij de wetten van 6 en 12 Maart 1818 ; en eindelijk, de wetten van den i5dcn September 1816, omtrent de bijzondere voorwerpen aan de Indirecte Belastingen onderworpen, voorzoo verre de laatste algemeene punten betreffen, omtrent welke bij de tegenwoordige wet is gestatueerd, ingetrokken en buiten effect gesteld; zullende dezelve worden vervangen door de bepalingen op den ophef van de In- en Uitgaande Regten enAccijnsen, bij de tegenwoordige wet voorkomende.

Art, 2.

Dezelve zal worden toegepast op alle goederen en specien op en 11a welgemeld tijdvak het Rijk in- en doorgevoerd , ter uitvoer aangegeven of in hetzelve verwerkt of gefabriceerd wordende; alles op den voet, in deze wet vermeld, en zulks zonder onderscheid of voorschreven goederen en specien lot nu toe aan de wet. op de in- en uitgaande Regten, of aan de wetten op de Indirecte Belastingen of Accijnsen, zijn onderworpen geweest.

Art. 3.

• • •

De circulatie van alle verimposte goéderen en specien, bij den invoer, uitvoer, doorvoer of fabricatie belast, van de eene plaats binnen het Rijk naar de andere, kan vrijelijk en zonder eenige binneulaudsche paspoorten ot documenten plaats hebben, met uitzondering alleen van de strook lands,